direct naar inhoud van Artikel 17 Leiding - Riool
Plan: Buitengebied Hellevoetsluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0530.BPBuitengebied2011-VG01

Artikel 17 Leiding - Riool

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, naast de voor de doeleinden van de andere krachtens dit plan gegeven bestemmingen, mede bestemd voor een hoofdrioolpersleiding respectievelijk een hoofdafvalwaterriool.

17.2 Bouwregels

Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de desbetreffende hoofdtransportleiding.

17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 17.2 ten behoeve van bebouwing als toegestaan ingevolge ter plaatse op de verbeelding aangewezen andere bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en vooraf advies is ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

17.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen, ontginnen en het ophogen van gronden, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 30 cm;
  • b. het graven of dempen van waterpartijen en watergangen dieper dan 30 cm;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 30 cm;
  • d. het verlagen van het waterpeil;
  • e. het aanbrengen of rooien van bomen en/of houtgewas, waarbij stobben worden verwijderd.

17.4.2 Uitzondering op het uitvoeringsverbod

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 wordt slechts verleend indien de leiding door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, wint het bevoegd gezag advies in bij de eigenaar van de desbetreffende leiding(en).

17.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De in artikel 17.4.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, die:

  • a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd;
  • b. het normale onderhoud betreffen.