Plan: | Katwijk Midden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATkatwijkmidden-va01 |
Inleiding
Het bestemmingsplangebied is gelegen in de zone van een belangrijk archeologisch fenomeen. Door de gemeente Katwijk loopt namelijk de noordelijke grens van het Romeinse rijk, ook wel bekend als de limes. In het bestemmingsplangebied zijn in het verleden de resten opgegraven van een Romeinse legerplaats. Daarnaast zijn in het gebied archeologische overblijfselen te verwachten van structuren en sporen van activiteiten die plaatsvonden in de grenszone. Te denken valt hierbij aan militaire structuren, een kampdorp, wegen, nederzettingen en grafvelden. In onderstaande wordt een korte opsomming gegeven van de verschillende (beschermde) monumenten in het gebied. Vervolgens worden de verschillende archeologische verwachtingen op een rij gezet, want die beperken zich niet tot de Romeinse tijd. Als laatste wordt een opsomming gegeven van recent archeologisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het gebied. De combinatie van bovenstaande gegevens heeft geleid tot dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie (WR - A)' en 'Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied (WR - AV)' op de verbeelding met bijbehorende bepalingen in de bestemmingsplanregels. Het wettelijk beschermde monument is alleen als gebiedsaanduiding op de verbeelding opgenomen.
Specificatie archeologische waarden en verwachtingen in het plangebied1
Op de plankaart is een dubbelbestemming 'Archeologisch verwachtingsgebied' opgenomen met bijbehorende bepalingen in de bestemmingsplanregels.
Beschermde archeologische monumenten
Er zijn geen wettelijk beschermde archeologische monumenten in het gebied aanwezig.
Waarde – Archeologie (WR – A)
Er is in het plangebied één (niet wettelijk beschermd) archeologisch monument aanwezig. Het betreft een monument (AMK-terrein nr. 7224) met een hoge archeologische waarde dat bekend staat onder het toponiem Zanderij-Westerbaan. Het monument beslaat het zuidelijke deel van het plangebied en overschrijdt de grens van het plangebied aan de oostelijke zijde. Binnen het monument zijn sporen te verwachten uit de Romeinse tijd en de vroege en late middeleeuwen. Inmiddels is het archeologische monument, voor zover het in het plangebied ligt, volledig onderzocht op het niveau van de Romeinse en middeleeuwse sporen. Hierbij zijn resten van nederzettingen, grafvelden en akkerarealen aan het licht gekomen.2 De hoge archeologische waarde kan daarom komen te vervallen voor zover het het Oud en Jong Duinzand betreft. Voor de onderliggende kwelder- en/of wadafzettingen blijft onverminderd een middelmatige verwachting op archeologische resten vanaf de bronstijd van kracht.
Waarde – Archeologisch verwachtingsgebied (WR – AV)
Op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart ligt het hele plangebied in een landschappelijke zone met de omschrijving “duinzand op kwelder- en/of wadafzettingen”. Het pakket duinzand kan bestaan uit Jong en Oud Duinzand. Deze landschappelijke eenheid is verder onderverdeeld in vijf categorieën afhankelijk van de dikte van het Jong Duinzand. Voor het Jong Duinzand geldt een lage verwachting. Voor het onderliggende Oud Duinzand geldt een hoge verwachting vanaf de ijzertijd en voor de kwelder- en/of wadafzettingen een middelmatige verwachting vanaf de bronstijd. De hoge en middelmatige verwachting gelden vanaf een hoogte van 5 m +NAP en dieper.
In het noordelijke deel van het plangebied zijn op de verwachtings- en beleidsadvieskaart vier locaties aangegeven waar op basis van historische gegevens een hoge verwachting is op archeologische resten. Catalogusnummer 1 betreft het Uitwateringskanaal. Bij het graven van het Uitwateringskanaal zijn in het verleden vondsten gedaan uit de Romeinse tijd en de late middeleeuwen. De context van de vondsten is niet geheel duidelijk, maar ze kunnen te maken hebben met nederzettingen, beschoeiingen en kade- en havenwerken. Catalogusnummers 9 en 28 hangen met elkaar samen. Tijdens opgravingen aan het begin van de twintigste eeuw werd door Holwerda een grafveld met crematies en inhumaties opgegraven uit de Merovingische tijd. Ter plaatse werden ook pleisterwerk, dakpannen en aardewerk uit de Romeinse tijd aangetroffen. De context van deze vondsten is niet verder onderzocht. Catalogusnummer 10 betreft een melding van de vondst van een grote hoeveelheid middeleeuwse scherven van kogelpotten en pingsdorf-aardewerk. Catalogusnummer 11 is een vindplaats, waarschijnlijk een nederzettingsterrein, uit de Romeinse tijd. Bloemers heeft hier in 1967 een opgraving uitgevoerd.
Het noordelijke deel van het plangebied ligt in een zone die staat aangegeven als de limeszone met als specificatie “tussen zuidoever watervoerende geul in de Romeinse tijd in het noorden en de limesweg in het zuiden”. De limeszone is de zone waar de verwachting hoog is op archeologische resten die te maken hebben met de Romeinse rijksgrens die over het grondgebied van de gemeente Katwijk loopt. Een onderdeel van deze limeszone is de zogenaamde limesweg waarvan op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart een vermoed deel van het tracé is aangegeven.
Recent archeologisch onderzoek in het plangebied3
Industrieweg (Archisnr. 5894/2182)
In 2003 is booronderzoek uitgevoerd in verband met bouwwerkzaamheden. Op basis van de resultaten van het booronderzoek waren er geen bezwaren tegen de ingrepen op het terrein.
Luise de Collignylaan (Archisnr. 6936/2878)
In 2004 vond in verband met bouwwerkzaamheden een booronderzoek plaats. De natuurlijke bodemopbouw ter plaatse bleek verstoord. Op basis van de resultaten is de archeologische verwachting voor het gebied naar laag bijgesteld.
De Colligny (Archisnr. 35945)
In 2009 werd een opgraving uitgevoerd in de hoek Louise de Collignylaan en het Westerbaanpad. Hierbij werd een akkercomplex met greppelsysteem uit de late 12de eeuw aangetroffen.
Op basis van bovenstaande (recente) archeologische onderzoeken en gegevens zijn verschillende terreinen in bestemmingsplangebied vrijgesteld van een archeologische onderzoeksplicht of zijn de verwachtingen ten opzichte van de Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Katwijk aangepast. Voor een groot deel van het plangebied blijft onverminderd de archeologische verwachting van kracht zoals die is weergegeven op de verwachtings- en beleidsadvieskaart. De gebieden met de waarde – archeologisch verwachtingsgebied zijn als dubbelbestemming opgenomen op de plankaart. Aan deze dubbelbestemming zijn voorschriften verbonden.
Tientallen eeuwen van ontginnen, bouwen, wonen en werken hebben Zuid-Holland gemaakt tot een cultuurlandschap bij uitstek. Kerken, boerderijlinten, bollenschuren, dorpsgezichten maar ook dijken, verkavelingspatronen en archeologische vindplaatsen getuigen hiervan. Deze cultuurhistorische waarden zijn van grote betekenis voor onze leefomgeving. Daarom willen Rijk, provincie maar ook de gemeente Katwijk deze cultuurhistorie behouden of inpassen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Het Rijk doet dat door de Modernisering van de Monumentenwet, waarbij het eerste speerpunt is: “cultuurhistorische belangen meewegen in de ruimtelijke ordening”. Inmiddels is het Besluit ruimtelijke ordening aangepast, wat betekent dat er in het bestemmingsplan een beschrijving moet komen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening wordt gehouden. Ook de provincie wil cultuurhistorie betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen en heeft daarom het erfgoed van Zuid-Holland in kaart gebracht, middels de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Deze cultuurhistorische kaart kent drie verschillende thema's: historische stedenbouw, historisch landschap en archeologie. De gemeente Katwijk tenslotte stelt in de Beleidsnota Monumentenzorg uit 2006 dat er een beleid moet worden opgesteld dat “voorwaarden schept om de gemeentelijke cultuurhistorische identiteit sterker richtinggevend te laten zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen”.
Hieronder wordt aan de hand van de historische stedenbouw, het historisch landschap en de archeologie voor het plangebied Katwijk Midden verkend welke waarden er aanwezig zijn en welke mogelijkheden er vanuit deze onderwerpen zijn.
Historische stedenbouw
Het gebied Katwijk Midden beslaat deels grondgebied van de voormalige gemeente Katwijk aan den Rijn en deels van Katwijk aan Zee. De Zanderij is een nieuwbouwwijk op voormalige tuinbouwgrond, de wijk de Koestal ten zuiden van de Boslaan en ten oosten van de Koningin Julianalaan stamt uit de Wederopbouw, net als de wijk Cleijnduijn. 't Witte Hek is een vooroorlogse woonwijk. Door het midden van het gebied loopt de Zeeweg, met aan de zuidzijde het gemeentehuis en ten westen daarvan het Ridderbos, een opvallend groen park met een duinstructuur. Een opvallend deel is de villawijk aan de Populieren en Berkenlaan met fraaie panden uit de Wederopbouw.
In het plangebied bevinden zich enkele planmatig opgezette woongebieden (W4 gebieden uit afbeelding 3.1, paragraaf 3.1.1) uit de eerste helft van de 20e eeuw met karakteristieke kappen en bijgebouwen. Deze waarden zijn behoudenswaardig. Ook de blokverkaveling van deze bebouwing is behoudenswaardig. Hoewel niet per se kan worden gesproken over cultuurhistorisch hoge waarde wordt de bestaande karakteristiek wel dusdanig van belang gevonden dat in de bouwregeling van enkele wijken rekening is gehouden met de kenmerken. Voor bepaalde gebieden is door middel van een aanduiding 'karakteristiek' de bestaande bebouwing beschermd door middel van een sloopverbod en bijbehorende sloopvergunning. Daarnaast geldt dat voor deze gebieden de kapvorm niet gewijzigd kan worden.
Verder wordt het afwisselende groene karakter van de Zeeweg, als entrée van Katwijk aan Zee, behoudenswaardig geacht. Deze groene structuur is beschermd door middel van een aanlegverbod. Dit is in de regels van het bestemmingsplan opgenomen door middel van de aanduiding 'beeldbepalend groen'.
Historische bouwkunde
In het plangebied staan veel karakteristieke gebouwen met een hoge architectuurhistorische waarde. Zo zijn er twee rijksmonumenten:
Daarnaast staan er gemeentelijke monumenten, namelijk:
Historisch landschap
Het abrupte verschil in hoogte tussen de Zanderij en de duinen van Berkheide, het al genoemde Ridderbos en de groene, open structuur langs de Zeeweg.