Plan: | Zeehospitium fase 1b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeehospitium-va01 |
Normstelling en beleid
In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient ten aanzien van de voorgestelde ontwikkeling rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door omliggende bedrijven. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt in het bestemmingsplan milieuzonering toegepast. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Milieuzonering beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
In gebieden waar bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies reeds naast elkaar voorkomen of waar functiemenging gewenst is wordt niet gewerkt met de systematiek van richtafstanden en afstandsstappen maar wordt gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB) 'functiemenging'. In deze staat wordt met een categorie-indeling in vier categorieën aangegeven in welke mate een bedrijfsactiviteit direct naast woningen toelaatbaar is. In het bestemmingsplan zal een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' worden opgenomen.
Onderzoek
Aan de Sportlaan, ten oosten van het plangebied, ligt een aantal sportvelden en een tennispark. In bovengenoemde VNG-publicatie worden sportvelden aangemerkt als een milieubelastende activiteit. Op basis van de Staat van Bedrijfsactiviteiten vallen sportvelden en tennisparken in categorie 3.1. Dit betekent dat er een richtafstand van 50 m van toepassing is ten opzichte van een rustige woonwijk. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een viertal appartementengebouwen en een gezondheidscentrum waar woningen en maatschappelijke voorzieningen (zorginstellingen en bedrijven) zullen worden gecombineerd. Deze locaties zijn aan te duiden als gevoelige locaties, waarvoor de richtafstand van 50 m geldt. Het tennispark ligt op circa 60 m en de sportvelden liggen op circa 100 m van de beoogde gevoelige locaties, zodat wordt voldaan aan de richtafstand.
Het plan maakt de uitwerking van een gezondheidscentrum mogelijk waar woningen en maatschappelijke voorzieningen worden gecombineerd. Omdat functiemenging wordt nagestreefd waarbij maatschappelijke voorzieningen en functies als zorginstellingen, kinderdagverblijven, kleine recreatieve voorzieningen, sportvoorzieningen, detailhandel en dienstverlening direct naast elkaar gewenst zijn, is milieuzonering op basis van richtafstanden niet van toepassing. De functies kunnen onderling en ten opzichte van de woningen mogelijke geluidhinder tot gevolg hebben. Kinderdagverblijven zijn bijvoorbeeld zowel gevoelig voor geluidsoverlast, er verblijven gedurende een groot deel van de dag veel kinderen, als een mogelijke bron van geluid, denk aan spelende kinderen. Bovengenoemde activiteiten zijn echter zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn teneinde milieuhinder te voorkomen. Gelet op de gewenste functiemenging in het gebied zijn bedoelde activiteiten (detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke functies) direct naast functies als wonen toegestaan en vormt milieuhinder geen belemmering voor deze situatie.
Met betrekking tot de horeca wordt in de volgende paragraaf een afweging gemaakt.
Conclusie
Voor de te ontwikkelen appartementengebouwen en het gezondheidscentrum, geldt dat ten opzichte van de nabijgelegen sportvelden en het tennispark wordt voldaan aan de van toepassing zijnde richtafstand van 50 m. De functies in het gebouwencomplex behoeven geen milieuzonering, aangezien er geen sprake is van milieuhinder ten opzichte van gevoelige functies, zoals woningen. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Ter plaatse van de beoogde woonbebouwing en gemengde bebouwing is sprake van een goed woon- en leefklimaat.