20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Verboden zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming van Waarde - Archeologie - Rijksweg zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het ophogen van de bodem meer dan 1,5 m;
-
b. het aanleggen, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren met een breedte van meer dan 1 m;
-
c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en de daarmee verband houdende constructies op een diepte van meer dan 1,5 m;
-
d. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 1,5 m, waartoe ook wordt gerekend woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen.
20.3.2 Uitzonderingen op het verbod
Het verbod van 20.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
-
a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 20.2 in acht is genomen;
-
b. een oppervlakte beslaan van ten hoogste 100 m2;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan;
-
d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
20.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 20.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien:
-
a. de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op het behoud van archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologisch deskundige.