direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Landelijk gebied 2010
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0532.BPLandelijkgebied-OH01

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Milieuzone - stiltegebied

Binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'milieuzone - stiltegebied'  zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud en bescherming van de stilte met de in het centrale deel aanwezige water- en moerasgebieden en/of de te verwachten waarden.

21.2 Wro-zone - ontheffingsgebied 1

Ter plaatse van de 'Wro-zone - ontheffingsgebied 1' kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 om bij het agrarisch bedrijf een mini-camping toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. maximaal 50 standplaatsen voor kampeermiddelen zijn toegestaan
  • b. detailhandelsactiviteiten uitsluitend zijn toegestaan voor het ten verkoop aanbieden van producten van het betrokken bedrijf en/of producten uit de streek;
  • c. gebouwen voor sanitaire voorzieningen binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak dienen te worden gebouwd;
  • d. het maximum oppervlak voor gebouwen voor sanitaire voorzieningen niet meer mag bedragen dan 50 m2, de maximum goothoogte niet meer mag bedragen dan van 2,5 m en de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4 m;
  • e. kantine en/of horeca activiteiten niet zijn toegestaan;
  • f. er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd;
  • g. het terrein wordt afgeschermd door middel van de aanleg van een beplantingsstrook met opgaande beplanting;
  • h. bij omgevingsvergunning de ontwikkeling gemotiveerd wordt ten aanzien van het aspect externe veiligheid;
  • i. de exploitatie van de standplaatsen voor kampeermiddelen wordt beëindigd op het moment dat er niet langer sprake meer is van een agrarisch bedrijf.