Plan: | Katwijk Midden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0537.bpKATkatwijkmidden-va01 |
Een concurrerend aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen van voor de structuurvisie "Visie op Zuid- Holland". In deze Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. Samen met inwoners en betrokken partijen wil de provincie het toekomstbeeld van Zuid-Holland invullen. De nieuwe structuurvisie komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte. Op 3 november 2009 stelden Gedeputeerde Staten de ontwerp Structuurvisie, de ontwerp Verordening Ruimte en de PlanMER vast en gaven deze documenten vrij voor inspraak. In februari en maart 2010 heeft de provincie de ingekomen zienswijzen in een nota van beantwoording verwerkt en heeft zij de ontwerpen aangepast. In april 2010 stelden Gedeputeerden Staten de structuurvisie en verordening ruimte vast. In mei 2010 behandelde de Statencommissie Ruimte en Wonen de documenten en op 2 juli 2010 heeft Provinciale Staten de structuurvisie en verordening ruimte definitief vastgesteld.
Het grootste gedeelte van het plangebied is in de Provinciale Structuurvisie aangegeven als stedelijk/dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer. Dit betekent concreet het volgende. Onder stedelijk gebied wordt verstaan: een aaneengesloten, relatief grootschalig bebouwd gebied, en onderdeel van het stedelijk netwerk, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen.
Onder dorpsgebied wordt verstaan: een aaneengesloten, relatief kleinschalig bebouwd gebied, en onderdeel van het landelijk gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen. Met stedelijk gebied/dorpsgebied met hoogwaardig openbaar vervoer wordt het volgende bedoeld: delen van het stedelijk gebied en dorpsgebied die in de nabijheid liggen van haltes van hoogwaardig openbaar vervoer van het Zuidvleugelnet.
De Verordening Ruimte is op 2 juli 2010 door provinciale staten vastgesteld. In de Provinciale Verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep van gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen, zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen.
Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. In de verordening is onder andere vastgelegd dat er in principe geen verstedelijking buiten bebouwingscontouren (geen nieuwe vestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies) mag plaatsvinden. Alleen onder bepaalde voorwaarden kunnen bebouwingscontouren worden aangepast.
Het grootste gedeelte van het plangebied is in de verordening aangegeven als bestaand stedelijk- en dorpsgebied. Hieronder wordt het volgende verstaan: de verzameling van woonfuncties en daaraan verbonden bestemmingen, zoals parkeerplaatsen, sportvelden en bijbehorende voorzieningen, zorgvoorzieningen, andere maatschappelijke voorzieningen, horeca, openbaar stedelijk groen, volkstuinen, stedelijk oppervlaktewater, infrastructuur en begraafplaatsen, alsmede bedrijfsfuncties en daarbij behorende noodzakelijke voorzieningen.
Gedeputeerde Staten hebben op 29 februari 2012 de Actualisering 2011 vastgesteld. De hoofdlijnen, hoofdopgaven en provinciale belangen van het ruimtelijk beleid blijven ongewijzigd. De belangrijkste wijzigingen gaan over de volgende onderwerpen:
Daarnaast zijn er technische correcties doorgevoerd voor de volgende onderwerpen: