direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied Hellevoetsluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPBuitengebied2011-VG01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven met bedrijfsactiviteiten die voorkomen in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) alsmede daarmee naar aard en omvang vergelijkbare bedrijven of inrichtingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation': uitsluitend een gasontvangstation in ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – hondenschool': uitsluitend een hondenschool;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': een dierenpension;

alsmede voor:

  • f. ter plaatse van de aanduiding 'baggerspeciedepot': een baggerspeciedepot tot maximaal 38.000 m³ slib/grond;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast': een bed & breakfast;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling': een bedrijf dat ruimte biedt om caravans te stallen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'hovenier': een hovenier;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats en aanhangwagenverhuur': een bedrijf met een constructiewerkplaats, die aanhangwagens verhuurt;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - dranghekkenverhuur': een bedrijf dat dranghekken verhuurt;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loon- en grondverzetbedrijf: een loon- en grondverzetbedrijf;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grossiersbedrijf': een grossiersbedrijf;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hoefsmid': een hoefsmederij;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': een tuincentrum;

met daaraan ondergeschikt:

  • p. kantoren ondergeschikt aan de bedrijfsvoering van ten hoogste 250 m²;
  • q. bijbehorende voorzieningen zoals groen, water, verharding, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.

Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:

  • a. bedrijfsgebouwen;
  • b. maximaal 1 bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. doeleinden van openbaar nut.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden die zijn voorzien van een bouwvlak, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van openbaar nut;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5 m, tenzij ter plaatse met de aanduiding 'maximale goothoogte' een andere maximale goothoogte is weergegeven;
  • c. de gronden in het bouwvlak mogen voor 100% bebouwd worden tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een ander maximum bebouwingspercentage is weergegeven;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen moet, onverminderd het bepaalde in dit lid onder a, ten minste 5 m bedragen.

5.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is een bedrijfswoning niet toegestaan;
  • b. de inhoud van een bedrijfswoning, inclusief bijbehorende bouwwerken, mag maximaal 800 m³ bedragen;
  • c. het gezamenlijk oppervlak van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 75 m² bedragen;
  • d. bijbehorende bouwwerken aangebouwd aan het hoofdgebouw mogen in de zijdelingse perceelsgrens worden opgericht;
  • e. vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen minimaal 2 m uit de zijdelingse perceelsgrens te worden opgericht;
  • f. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 3 m en de bouwhoogte maximaal 5 m bedragen;
  • g. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal de hoogte van de 1e bouwlaag + 0,25 m bedragen;
  • h. bij sloop van de bestaande bijbehorende bouwwerken mag 100% worden teruggebouwd, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op bebouwing die reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

5.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 m mag bedragen, met uitzondering van:

  • a. erfafscheidingen die voor de voorgevel maximaal 1 m en achter de voorgevel maximaal 2 m hoog mogen bedragen;
  • b. in afwijking van het gestelde onder a geldt voor erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - gasontvangstation' een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • c. verlichtingsarmaturen waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen;
  • d. antennes en antennemasten waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen.

5.2.4 Bouwwerken van openbaar nut

Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van doeleinden van openbaar nut gelden de volgende bepalingen:

  • a. de inhoud van bouwwerken mag maximaal 50 m³ per op te richten bouwwerk bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 5.2.3 onder a ten behoeve van de hoogte van een erfafscheiding voor de voorgevel, met dien verstande dat deze maximaal 2 m mag bedragen.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. geluidszoneringsplichtige bedrijven zijn niet toegestaan;
  • c. activiteiten uit kolom 1 van de onderdelen C en D van de bijlage bij het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • d. detailhandelsbedrijven zijn niet toegestaan;
  • e. ter plaatse van onbebouwde gronden is opslag van goederen toegestaan tot een hoogte van 4 m;
  • f. zelfstandige kantoorvestigingen zijn niet toegestaan;
  • g. bedrijfswoningen mogen worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijf, met dien verstande dat:
    • 1. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
    • 2. het vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-verbonden bedrijf of een aan-huis-verbonden beroep maximaal 25 m² mag bedragen;
    • 3. detailhandel slechts is toegestaan voor zover deze beperkt blijft tot een beperkte verkoop en in direct verband staat met het aan-huis-verbonden beroep of het aan-huis-verbonden bedrijf.
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' mag tevens 150 m² van het bruto vloeroppervlak gebruikt worden als daghoreca.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 5.1:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in artikel 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze, technische voorzieningen of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de in artikel 5.1 genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals in artikel 5.1 genoemd;

met dien verstande dat Bevi-inrichtingen en geluidshinderlijke inrichtingen niet zijn toegestaan.

5.5.2 Afwijken ten behoeve van kleinschalig kamperen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 5.1 ten behoeve van kleinschalig kamperen, met dien verstande dat:

  • a. het aantal standplaatsen ten hoogste 15 bedraagt;
  • b. de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig mogen worden geschaad;
  • c. er sprake dient te zijn van voldoende landshcappelijke inpassing van de kampeerplaatsen gelet op de in het gebied voorkomende waarden;
  • d. de afwijking de ontwikkelingsmogelijkheiden van omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • e. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Omschakeling naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen in de bestemming Wonen, met dien verstande dat:

  • a. geen uitbreiding van de bebouwing is toegestaan;
  • b. de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig mogen worden geschaad;
  • c. er sprake dient te zijn van voldoende landschappelijk inpassing van de bebouwing gelet op de in het gebied voorkomende waarden;
  • d. wonen is slechts toegestaan voor zover het de voormalige bedrijfswoning betreft;
  • e. als gevolg van de wijziging de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • f. geen afbreuk wordt gedaan aan aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit.

5.6.2 Omschakeling naar paardenhouderij

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het vestigen van een paardenhouderij, met dien verstande dat:

  • a. vestiging alleen mogelijk is op bestaande bouwvlakken;
  • b. het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • c. sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • d. een rijhal van 1.000 m² en een paardenbak van 1.200 m² met bijbehorende voorzieningen is toegestaan;
  • e. als gevolg van de wijziging de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • f. de omschakeling dient milieuhygienisch inpasbaar te zijn;
  • g. de vestiging van het bedrijf geen onevenredige publieks- en/of verkeersaantrekkende werking tot gevolg hebben;
  • h. geen afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit;
  • i. parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden;
  • j. lichtmasten dienen zodanig geplaatst te worden dat de omgeving, omwonenden en weggebruikers er geen hinder van ondervinden;
  • k. door middel van een inrichtingsplan dient aangetoond te worden dat sprake is van een goede landschappelijke inpassing.

5.6.3 Omschakeling naar agrarisch

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden te wijzigen naar 'Agrarisch' of 'Agrarisch met waarden', met dien verstande dat:

  • a. het te vestigen bedrijf een volwaardig agrarische bedrijf is, niet zijnde intensieve veehouderij, glastuinbouwbedrijf of sierteeltbedrijf;
  • b. vestiging alleen mogelijk is op bestaande bouwblokken;
  • c. het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • d. sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • e. de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig mogen worden geschaad;
  • f. er sprake dient te zijn van voldoende landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing gelet op de in het gebied voorkomende waarden;
  • g. als gevolg van de wijzing de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven uit milieuhygiënisch oogpunt niet onevenredig worden beperkt;
  • h. de omschakeling dient milieuhygienisch inpasbaar te zijn;
  • i. vooraf advies ingewonnen dient te worden van de Agrarische adviescommissie.

5.6.4 Omschakeling naar algemeen bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en de aanduidingen bij de bestemming Bedrijf te verwijderen en de gronden te bestemmen voor Bedrijf zonder functieaanduiding, met dien verstande dat alleen bedrijven tot en met categorie 2 zijn toegestaan, niet zijnde risicovolle inrichtingen en geluidshinderlijke inrichtingen.