direct naar inhoud van 4.1 Water
Plan: Landelijk gebied 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0532.BPLandelijkgebied-OH01

4.1 Water

Binnen het plangebied komen, zoals in paragraaf 2.2 is aangegeven, twee watersystemen voor: het regionale watersysteem in beheer van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en het hoofdwatersysteem dat in beheer is bij Rijkswaterstaat IJsselmeergebied. In het kader van de watertoels is aan beide waterbeheerders een wateradvies gevraagd welke verwerkt zijn in de onderstaande paragrafen.

4.1.1 Hoofdwatersysteem

Op 22 december 2009 is het Nationaal Waterplan (NWP) door het toenmalige kabinet vastgesteld. Dit plan stelt nieuwe kaders voor het te voeren nationaal beleid ten aanzien van waterveiligheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit.

Waterkwantiteit en waterveiligheid

lnspelend op de te verwachten effecten van klimaatverandering kiest het Kabinet in het Nationaal Waterplan als vertrekpunt om de huidige manier van waterafvoer naar de Waddenzee, onder vrij verval via spuisluizen, zo lang mogelijk in stand te houden. Ook kiest het Kabinet in het Nationaal Waterplan ervoor de strategische zoetwaterfunctie van het IJsselmeergebied te versterken. Deze uitgangspunten betekenen dat het peil in het IJsselmeergebied zal gaan veranderen. Op korte termijn (tot 2035) blijven de huidige winterpeilen in alle meren gehandhaafd en is een lichte stijging van het zomerpeil van maximaal 0,3 meter mogelijk, zodat de ruimte wordt benut die op dit moment al in het systeem aanwezig is . Deze peilstijging wordt al binnen de planperiode van het bestemmingsplan actueel. Voor de huidige streefpeilen in het Markermeer geldt voor het winterpeil NAP -0,40 m en het zomerpeil NAP -0,20m. Op langere termijn (na 2035) is er aIleen sprake van een extra peilstijging op het IJsselmeer.

Het advies van Rijk waterstaat is om bij eventuele ontwikkelingen in het buitendijkse gebied rekening te ouden met bovengenoemde situatie. Aspecten als levensduur van te realiseren voorzieningen in relatie tot het moment waarop effecten van de ontwikkelingen zich manifesteren zijn hierbij een afweging voor de initiatiefnemer. Formeel heeft Rijkswaterstaat geen bevoegdheden om veiligheidseisen te stellen aan buitendljkse ontwikkelingen. Hiermee samenhangend acht Rijkswaterstaat zich dus op voorhand ook niet verantwoordelijk voor eventuele schade (aan nieuwe ontwikkelingen) die in het buitendijk gebied wordt geleden en ook niet voor de veiligheid van het buitendijkse gebied. Samenvattend kan gesteld worden dat het buitendijksgebied in het plangebied op termijn te maken zal krijgen met een verhoogd overstromingsrisico en eventueel hierbij optredende materiële schades. Het verdient daarom aanbeveling om na te gaan of en in welke mate mitigerende maatregelen nodig zijn teneinde de in dit gebied geaccommodeerde functies afdoende te beschermen.

Waterkwaliteit

Het water aan de zuidzijde van het plangebied vomt een deel van het Markermeer. Dit gedeelte is onderdeel van het Natura 2000-gebied "Markermeer & IJmeer". op dit water is ook de Europese Kaderrichtlijn Water van toepassing. Beide kaders scheppen randvoorwaarden voor tal van activiteiten. Aangezien het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen in of aan de rand van het Markermeer toestaat die de waterkwaliteit negatief kunnen beïnvloeden, wordt ervan uitgegaan dat de bestaande status quo op dit aspect gehandhaafd blijft.

4.1.2 Regionaal watersysteem

Het watersysteem binnen de gemeente Stede Broec maakt deel uit van polder het Grootslag. Opvallend aan het watersysteem is dat hoog en laag water naast elkaar voorkomen.

In het hoogwaterstelsel zijn na de ruilverkaveling de oorspronkelijke waterpeilen gehandhaafd. De hoge peilen (en daardoor geringe drooglegging) en het oorspronkelijke patroon van watergangen is zeer typerend en bepaalt in sterke mate de identiteit van het gebied. In het hoogwaterstelsel bevindt zich relatief veel water. Van de in totaal 138 ha. (8.4%) water binnen de gemeente Stede Broec bevindt zich 98 ha. (6.0%) in het hoogwaterstelsel. Deze oppervlakte bevindt zich binnen het stedelijk gebied en in de Weelen, Kadijken en het Streekbos. In het laagwatergebied is na de ruilverkaveling aanzienlijk minder water aanwezig. In de lage peilvlakken bevindt zich in totaal 40 ha. (2.4%) open water.

Het waterbeleid is in overleg met het Hoogheemraadschap richting gegeven. Er is een gebied van ca. 6 ha voor extra waterberging in het lage peilgebied aangegeven. Binnen dit gebied is inmiddels circa 3 ha. aan extra waterberging gerealiseerd.


De toepassing van de watertoets leidt ertoe dat oppervlaktewater dat wordt gedempt gecompenseerd moet worden en dat bij toename van verhard oppervlak volgens richtlijnen extra waterbergend oppervlak moet worden aangelegd. Compenserende waterberging binnen het plangebied heeft de voorkeur. Het Hoogheemraadschap staat in veel gevallen compensatie buiten het plangebied toe.

Waterkwaliteit

Het water in natuurgebied de Weelen heeft als hoofdfunctie natuur, langs de Kadijk heeft het water de hoofdfunctie natuur en nevenfunctie agrarisch. In het Streekbos heeft het water een zwemwaterfunctie. In het overige deel van de gemeente Stede Broec heeft het water een stedelijke dan wel agrarische functie.

4.1.3 Waterkering

Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de grenzen van de stabiliteit zone van de primaire waterkeringen, het waterstaatswerk. Binnen de zone waterstaatswerk is de Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009 en het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010 van toepassing.

Keur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 2009.

De keur bevat regels voor het beheer, het gebruik en het onderhoud van waterstaatswerken, zoals waterkeringen en watergangen. De regels hebben tot doel watersystemen in stand te houden en waterstaatswerken goed te laten functioneren. Daarvoor zijn in de keur verplichtingen en verbodsbepalingen opgenomen. Op grond van de keur zijn binnen de begrenzing van het waterstaatswerk en de beschermingszone bepaalde handelingen verboden. Voor werkzaamheden die plaats vinden binnen deze zones moet contact gezocht worden met het hoogheemraadschap.

Afhankelijk van de aard van de werkzaamheden moet een watervergunning worden aangevraagd. Voor het bouwen in de zone waterstaatswerk moet een watervergunning worden aangevraagd. De watervergunning wordt getoetst aan het beleid van het hoogheemraadschap.

Het Beheersplan Waterkeringen 2006-2010

Het Beheersplan Waterkeringen beschrijft het beleid en de randvoorwaarden voor het dagelijks beheer van de primaire en regionale waterkeringen van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Met dit plan geeft het hoogheemraadschap eenduidige doelstellingen en richtlijnen.

Het vormt een richtinggevend document voor de uitvoering van de waterkeringstaak.

De begrenzing van het waterstaatswerk is op de verbeelding van het bestemmingsplan aangegeven.

4.1.4 Afvalwater

In relatie tot het watersysteem is ook het in het plangebied aanwezige rioleringsstelsel van belang. De verantwoordelijkheid voor het rioolstelsel ligt in de eerste plaats bij de gemeenten. Het hoogheemraadschap spreekt de voorkeur uit voor een aantal uitgangspunten die met het rioleringsbeleid te maken hebben. Het water uit de hemelwaterriolering komt immers terecht op het oppervlaktewater, waarover het hoogheemraadschap verantwoordelijkheid draagt. Hetzelfde geldt voor het vuilwater dat bij de rioolwaterzuiveringinstallaties terecht komt.

  • Uitgangspunt in het rioleringsbeleid van het hoogheemraadschap is dat een gescheiden rioolstelsel wordt aangelegd met zuiverende randvoorzieningen waar dat nodig is.
  • Met het oog op duurzaam bouwen, wordt geadviseerd de afvalwaterstromen binnen het plan gescheiden aan te leggen.
  • De uitgangspunten van het landelijke emissiebeleid op strategisch niveau zijn beschreven in de vierde Nota Waterhuishouding (NW4). Met betrekking tot het regenwater is het volgende geformuleerd:

"Voor de planperiode wordt het afkoppelen van verhard oppervlak en infiltreren in grondwater bevorderd. Als ambitie wordt gestreefd naar 100% afkoppelen bij nieuwbouwlocaties. Er moet bij afkoppelen aandacht zijn voor de introductie van mogelijke nieuwe verontreinigingbronnen (o.a. lange termijneffecten van infiltreren van afstromend regenwater)."

Het waterkwaliteitsbeheer is in overleg met het Hoogheemraadschap vertaald in een nieuw rioleringsplan, daarbij worden ongerioleerde woningen in het buitengebied zoveel mogelijk gesaneerd en wordt gestreefd naar afkoppeling van schone oppervlakten en indien nodig gebruik gemaakt van infiltratievoorzieningen.

4.1.5 Waterplan Stede Broec 2010-2020

De Gemeente Stede Broec heeft samen met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier een waterplan opgesteld. Het Waterplan is weliswaar nog niet vastgesteld, maar geeft wel aan vanuit welke visie en op welke manier het watersysteem van de gemeente Stede Broec wordt beheerd.

Visie

Gemeente en hoogheemraadschap streven naar een aantrekkelijke woonomgeving met een gezond, veilig en duurzaam watersysteem. De thema's die hierbij geformuleerd zijn, zijn: waterkwantiteit, waterkwaliteit en ecologie, water in de bebouwde leefomgeving, grondwater, recreatie en beheer en onderhoud stedelijk water.

Het waterplan formuleert de doelstellingen die de gemeente en het hoogheemraadschap hebben voor het toekomstige waterbeheer. Met het waterplan streven de gemeente en het hoogheemraadschap naar een aantrekkelijk, gezond en duurzaam watersysteem met een hoge recreatieve waarden en belevingswaarde, nu en in de toekomst.

Huidige situatie

Water neemt in Stede Broec een belangrijke plaats in. Watergangen zijn verweven in het stedelijk gebied, en zijn bepalend voor het karakter van de gemeente. Ook in het buitengebied vormt het water in de voormalige vaarpolder een belangrijke waarde. Vanuit cultuurhistorisch en landschappelijk perspectief, maar zeker ook als drager van natuur.

De waterhuishouding in de gemeente Stede Broec is op orde: er is geen wateropgave geconstateerd op basis van de studie Bestrijding Wateroverlast Noorderkwartier (BWN) van het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Om de wateropgave van bovenstrooms gelegen peilgebieden in Drechterland te kunnen oplossen zijn echter wel maatregelen nodig om de afvoer richting het -3,70 m NAP peilgebied te vergroten.

De gemeente beschikt daarnaast over ruim 3 ha waterberging in het laagwatergebied. Waar nodig kan dit worden ingezet als aanvullend compensatiewater voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De kwaliteit van het stedelijk water wordt over het algemeen als goed ervaren. Zowel hydraulisch als op basis van metingen zijn geen knelpunten geconstateerd. In de polder Het Grootslag is overwegend een snoek-blankvoorn type watersysteem aanwezig. Doordat kunstwerken onvoldoende passeerbaar zijn is de visstand echter ongelijk verdeeld over de verschillende peilgebieden.

Met name de hoogwatergangen bieden veel recreatiemogelijkheden en maken onderdeel uit van het regionale watersysteem. Om het systeem doorvaarbaar te houden zijn er drie aquaducten ter plaatse van kruisingen met het laagwaterstelsel. De druk op het watersysteem, en aangrenzende gebieden, als gevolg van recreatief gebruik neemt steeds verder toe.

Op dit moment voeren zowel gemeente (en particulieren) als het hoogheemraadschap onderhoud uit in de stedelijke watergangen. Hierdoor is het niet altijd duidelijk voor de burger wie waarvoor verantwoordelijk is. De gemeente en het hoogheemraadschap streven ernaar om het stedelijk water in onderhoud over te dragen aan het HHNK. Voor het uitvoeren van groot onderhoud aan de stedelijke watergangen is door de gemeente en het hoogheemraadschap een meerjarenbaggerplan opgesteld dat nu wordt uitgevoerd.

Knelpunten en maatregelen

In het waterplan zijn verder knelpunten geïnventariseerd en maatregelen opgenomen die in een gezamenlijke inspanning van gemeente en hoogheemraadschap zullen worden uitgevoerd.