Plan: | Zeehospitium fase 1b |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATzeehospitium-va01 |
Interimbeleid Wro
Per 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht geworden, ter vervanging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De invoering van deze wet heeft ook voor de provincies veranderingen tot gevolg. In het interimbeleid Wro van de provincie Zuid-Holland (vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 13 mei 2008) geeft de provincie aan hoe zij omgaat met de veranderingen als gevolg van de nieuwe wetgeving.
Eén van de veranderingen is dat het provinciale streekplan als wettelijk planfiguur vervalt. In plaats daarvan krijgen provincies de mogelijkheid om een provinciale structuurvisie op te stellen. Op dit moment ligt er een ontwerp provinciale structuurvisie. Totdat dit document wordt vastgesteld zullen de huidige streekplannen onder het overgangsrecht van de Wro vallen en de status van structuurvisie krijgen. Alhoewel vooralsnog de huidige provinciale streekplannen het provinciaal ruimtelijk beleidskader vormen, wordt ook stilgestaan bij in ontwerp zijnde provinciale beleidsstukken.
Streekplan Zuid-Holland West
Het Streekplan Zuid-Holland West (februari 2003) vormt een kader voor het ruimtelijk beleid van de gemeente, waarbij de gewenste ontwikkelingen worden aangewezen op provinciaal schaalniveau. De locatie ligt binnen de rode contour die rondom het stads- en dorpsgebied van Katwijk is opgenomen. Stads- en dorpsgebieden die zijn gelegen binnen de rode bebouwingscontour hebben als hoofdfunctie wonen, waarin ook gebiedsdelen voorkomen met kantoorconcentraties, winkelvoorzieningen, horeca en andere stedelijke voorzieningen. Binnen de rode contour is uitbreiding en herstructurering van stedelijke functies mogelijk.
Ontwerpstructuurvisie
De ontwerpstructuurvisie geeft op een aantal aspecten een aanvulling op het huidige provinciale beleid voor de gemeente Katwijk. Veelal komt het beleid echter overeen met het huidige streekplan. Nieuw beleid betreft een infrastructureel aspect, namelijk om de verbinding tussen Leiden en Katwijk te verbeteren. Relevant voortgezet beleid betreft de kustverdediging, waar ook de kust van Katwijk in wordt betrokken en de aanwijzing van de duinen ten zuiden van Katwijk als drinkwatergebied.
Figuur 3.1 Kaart ontwerp Structuurvisie
Ontwerpprovinciale verordening
Het ontwerp van de provinciale verordening heeft inmiddels de inspraak doorlopen, maar is nog niet vastgesteld. De gemeente hecht er echter waarde aan om nu al rekening te houden met de voorwaarden die door de provincie in de verordening zijn neergelegd.
Het plangebied maakt onderdeel uit van de aanwijzing 'kustfundament' (zie kaart 9). In combinatie met de in voorbereiding zijnde AMvB Ruimte bestaat de verplichting om bij bestemmingsplannen waarin sprake is van een wijziging ten opzichte van de huidige situatie, in de toelichting op het bestemmingsplan ten aanzien van die wijziging te verantwoorden op welke wijze rekening is gehouden met de kernkwaliteit van de kust en de overige gebiedskwaliteiten, waarbij vooral het zichtaspect relevant is. In hoofdstuk 2 is een dergelijke afweging gemaakt.
Verder is het gebied ten zuiden van het plangebied aangewezen als rijksbufferzone en als bestaande prioritaire en nieuwe natuur. Voor onderhavig bestemmingsplan betekent dit dat de effecten van de beoogde ontwikkeling op deze gebieden moeten worden meegenomen. In hoofdstuk 4 zullen de effecten worden beschreven.
Provinciale Woonvisie
Op 25 januari 2005 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Provinciale Woonvisie 'Samenhang en Samenspel' vastgesteld. De woonvisie beschrijft het kwantitatieve en kwalitatieve woonbeleid van de provincie Zuid-Holland voor de periode 2005-2014.
Nota Regels voor Ruimte
De Nota Regels voor Ruimte (die geldt vanaf 1 januari 2007) vormt met de streekplannen (en het in voorbereiding zijnde beleid) het kader van Gedeputeerde Staten voor gemeentelijke ruimtelijke plannen.
Met de Nota Ruimte kiest het Rijk voor bundeling van economie, infrastructuur en verstedelijking. Daarbij dient de variatie tussen stad en land behouden te blijven en te worden versterkt. Dit moet tot stand komen door optimaal gebruik te maken van de ruimte die in het bestaand bebouwd gebied aanwezig is. Hierbij kunnen zowel hoogbouw als ondergronds bouwen een rol spelen. In het bestaand bebouwd gebied moeten revitalisering en herstructureringsopgaven krachtig ter hand worden genomen. De gemeenten dragen, in samenwerking met marktpartijen, verantwoordelijkheid voor de planvorming en uitvoering hiervan.