Plan: | Scheveningen Haven |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA |
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bepaalt dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn met de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het bestemmingsplan in het geding zijn. Het concept ontwerp bestemmingsplan wordt t.b.v. het wettelijke vooroverleg verzonden aan diverse vooroverlegpartners. Het concept is op 3 april 2013 in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende instanties toegezonden:
Van de onder 1, 6, 8, 11 en 13 genoemde instanties zijn de hierna opgenomen reacties ontvangen. Van de overige instanties is geen reactie ontvangen.
1. Ministerie van Infrastructuur en Milieu/Rijkswaterstaat
Hierbij ontvangt u de reactie van Rijkswaterstaat, West-Nederland Zuid op het bovengenoemd bestemmingsplan dat ter inzage ligt tot 2 mei 2013.
Kustbeheer
Rijkswaterstaat is beheerder van de Noordzee en het strand binnen uw plangebied en ziet toe op de waterveiligheid.
Artikel 29 Verkeer - Verblijfsstraat
In artikel 29.2.e3 wordt aangegeven dat een kelder is toegestaan.
Kelders zijn op het strand niet toegestaan op grond van ons beleid, zoals is verwoord in de Beleidslijn Kust.
Ik verzoek u het toestaan van een kelder, zoals genoemd in artikel 29.2.e3, te verwijderen uit artikel 29.
Daarnaast verzoek ik u aan de bouwregels van dit artikel toe te voegen dat de fundering van de jaarrond paviljoens op palen moet staan en dat de bovenzijde funderingspaal minimaal op NAP + 4 meter moet liggen. Een hogere ligging dan deze 4 meter is geen probleem.
Artikel 33 Voorlopige bestemming- Verkeer
Deze tijdelijke bestemming kan op een aantal onderdelen strijdig zijn met de Beleidslijn Kust. Vooral de verharding door parkeervoorzieningen hebben een negatieve invloed op het vrij verplaatsen/verstuiven van zand. Echter omdat dit een tijdelijke situatie betreft tot 1 januari 2016 en het om een minder erosie gevoelig deel van de kust gaat, kan ingestemd worden met deze tijdelijke bestemming.
Ook voor dit artikel geldt voor de bouwwerken dat een onderkeldering niet is toegestaan.
Daarnaast kan Rijkswaterstaat voorwaarden stellen aan de vloerhoogte van de fundering. Dit is afhankelijk van het soort bouwwerk, seizoensgebonden of jaarrond.
Beachstadion
In artikel 33.3.1.e wordt gesproken over “ter plaatse van de aanduiding 'stadion'”. Deze specifieke aanduiding is op de verbeelding niet terug te vinden. Ik verzoek u de verbeelding hierop aan te passen.
Gezien de huidige ligging valt mijns inziens het stadion onder de bestemming “Recreatie”, artikel 24.
Ik verzoek u duidelijk aan te geven waar het Beachstadion is gepland. Tevens is niet duidelijk waar Beach-city is gepland en of de city gelijk is aan het stadion. In de toelichting worden beide onderwerpen besproken. In de regels wordt enkel gesproken over het Beachstadion.
Gezien de verwachte ligging van het geplande Beach-city wil Rijkswaterstaat graag betrokken blijven bij de ontwikkeling van Beach-city. U kunt hiervoor contact opnemen met mijn collega, mevrouw L. de Boer, telefoonnummer 06 – 15609638.
Tot slot een tekstuele opmerking. Ik verzoek u in artikel 33.1 de tekst “BestemmingsomschrijvingRecreatie” te wijzigen in “Bestemmingsomschrijving Verkeer” in overeenstemming met het betreffende artikel.
Waterbeheer
Rijkswaterstaat is waterbeheerder van de Scheveningen Haven en ziet toe op een goede kwalitatieve en kwantitatieve toestand van het watersysteem.
In de toelichting staat dat er plannen zijn om een deel van de haven te dempen.
Ter informatie wijs ik u er op dat voor de uitvoering van eventuele baggerwerkzaamheden en/of bemalingswaterlozingen er een melding moet komen conform het Besluit lozen buiten inrichtingen (Blbi). Voor het mogelijk toepassen van zand, grond ed. bij een demping zal een melding conform het Besluit bodemkwaliteit (Bbk) nodig zijn.
Voor vragen of opmerkingen over deze meldingen kunt u contact opnemen met de heer B. van der Meer van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid.
Rijkswaterstaatkavel
Rijkswaterstaat (RWS) heeft vanuit de rol als beheerder/eigenaar van de zogenoemde “RWS-kavel” de volgende opmerkingen:
Ik wijs u er op dat de omschrijvingen in de toelichting en de regels van het bestemmingsplan dit mogelijk dient te maken.
Ik verzoek u in het plan hierover helderheid te verschaffen en zowel de toelichting als de regels aan te passen.
Ik verzoek dit op te nemen in de toelichting, regels en de verbeelding van uw bestemmingsplan.
Daarom verzoek ik u om de formulering in het bestemmingsplan met betrekking tot de openbaarheid van de kavel ten behoeve van voetgangers aan te passen.
Ik verzoek u het bebouwingsvlak in het nieuwe bestemmingsplan te vergroten zodat dit vergelijkbaar is met de mogelijkheden conform het vigerende bestemmingsplan.
Voor vragen of opmerkingen over de Rijkswaterstaatkavel kunt u contact opnemen met de heer W. Daalderop van Rijkswaterstaat Corporate Dienst.
Lichtlijnen
Het nautisch beheer van de Scheveningse Haven is de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat, Zee en Delta. Voor vragen over de lichtlijnen en andere nautische aspecten kunt u contact opnemen met de heer M. Hofsteede, Rijkswaterstaat, Zee en Delta.
Ten aanzien van het zogenoemde Stap 3-besluit neem ik binnenkort contact met u op. Indien u verder nog vragen heeft, kunt u met mij contact opnemen.
Reactie
In reactie op de ingekomen vooroverlegreactie merkt het college het volgende op.
Kustbeheer
Waterbeheer
Bij de uitwerking van de plannen zal een deel van de haven worden gedempt. Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt/worden de benodigde melding(en) worden gedaan.
Rijkswaterstaatkavel
Lichtlijnen
Bij de verdere uitwerking van het project wordt contact opgenomen met de heer Hofsteede in verband met de lichtlijnen en overige nautische aspecten.
6. Provincie Zuid-Holland
De provincie Zuid Holland heeft op de volgende punten een reactie ingediend.
Water
Met verwijzing naar artikel 11 van onze Verordening Ruimte stellen wij dat het onduidelijk is op welke wijze de bestemming primaire waterkering is uitgewerkt. Het betreffende plangebied ligt grotendeels buitendijks, de waterkering loopt achter dit gebied langs. Voor zover te beoordelen is, is de kering niet als zodanig in het bestemmingsplan opgenomen. Dit dient alsnog plaats te vinden.
Kantoren
In het plan is onvoldoende aangegeven of de opgenomen kantorenontwikkelingen is afgestemd met de regio en of deze ontwikkelingen in overeenstemming is met de meest recente Kantorenstrategie Haaglanden. Dit is in strijd met ons beleid zoals dat is verwoord in artikel 7 van de Verordening Ruimte. U wordt verzocht dat in het ontwerp bestemmingsplan nader te motiveren en te onderbouwen.
In hoofdstuk 5 van de toelichting van het plan is een programma voor het Norfolkterrein en Noordelijk havenhoofd opgenomen. In dat programma is 7.000 m2 kantoren ontwikkeling beraamd. Het wordt in het plan niet aangegeven waarvoor en voor wie die 7.000m2 kantoor reservering bedoeld is en of dit regionaal is afgestemd. Ook dit dient nader gespecificeerd te worden.
Detailhandel
In meerdere bestemmingen in het bestemmingsplan wordt detailhandel mogelijk gemaakt.Een deel hiervan zal bestaand zijn, een deel nieuw. Een deel heeft betrekking op verplaatsing bestaande supermarkt, zonder dat duidelijk is of deze kan vergroten. In het plan ontbreekt een totaal overzicht van de nieuwe meters, en een onderbouwing daarvan. De in het plan opgenomen mogelijkheden zijn derhalve niet-onderbouwd en een advies van het Regionaal Economisch Overleg (REO) ontbreekt.
Dit is in strijd met artikel 9, lid 4 en lid 5, van onze Verordening Ruimte (VR). Dit artikel schrijft een Distributie Planologisch Onderzoek (DPO) en een advies van het REO voor.
Definities:
De in artikel 1 Begrippen opgenomen punten 1.9 ambacht/ambachtelijk bedrijf en 1.93 perifere detailhandelsbedrijven zijn in strijd met artikel 9, lid 2 van de VR. In punt 1.9 dient detailhandel te worden uitgesloten en punt 1.93 dient in overeenstemming te worden gebracht met artikel 9, lid 2 VR.
Reactie
In reactie op de ingekomen vooroverlegreactie merkt het college het volgende op.
Water
In de verordening is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen. Dit geldt voor de beschermingszone en de kernzone. Voor Scheveningen Haven geldt dat vrijwel het gehele gebied binnen het bestemmingsplan als waterstaatswerk is aangegeven (door middel van de dubbelbestemming Waarde-Waterstaat). De begrenzing ligt op de Houtrustweg en de Westduinweg. De waterkering loopt verder door het naastgelegen Scheveningen-Dorp (zie paragraaf 4.12 van de toelichting).
Kantoren
Ook voor de gemeente is Scheveningen Haven geen kantoorlocatie. Het bestemmingsplan maakt hier dan ook geen (grootschalige) kantoorontwikkelingen mogelijk. Doelgroep is primair haven-, visserij- en watergebonden bedrijven en kantoren. Een locatie elders in de stad is voor deze doelgroep niet logisch/mogelijk. In het gebied wordt onder andere voorzien in de nieuwbouw voor het (gemeentelijk) havenkantoor, inclusief verkeerscentrale, en uitbreiding van de visserijsector, die ook behoefte heeft aan (ondersteunende) kantoorruimte. Daarnaast worden plannen ontwikkeld voor een zeezeil/watersportcentrum voor de versterking van de watersportamibitie van de stad, en behelst bedrijfs- en kantoorruimte. Dit wordt samen met de Watersportverbond ontwikkeld.
Het betreft voor het overige deel kleinschalige gebruikers, deels voor zakelijke dienstverlening of creatieve bedrijvigheid. Dit is door middel van een maximum bruto oppervlak van 250 m2 per vestiging in de regels opgenomen. Daardoor past het binnen het beleid van het stadsgewest en de provincie. Tot slot wordt ook ruimte geboden voor transformatie, zoals het voormalige kantoor van Norfolk.
Detailhandel
De reactie van de provincie is gebaseerd op het voorontwerp bestemmingsplan. Inmiddels is het plan al op onderdelen nader gespecificeerd en aangepast. Voor elk van de deelgebieden Norfolk en Noordelijk Havenhoofd wordt ingezet op maximaal 2.000 m² detailhandel. Hiermee speelt de gemeente in op het nieuwe regionale detailhandelsbeleid dat binnenkort wordt vastgesteld. Dit betreft maximum percentages in een gemengde bestemming waar ook andere functies mogelijk zijn. De detailhandel is beperkt tot niet-dagelijks. Uitgangspunt is dat Scheveningen Haven geen wijkwinkelcentrum wordt, maar dat bijzondere concepten zoals de reeds gevestigde nautische detailhandel mogelijk zijn. Bijzondere concepten versterken de kwaliteiten en het karakter van de haven als verblijfsgebied. Het plan heeft, naar onze mening dan ook geen invloed op de stedelijke of regionale detailhandelsstructuur. De verplaatsing van de supermarkt betreft een vertaling van een reeds verleende omgevingsvergunning.
Definities
De definitie van perifere detailhandelsbedrijven is aangepast. De definitie voor ambacht/ambachtelijk bedrijf is geschrapt.
8. Hoogheemraadschap van Delfland
In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het voorontwerp bestemmingsplan Scheveningen Haven in Den Haag toegezonden. U verzoekt Delfland advies te geven op het concept ontwerpbestemmingsplan.
Advies
Wij verzoeken u om de opmerkingen op de pagina hierna te verwerken in het ontwerpbestemmingsplan en de mer. Onze reactie is beschreven per document. De aangepaste waterparagraaf kunt u aan ons sturen via het watertoetsportaal
(http://www.hhdelfland.nl/watertoetsportaal/).
Milieueffectrapportage
Wij verzoeken u in de mer ons belang van de afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust mee te nemen in de afweging die niet in het Achtergronddocument Water worden opgenomen. De belangen zijn:
Toelichting
Wij verzoeken u om op blz. 60 te verwijzen naar de actuele versie van de Handreiking Watertoets voor gemeenten', Delfland 2012. Op blz. 62 onder het kopje 'riolering' verzoeken wij u de informatie aan te vullen met onderstaande:
" De effluentleidingen van awzi Houtrust lopen onder de Houtrustweg naar zee. Na de laatste bebouwing aan de zuidzijde komen de leidingen samen in de 'wisselput' en daarvandaan lopen meerdere leidingen naar zee. De rooilijn van de bebouwing aan de westzijde van het Norfolkterrein dient het leidingtracé vrij te houden ten behoeve van onderhoud en calamiteiten. "
Op blz. 78 wordt de mogelijkheid van een parkeergarage ter plaatse van de visafslagweg beschreven. Wij verzoeken u hieraan toe te voegen dat dit slechts mogelijk is indien het belang van de waterkering niet wordt geschaad. Graven in de zeewering is hier niet mogelijk. Met 'Beach City' wordt extra tijdelijke bebouwing toegevoegd aan de bestaande mogelijkheden. Deze bestemming is niet nader uitgewerkt op de Verbeelding en in de Regels. Beach City is alleen mogelijk indien voldaan wordt aan:
Verbeelding
Achtergronddocument Water
Naast advisering in het kader van de watertoets over deze omgevingsvergunning, kan het zo zijn, dat een watervergunning of melding nodig is. Voor meer informatie over deze watervergunning of melding verwijzen wij u naar http://www.hhdelfland.nl/digitaal-loket/vergunning-melding/. Voor meer informatie of vragen kunt u terecht bij de contactpersoon, vermeld onderaan het voorblad van deze brief.
Bij brief van 30 mei 2013 heeft het Hoogheemraadschap een nuancering van de bovenvermelde
vooroverlegreactie uitgebracht
In het kader van artikel 3.1.1 van de Wet ruimtelijke ordening heeft u het Hoogheemraadschap van Delfland het voorontwerp bestemmingsplan Scheveningen Haven in Den Haag toegezonden. Delfland heeft daarop een reactie gegeven in een brief met kenmerk 1064998 dd. 2 mei 2013.
Op verzoek van zowel de initiatiefnemer als de gemeente sturen wij u hierbij een nuancering van dit advies.
Nuancering advies voor bebouwing ter zeezijde van de huidige visafslag
Op blz. 78 van de Toelichting wordt de mogelijkheid van een parkeergarage ter plaatse van de visafslagweg beschreven. Wij verzoeken u hieraan toe te voegen dat bebouwing hier slechts mogelijk is indien het belang van de waterkering niet wordt geschaad. Graven in de zeewering is in de huidige situatie op basis van vigerend beleid niet mogelijk. Delfland werkt momenteel aan een actualisatie van het beleid voor medegebruik in de zeewering. Delfland is bereid gezamenlijk te onderzoeken op welke wijze ontwikkelingen gerealiseerd kunnen worden die de economische vitaliteit of ruimtelijke kwaliteit van het gebied versterken. Delfland stelt hierbij randvoorwaarden vanuit waterveiligheid.
Zoals u wellicht bekend is, is voor werkzaamheden in de zeewering een watervergunning vereist.
Voor meer informatie over de watervergunning kunt u contact opnemen met de afdeling Regulering & Planadvisering, teI.015-2701888. Voor meer informatie of vragen over de watertoets kunt u terecht bij K. van Etten. Zie hiervoor de contact gegevens zoals vermeld onderaan deze brief.
Reactie
In reactie op de ingekomen vooroverlegreactie merkt het college het volgende op.
Milieueffectrapportage:
Zienswijzen op (de inhoud van) het MER konden in de NRD-fase naar voren worden gebracht. De NRD is inmiddels definitief. Desalniettemin merken wij op dat eventuele vergunningen van de afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust die (ook) betrekking hebben op de schoorsteen, worden meegenomen in het MER. Daarbij wordt opgemerkt dat de afvalwaterzuivering zelf op een ingevolge de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein “AWZI Houtrust” ligt. De geluidruimte die de waterzuivering nodig heeft om in werking te kunnen zijn, is dus geborgd met de geluidruimte die met deze zone is vastgesteld. De waterzuivering ligt buiten het plangebied in kwestie. Het bestemmingsplan heeft daarom geen gevolgen voor de met de voornoemde zone vastgelegde geluidsruimte.
Volledigheidshalve merken wij op dat de schoorsteen en ook de afvalwaterzuivering zelf zich buiten het onderhavige plangebied bevinden. Het deel van de Houtrustweg van waar het terrein van de afvalwaterzuivering Houtrust bereikbaar is, is eveneens gelegen buiten het onderhavige plangebied.
Toelichting:
De opmerkingen over de toelichting zijn verwerkt. Hierbij is de later ontvangen nuancering van het standpunt van het Hoogheemraadschap meegenomen.
Verbeelding
Achtergronddocument Water:
De aanvulling op paragraaf 4.3.2 van het achtergronddocument Water (dat behoort bij het MER) is verwerkt.
In paragraaf 4.3.6 van het achtergronddocument Water is aangegeven dat de leidingstrook evenwijdig
aan de Houtrustweg (waarin zich afvoerleidingen van de afvalwaterzuivering Houtrust bevinden) in het
bestemmingsplan als zodanig wordt aangeduid. De leidingenstroken worden beschermd middels de in
de dubbelbestemming opgenomen bouwregels en het in de regels opgenomen
aanlegvergunningenstelsel. Met het Hoogheemraadschap is in eerder overleg afgesproken dat er een
damwand wordt geslagen langs de leiding bij de rooilijn van blok 3 (nummering volgens het
stedenbouwkundig plan). Vanaf een hoogte van 12 meter kan de leiding worden overkraagd door de
bebouwing van de bestemming Gemengd - 1 zodat het Hoogheemraadschap altijd bij de leiding kan
voor werkzaamheden.
In deze leidingstrook is geen bebouwing toegestaan, evenmin als een tramlijn. In deze leidingstrook
kan onderhoud aan de leidingen plaatsvinden; tevens zijn hier de leidingen bereikbaar in geval van
calamiteiten.
11. Veiligheidsregio Haaglanden, Regionale Brandweer
Naar aanleiding van uw verzoek van 4 april 2013 om een advies uit te brengen (in het kader van externe veiligheid) over het concept van het ontwerpbestemmingsplan Scheveningen Haven, te Den Haag kan ik het volgende berichten.
Het plangebied omvat de haven van Scheveningen, inclusief de omgeving van de haven, het Norfolkterrein, de Dr. Lelykade en omgeving, de Kompasbuurt en de locatie van het zendstation van Defensie in het Westduinpark. Naast het actualiseren van de huidige geldende bestemmingsplannen, wordt een grootschalige gebiedsontwikkeling mogelijk gemaakt van het voormalige Norfolkterrein, het zuidelijk havenhoofd, het gebied rond de Kom en het noordelijk havenhoofd. Door deze ontwikkeling neemt de bevolking binnen het plangebied toe.
De ontwikkelingen omvatten onder andere: woningen, visbedrijvigheid, leisure, winkels, horeca, kantoren, hotels, wellness, maatschappelijke functies, een beach stadion, bedrijven, voorzieningen en een verbinding tussen het noordelijke en zuidelijke havenhoofd voor voetgangers en fietsers. Naast huidige situatie en de ontwikkelingen vinden in het plangebied en de omgeving meerdere malen per jaar grootschalige evenementen plaats.
Externe veiligheid
In het kader van fysieke en externe veiligheid is het plangebied en de directe omgeving door de Veiligheidsregio Haaglanden (VRH) beschouwd op de aanwezigheid van risicobronnen, zoals:
Geconstateerd is dat het plangebied niet in het invloedsgebied ligt van transportroutes gevaarlijke stoffen, buisleidingen of objecten waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is.
Bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen
Zowel voor de bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van 'dagelijkse incidenten', zoals brand of wateroverlast, als voor omvangrijke incidenten bij bijvoorbeeld grootschalige evenementen, is het van belang dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen voldoende zijn. (Voor de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en de bluswatervoorzieningen is door Brandweer Nederland de 'Handreiking Bluswatervoorziening en Bereikbaarheid ' ontwikkeld (november 2012) . Naast deze handreiking zijn in het 'Programma van Eisen Inrichting Openbare Ruimte' uit het 'Handboek Openbare Ruimte' ook eisen opgenomen waaraan de bereikbaarheid voor de hulpdiensten moeten voldoen.)
De grootschalige gebiedsontwikkeling die met het bestemmingsplan Scheveningen Haven wordt mogelijk gemaakt, is van grote invloed op de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen.
Beide aspecten zijn voor het plangebied grote aandachtspunten, onder andere door de aanwezigheid van één toegangsweg richting het 'Zuidelijk Havenhoofd' in de huidige situatie en het autoluw maken van verschillende deelgebieden. Ook de locaties van de bluswatervoorzieningen binnen het plangebied behoeven nadere aandacht. Daarnaast is gedetailleerdere informatie van de objecten binnen het plangebied van belang, waarop de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen mogelijk moeten worden afgestemd .
A. Geadviseerd wordt om voor de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen contact op te nemen met de afdeling Risicobeheersing van de locatie Den Haag van de VRH. Op dat moment kunnen concretere maatregelen worden geadviseerd waarmee deze aspecten verbeterd kunnen worden.
Tot slot
De genoemde maatregel wordt in het kader van art. 10 van de Wet veiligheidsregio's geadviseerd . Ook is het belangrijk dat in de verdere uitwerking van het plangebied, zoals de bouwplannen, specifiek wordt gekeken naar de brandveiligheid. Hiervoor kunnen extra maatregelen benodigd zijn.
Reactie
Naar aanleiding van bovengenoemde vooroverlegreactie is contact opgenomen met de afdeling
Risicobeheersing van de VRH. De VRH wordt bij de verdere uitwerking van het project betrokken in
verband met de bereikbaarheid voor de hulpdiensten en bluswatervoorzieningen. Vanzelfsprekend
wordt ook bij de verdere uitwerking nader gekeken naar de brandveiligheid. Ook daarbij wordt de VRH
betrokken.
13. HTM
Naar aanleiding van de door u geboden mogelijkheid tot het geven van commentaar op het concept ontwerp-bestemmingsplan Scheveningen Haven, ex art. 3.1.1 Bro, deel ik u het volgende mee.
In het kader van Netwerk RandstadRail wordt het tracé van tram 11 opgewaardeerd. Eén van de consequenties hiervan is dat de halte 'Statenlaan', richting Scheveningen Haven, verplaatst wordt naar de overzijde van de kruising en tegenover de halte in de andere richting komt te liggen.
Daarnaast wordt in het kader van een mogelijke lijnwisseling een dubbelsporige aansluiting van de sporen in de Statenlaan op die van lijn 11 onderzocht en -in het verlengde hiervan- het huidige eindpunt op de Statenlaan verlegd naar de Doornstraat, inclusief passeerspoor. In het voorliggende bestemmingsplan zijn deze ontwikkelingen niet mogelijk, zonder aanpassing van de groenbestemming ter hoogte van de halte.
Daarnaast valt op dat het huidige tracé van tram 11 wel correct in het plan is opgenomen, maar dat de huidige sporen op de Doornstraat ontbreken, op de kaart en in de regels. Hierbij wel met de kanttekening dat de in art. 29.2.2 genoemde maximale masthoogte van 5m onvoldoende is voor de HTM-bovenleidingmasten: deze zijn max. 12m.
Tot slot: in de toelichting wordt gesproken over een reservering voor een tramverbinding met het Norfolkterrein, maar in de regels en op de kaart is deze reservering niet opgenomen. Graag zie ik deze reservering ook terug op de plankaart en in de regels, gelet op de wens deze binnen 10 jaar te realiseren.
Verder geeft het plan geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Reactie
In reactie op de ingekomen vooroverlegreactie merkt het college het volgende op.
Dubbelsporige aansluiting nabij Statenlaan
Naar verwachting zal in de komende jaren onderhoud aan het spoor van lijn 17 aan de Statenlaan moeten worden gepleegd. Het voornemen is om direct een verbinding tussen het spoor van lijn 17 en lijn 11 te leggen, waarbij de tramhalte van lijn 11 aan de Doornstraat voorbij de kruising met de Statenlaan komt te liggen in plaats van het einde van de Van Boetzelaerlaan. Deze verbinding is nodig als tramlijn 11 naar het Norfolkterrein wordt verlegd en het bestaande eindpunt van lijn 11 door tramlijn 17 zal worden gebruikt. Verder maakt deze verbinding ook in de huidige situatie het netwerk robuuster om in geval van stremmingen, calamiteiten en evenementen te kunnen uitwijken en om naar de haven en het strand door te kunnen rijden.
Op dit moment zijn er verder geen veranderingen in het lijnennet tot 2023 te verwachten. In de referentiesituatie (MER Scheveningen-Haven) wordt uitgegaan van dezelfde OV-bediening als in de huidige situatie.
Sporen Doornstraat
De sporen op de Doornstraat zijn naar aanleiding van de reactie van de HTM op de verbeelding
opgenomen. Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde rechtstreeks ten behoeve van de geleiding,
beveiliging en regeling van het verkeer is een maximale bouwhoogte van 15 meter opgenomen.
Tramverbinding Norfolkterrein
Voor de tramverbinding met het Norfolkterrein is een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan
opgenomen. Dat wil zeggen dat burgemeester en wethouders na het in werking treden van het
bestemmingsplan de bestemmingen kunnen wijzigen zodat de tramverbinding mogelijk wordt gemaakt.
De wijzigingsbevoegdheid is begrensd door een op de verbeelding aangegeven gebied en de daarbij
behorende wijzigingsregels.