Plan: | Nieuwenhoorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPNieuwenhoorn2012-vg01 |
Structuurplan Hellevoetsluis 2010+
Het structuurplan Hellevoetsluis 2010+ is vastgesteld door de gemeenteraad op 2 september 2004. Het overgangsrecht van de Wro heeft bepaald dat structuurplannen die onder de oude WRO zijn vastgesteld, gelden als structuurvisie.
In dit structuurplan zijn de gemeentelijke doelen aangegeven. Hellevoetsluis wil een prettige gemeente zijn om in te wonen, met aangename en complete woonbuurten in een aantrekkelijk landschap. Daarnaast wil de gemeente groeien als toeristisch-recreatief centrum in de noordelijke Delta, gedragen door de ligging aan het water en de aanwezigheid van een historische vesting. Deze twee kwaliteiten vormen de hoofddoelstelling van het gemeentelijke beleid. De hoofddoelstelling wordt ondersteund en aangevuld door de principes van duurzaamheid en leefbaarheid.
Behoud en versterking van waardevolle elementen op het terrein van water, natuur, landschap en cultuurhistorie vormen essentiële doelstellingen van het ruimtelijke beleid, zowel in het buitengebied, als in het stedelijk gebied en de uitbreidingen daarvan.
Structuurvisie Hellevoetsluis 2015+(2011)
De opvolger van het structuurplan, de structuurvisie Hellevoetsluis 2015+, is inmiddels vastgesteld. In deze structuurvisie zijn de visie en de ambities met betrekking tot het gemeentelijk beleid uiteen gezet. De onderdelen uit het Structuurplan 2010+ zijn hierin geactualiseerd. Met betrekking tot Nieuwenhoorn en omgeving is hierover het volgende aangegeven:
Nieuwenhoorn is een zelfstandige kern met een eigen identiteit. Het karakter wordt met name bepaald door de dijkstructuur van de Rijksstraatweg. Dit beeld dient geconserveerd te worden. Woningen worden met name gerealiseerd in de lintbebouwing ten zuiden van het dorp en op enkele kleine locaties aan de rand van het dorp.
In het gebied tussen Nieuwenhoorn en Den Bonsen Hoek en Ravense Hoek wordt verdere structurele verstedelijking tegengegaan om een blauwgroene landschappelijke buffer te behouden tussen Nieuwenhoorn en de hoofdkern Hellevoetsluis. De blauwgroene buffer krijgt een functie voor natuur, water en recreatie in nauwe samenhang met een recreatieve functie, maar biedt eveneens ruimte voor stadsrandfuncties die de beoogde kwaliteiten ondersteunen. Een woonfunctie is daarbinnen voorstelbaar, maar deze dient echter ondergeschikt van aard te zijn en het gewenste landelijk karakter van het gebied te versterken. De gemeente zal nadere kaders formuleren voor het landelijk wonen waaraan ook aanvragen in deze bufferzone kunnen worden getoetst. Aanvragen die betrekking hebben op landelijk wonen zullen ieder afzonderlijk worden behandeld.
Groenstructuurplan Hellevoetsluis
Op 10 december 2009 is het Groenstructuurplan Hellevoetsluis 2010-2020 vastgesteld. Het Groenstructuurplan heeft als doel om het bestaande (stedelijke) groen te behouden, de ecologische kwaliteit ervan te verbeteren en de samenhangende structuur ervan op termijn verder te ontwikkelen. Om dat de bereiken heeft het de volgende status:
In het Groenstructuurplan worden elf belangrijke groenstructuren behandeld. Dit zijn bijvoorbeeld bermen, dijken, watergangen en stedelijk groen. Per groenstructuur worden kernkwaliteiten van de huidige situatie, relevante ontwikkelingen, toekomstig beheer en inrichting en het streefbeeld voor 2020 weergegeven.
Het plangebied tussen Nieuwenhoorn en Hellevoetsluis krijgt een belangrijke functie als groene buffer.
Figuur 3.4. Uitsnede visiekaart groenstructuurplan
Streefbeeld 2020
Het buitengebied dat grenst aan de stadsrand is een coulissen landschap met kleinschalige weiland- en akkerpercelen, verspreide opgaande houtopstanden en boerderijen en huizen met erfbeplanting. Ook binnen de bebouwde kom kent het openbare groen een coulissenachtige structuur. Langs de Noordelijke randweg ligt een nat natuurgebied, dat geschikt is voor waterberging en die zo beheerd wordt dat het gebied open van karakter blijft. Dit zorgt er tevens voor dat een groene buffer tussen Nieuwenhoorn en Hellevoetsluis behouden blijft en dat het gebied geschikt blijft voor weidevogels. Richting de noordoostelijke gemeentegrens ligt een open landschap waar de uitvoering van het Krekenplan geleid heeft tot robuuste met brede rietzones omgeven watergangen.
Enkele watergangen in Polder Nieuwenhoorn zijn opgenomen in het Krekenplan. Bij de uitwerking van de Kaderrichtlijn Water zijn de Laaijekreekse wetering, Afwatering Voorne-West en het Kanaal door Voorne aangewezen als waterlichaam. Voor deze waterlichamen zijn maatregelen opgesteld. Binnen deze polder speelt de mogelijke verplaatsing van het sportpark VV Nieuwenhoorn naar de rand van het Ravense Hout. In de Nota Landschapsversterking is een ruimtelijke invulling gedaan.
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. De aanwezige groen- en waterstructuren hebben hoofdzakelijk de bestemmingen Groen en Water gekregen waarbinnen de visie uit het Groenstructuurplan verwezenlijkt kan worden. Het bestemmingsplan houdt geen rekening met eventuele verplaatsing van sportvelden.
Woonvisie 2008-2015 en Actualisering 2010-2015+
De woonvisie is een nota waarin de plannen met betrekking tot het wonen in Hellevoetsluis staan beschreven. De bestaande wijken in Hellevoetsluis maken een wezenlijk onderdeel uit van de woonvisie. Het merendeel van de woningen die er in 2015 staan, zijn er nu immers ook al. In de woonvisie is per wijk een beknopte omschrijving gegeven van het wonen en de aspecten die mede bepalend zijn voor het wonen. Wonen is immers méér dan alleen de woning. Ook de woonomgeving speelt een rol in de woonkwaliteit evenals de bereikbaarheid van de wijk en de voorzieningen, zoals winkels, zorg- en welzijnsvoorzieningen.
In 2010 is de Woonvisie geactualiseerd in verband met nieuwe ontwikkelingen en veranderingen op de woningmarkt. Het uitgangspunt voor wat betreft nieuwbouw is het realiseren van 200 nieuwbouwwoningen in de periode 2010 tot en met 2012 en vervolgens 200 nieuwe woningen per jaar in de periode 2013 tot 2020.
De strategie voor Nieuwbouw in Nieuwenhoorn is in hoofdzaak grondgebonden woningen, in een mix van woningtypen en prijsklassen. Woningbouw dient sterk gefaseerd plaats te vinden, zodat de woningbouw kan voorzien in de behoefte van de kern Nieuwenhoorn.
Nota Ruimtelijke Kwaliteit
Op 18 februari 2010 is de Welstandsnota vervangen door de Nota Ruimtelijke Kwaliteit. De gebiedsindeling is ten opzichte van de Welstandsnota uit 2005 gewijzigd. De bouwperiode blijft een belangrijke factor maar vooral de ruimtelijke en functionele opzet van gebieden zijn leidend geworden. Daarnaast zijn nieuwe objectgerichte criteria opgesteld voor specifieke gebouwen en bouwwerken zoals boerderijen en basisscholen. Voor de welstandscriteria wordt verwezen naar de Nota Ruimtelijke Kwaliteit.
De bebouwing langs de Rijksstraatweg valt in de nota Ruimtelijke kwaliteit onder een Bijzonder welstandsregime (niveau 2). Hier is extra aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit vereist. Het zijn gebieden van bijzondere cultuurhistorische, stedebouwkundige en architectonische waarde. Het beleid is gericht op behoud en herstel van waardevolle elementen en het verder opwaarderen van de ruimtelijke verschijningsvorm in zijn geheel. Procedureel hebben deze gebieden met een bijzondere welstandsregime een eigen status gekregen. Voor alle bouwplannen binnen deze gebieden zal advies gevraagd moeten worden aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.
De gebieden in Hellevoetsluis die een bijzonder welstandsregime hebben zijn de historische kernen, dijken en linten. Concreet gaat het om Nieuw-Helvoet en het oude deel van Nieuwenhoorn, de Brielsestraatweg/Rijksstraatweg, de Moriaanseweg (west en oost).
Naast de hiervoor genoemde gebieden vallen in welstandsniveau 2: alle beschermde monumenten die door het Rijk en de gemeente zijn aangewezen, met hun directe omgeving, voor zover die relevant is voor de historische context of voor zover die de visuele beleving van het beschermde monument beïnvloedt.
Figuur 3.5 Welstandsregime
Economische Beleidsnota 2008-2020
De economische beleidsnota 2008-2020 is vastgesteld door de gemeenteraad van Hellevoetsluis op 3 juli 2008. De economische beleidsnota is een zogeheten paraplunota, waar tegen de achtergrond van de actuele economische ontwikkeling het economische beleid in de samenhang met alle andere beleidsvelden en ambities van de gemeente wordt weergegeven. De nota streeft naar een lokale economie, die letterlijk voortdurend ruimte biedt aan nieuwe bedrijfsinitiatieven passend in het karakter van Hellevoetsluis en naar regionale afstemming. Daarbij wordt gestreefd naar een duurzame ontwikkeling, dat wil zeggen:
De ambities van Hellevoetsluis dienen zoveel mogelijk te worden opgepakt op het schaalniveau voor Voorne-Putten. Daarnaast biedt de ligging in de nabijheid van het Havenindustrieel complex en de toekomstige aanleg van de 2e Maasvlakte kansen.
De ambities van de gemeente Hellevoetsluis zijn:
De ambities van de gemeente zijn vertaald in een 27 tal maatregelen. De maatregelen met de hoogste prioriteit zijn de ontwikkelingen, uitgifte en beheer van Kickers Bloem 3, uitbreiding van De Struytse Hoeck en het actief doorontwikkelen van toerisme en recreatie.
Kadernota Detailhandel (2011)
De Kadernota Detailhandel is begin 2011 vastgesteld. In de kadernota Detailhandel is de volgende visie op de detailhandelsstructuur opgenomen. In deze visie wordt gestreefd naar een evenwichtige detailhandelsstructuur die een zo compleet mogelijk voorzieningenpakket biedt voor de consument en dusdanig duurzaam is dat ondernemers en overige marktpartijen hierin kunnen en willen blijven investeren. In deze visie op de detailhandel wordt ingezet op:
Nota Horecavestigingsbeleid 2011
Voor de toekomstige horecastructuur wordt uitgegaan van drie te versterken pijlers:
Versterking uitgaansfunctie
In het bestemmingsplan Nieuwenhoorn worden geen mogelijkheden geboden voor nieuwe horecavestigingen.
Nota prostitutiebeleid 2007
Naar aanleiding van de inwerkintreding van de wet 'opheffing algemeen bordeelverbod' heeft de gemeente Hellevoetsluis op 14 september 2000 de nota prostitutiebeleid 2000 vastgesteld. De nota prostitutiebeleid 2007 is een herziening van het in 2000 geschreven beleid.
De opheffing van het algemeen bordeelverbod betekent dat vanaf die tijd de exploitatie van prostitutie niet meer strafbaar is, mits het gaat om prostitutie door meerderjarigen, die vrijwillig dit werk doen en die over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfstitel beschikken. Met de opheffing van het bordeelverbod krijgen gemeenten ruimere mogelijkheden om de legale exploitatie van prostitutie naar eigen inzicht te beheersen en te reguleren. Dit moet op termijn leiden tot normalisering en sanering van deze branche. Aan de gemeentewet is een nieuw artikel toegevoegd, artikel 151a, dat de bevoegdheid geeft aan de gemeenteraad om voorschriften te stellen met betrekking tot 'het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot het verrichten van seksuele handelingen'. Parallel daaraan moeten extra inspanningen worden gepleegd om strafrechtelijk ongewenste, illegale vormen van exploitatie actief te bestrijden. Het betreft prostitutie waarbij sprake is van onvrijwilligheid en/of waarbij sprake is van seksueel misbruik van minderjarigen. In de gemeente Hellevoetsluis is het mogelijk om maximaal één bordeel of seksinrichting te realiseren. In Nieuwenhoorn is vestiging niet mogelijk.
Milieustructuurplan
Het gemeentelijke milieubeleid is verwoord in het Milieustructuurplan 2008–2012, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 maart 2008. De centrale visie van het gemeentelijk milieubeleid is het verbeteren van de leefbaarheid en duurzaamheid in Hellevoetsluis. Het begrip leefbaarheid geeft aan in welke mate gebruikers hun omgeving waarderen. Leefbaarheidsthema's binnen het milieubeleid zijn: geluid, lucht, bodem, externe veiligheid, water en ecologie. Het begrip duurzaamheid refereert aan een ontwikkeling die in evenwicht is met wat de omgeving te bieden heeft. Bij een duurzame ontwikkeling zijn ecologische, economische en sociale waarden in evenwicht. De duurzaamheidsthema's binnen het milieubeleid zijn: energie, materialen en afval. Omdat de gewenste milieukwaliteit niet voor elk gebied gelijk is, is er gebruikgemaakt van een gebiedsgerichte benadering waarbij een onderscheid is gemaakt in woongebieden, gemengd gebied, recreatiegebied, bedrijventerreinen, stadsnatuur, buitengebied en natuurgebied.
Het plangebied valt binnen diverse gebiedstypes; woongebied, stadsnatuur en buitengebied. de Rijsstraatweg is aangeduid als gemengd gebied. In hoofdstuk 4 komen de milieuaspecten verder aan bod.
Figuur 3.6 Milieustructuurplan
Geluidbeleidsplan 2008-2017
Als voorbereiding op het Milieustructuurplan 2008-2012 is het Geluidbeleidsplan 2008-2017 opgesteld en is er een geluidsbelastingskaart vervaardigd waarin alle relevante geluidsbronnen zijn opgenomen. Het gaat daarbij om de belangrijkste bronnen voor verkeerslawaai en industrielawaai. De geluidsbelastingskaart is berekend op de Regionale Verkeers en MilieuKaart (RVMK). De geluidsbelastingskaart voor verkeerslawaai wordt ieder jaar geactualiseerd. In hoofdstuk 4 komt het geluidsaspect verder aan de orde.
Luchtbeleidsplan 2008-2017
Tevens is er een luchtbeleidsplan 2008-2017 opgesteld. De luchtkwaliteit van de gemeente Hellevoetsluis is weergegeven in de luchtkwaliteitskaarten. Deze kaarten zijn berekend op basis van de Regionale Verkeers en Milieukaart (RVMK). De luchtkwaliteitskaarten worden ieder jaar geactualiseerd. In hoofdstuk 4 komt de luchtkwaliteit verder aan de orde.
Klimaatbeleidsplan 2008-2012 en de Notitie Duurzaam bouwen
Op 27 maart 2001 is de Notitie Duurzaam Bouwen 'Hellevoetsluis in de 21ste eeuw' vastgesteld waarin ambities zijn opgesteld ten aanzien van duurzaam bouwen. De ambitie voor duurzaam bouwen is dat milieu een van de pijlers van het bouwen moet worden. De gemeente heeft tot doel om op termijn overal duurzaam te bouwen. Dit betekent dat duurzaam bouwen zo vroeg mogelijk in de planontwikkeling moet worden meegenomen waarbij aansluiting wordt gezocht met bestaande bouwplannen op diverse locaties. De ambitie voor het klimaatbeleidsplan 2008-2012 is een CO2-reductie van 40% in 2025 ten opzichte van het niveau van 1990. Voor de verschillende thema's als gemeentelijke gebouwen, woningbouw, bedrijven, verkeer en vervoer en duurzame energieopties zijn doelstellingen en activiteiten opgesteld.
Beleidsvisie Externe Veiligheid (2008-2017)
Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. In Hellevoetsluis is een aantal risicovolle activiteiten aanwezig, zoals propaan tanks, een lpg-tankstation, een hogedruk aardgasleiding en het transport van gevaarlijke stoffen. In de Beleidsvisie Externe Veiligheid (2008-2017) wordt het externe veiligheidsbeleid van de gemeente Hellevoetsluis vastgelegd. De beleidsvisie is opgebouwd uit drie delen:
De Beleidsvisie Externe Veiligheid 2008-2017 is op 28 mei 2009 vastgesteld. Een overzicht van de externe veiligheidssituatie is vastgelegd in een signaleringskaart externe veiligheid. Hierop zijn voor alle risico volle activiteiten plaatsgevonden risicocontouren en invloedsgebieden (1% letaliteitsgrens) aangegeven. In hoofdstuk 4 wordt het aspect externe veiligheid voor het plangebied verder uitgewerkt.
Bestemmingsplan Noordelijke Randweg
In het voorontwerp bestemmingsplan Nieuwenhoorn welke in 2008 in de inspraakprocedure was gebracht, maakte de Noordelijke Randweg nog deel uit van het plangebied van het bestemmingsplan Nieuwenhoorn. Om de planologische procedure snel te kunnen afronden, is er destijds voor gekozen een apart bestemmingsplan op te stellen voor de Noordelijke Randweg.
Het bestemmingsplan 'Noordelijke Randweg' is op 22 april 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Hellevoetsluis. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan 'Noordelijke Randweg' is beroep ingesteld bij de Raad van State. Op 16 mei 2012 heeft de Raad van State de ingestelde beroepen ongegrond verklaard, waarmee het bestemmingsplan 'Noordelijke Randweg' onherroepelijk is geworden.
Waterplan Hellevoetsluis
Het Waterplan Hellevoetsluis is in nauwe samenwerking met het waterschap Hollandse Delta tot stand gekomen. Het waterplan bestaat uit twee delen: de Watervisie 2030 en het Maatregelenplan Water.
De watervisie is vastgesteld in 2005 en beschrijft de gezamenlijke visie van de gemeente en het waterschap op de gewenste veranderingen in het watersysteem in relatie tot verwachte ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente in de komende 25 jaar. De visie richt zich op vier centrale doelstellingen, die in onderlinge samenhang moeten worden benaderd:
De maatregelen zijn uitgewerkt in gebiedsgerichte plannen.
In de onderstaande afbeelding is de watervisie in en rond het plangebied weergegeven. In het Maatregelenplan Water zijn de ambities voor Nieuwenhoorn en het Ravense Hout uitgewerkt in maatregelen. In de waterparagraaf wordt verder ingegaan op de waterambities en maatregelen.
Figuur 3.7 Watervisie, Waterplan Hellevoetsluis
Parkeernormen Hellevoetsluis 2011
Deze beleidsnotitie is vastgesteld op 8 maart 2011 en is opgesteld om binnen de gemeente Hellevoetsluis kaders te geven ten aanzien van de parkeerbehoefte en de parkeerbalans. Er bestaat landelijk geen regelgeving die bepaalt wat de parkeerbehoefte is per voorziening. Het CROW heeft op basis van landelijke ervaringen wel bepaalde kencijfers opgesteld. Parkeerkencijfers zijn een hulpmiddel voor ontwerpers. Kencijfers zijn richtinggevend. Gemeenten bepalen zelf hoeveel parkeerplaatsen nodig zijn bij een bepaald type functie of voorziening en leggen die vast in normen. Niet alleen met het oog op een goede ruimtelijke ordening, maar ook om onduidelijkheid te voorkomen en te voldoen aan het rechtsgelijkheidsbeginsel, is het van belang dat parkeernormen worden vastgesteld. Dit schept duidelijkheid voor alle betrokken partijen en daarmee wordt voorkomen dat er onnodige vertraging optreedt in de planvorming en plantoetsing. Voor intern en extern gebruik zal daarom ook een brochure worden opgesteld waarin de regeling voor parkeervoorzieningen kort wordt beschreven en toegelicht.
Doel van deze notitie is:
Daarbij zijn de uitgangspunten:
De parkeernormen van Hellevoetsluis 2011 zijn:
In hoofdstuk 3 van het beleidsdocument is beschreven dat afhankelijk van de functie rekening gehouden dient te worden met een vastgestelde parkeernorm. Bij nieuwe ontwikkelingen zal er op basis van deze normen berekend worden hoeveel parkeerplaatsen en nodig zijn en of en hoe hierin kan worden voorzien.