direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie
Plan: Vinkenwegzone
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0537.bpRBGvinkenwegzone-va01

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie onder andere in de vorm van een kampeerterrein ten behoeve van 150 vaste standplaatsen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein uitgesloten' mogen geen kampeermiddelen worden geplaatst;
  • c. lichte horeca uitsluitend ten behoeve van feesten en partijen ter plaatse van de aanduiding 'horeca' gedurende de winterperiode met een maximum van 12 dagen per jaar;
  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals water en groen, parkeer- en nutsvoorzieningen, voet- en fietspaden en speelvoorzieningen.
9.2 Bouwregels

Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

9.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 600 m3;
  • e. de totale bebouwingsoppervlakte van voorzieningen bedraagt 3.000 m2;
  • f. in afwijking van het bepaalde in 9.2.1 onder a. zijn gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen buiten het bouwvlak toegestaan met een maximale oppervlakte van in totaal 200 m2, waarvan de goothoogte maximaal 3,5 meter en de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2,5 m;
  • c. bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m;
  • d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m, waarbij geldt dat per bouwperceel ten hoogste 3 vlaggenmasten worden geplaatst.
9.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. op het kampeerterrein mogen 150 vaste staanplaatsen worden opgericht;
  • b. parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gerealiseerd.