Plan: | Nieuwenhoorn |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0530.BPNieuwenhoorn2012-vg01 |
De voor Waarde - Archeologie - 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan gegeven bestemmingen, primair bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden.
Op deze gronden zijn nieuwe bouwwerken ten behoeve van overige aan de gronden toegekende bestemmingen slechts toelaatbaar, indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2 voor het bouwen van krachtens de op de gronden vigerende bestemming toegestane bebouwing, mits de archeologische waarden niet worden geschaad.
Alvorens de omgevingsvergunning te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een waardestellend rapport van de archeologisch deskundige te overleggen.
Aan een omgevingsvergunning zoals bedoeld in lid 17.3.1 kan het bevoegd gezag de volgende regels verbinden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning) van burgemeester en wethouders graafwerkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 0,5 m beneden maaiveld, ongeacht het verstoringsoppervlak en die tevens een terreinoppervlak groter dan 100 m² beslaan.
Het vergunningvereiste betreft de volgende werken c.q. werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning geldt niet voor bedoelde activiteiten gericht op het normale onderhoud en beheer van de betreffende gronden en welke in uitvoering waren ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan en is tevens niet van toepassing op bestaande weg- en leidingcunetten.
Een omgevingsvergunning wordt verleend, indien daardoor de aanwezige archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast. Alvorens de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te kunnen verlenen, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning aan het bevoegd gezag hieromtrent een rapport van een archeologisch deskundige te overleggen.
Aan een omgevingsvergunning kunnen de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden voor de 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning(omgevingsvergunning) van het bevoegde gezag de aanwezige bouwwerken te slopen, indien de oppervlakte groter is dan 100 m² en de diepte meer dan 0,5 meter bedraagt gemeten vanaf maaiveld.
Aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerd deskundige.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften kunnen verbinden aan de vergunning.
De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft.
Het bevoegde gezag is bevoegd het plan te wijzigen door: