direct naar inhoud van 4.8 Geur
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-51VA

4.8 Geur

Er is geïnventariseerd of in de omgeving van de te realiseren gevoelige bestemmingen bedrijven aanwezig zijn die kunnen leiden tot geurhinder. Uit deze inventarisatie blijkt dat ter plaatse van de afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust (AWZI) voor twee bronnen sprake is van geuremissie. Het betreft:

  • de nabezinktanks op het terrein van de inrichting;
  • de schoorsteen, die zich in de duinen op ongeveer 2 km afstand van de inrichting bevindt.

De bij deze bronnen behorende geurcontouren hebben geen invloed op de te realiseren en bestaande gevoelige functies.

Het ingenieursbureau van de gemeente Den Haag heeft nader onderzoek uitgevoerd naar de geuremissie door de visrokerijen die op het Noordelijk Havenhoofd gevestigd zullen worden en de geuremissie door de afgemeerde staandwantvisserijvloot. Dit onderzoek is als bijlage aan de toelichting van het bestemmingsplan gevoegd (Bijlage 15 Ruimtelijke inpasbaarheid bedrijvigheid).

Uit dit onderzoek volgt dat door de visrokerijen op het Noordelijk Havenhoofd sprake zal zijn van een acceptabel geurhinderniveau. Om een acceptabel geurhinderniveau door het uitwasemen van de staandwantvisserij te waarborgen, dient deze vloot gedurende het uitwasemen in een beperkt gedeelte van het havengebied afgemeerd te worden. Van deze beperking kan worden afgeweken als succesvol gebruik gemaakt kan worden van het momenteel in onderzoek zijnde geuremissiebeperkende middel. In ofwel de havenverordening ofwel de planregels voor de bestemming Water, zal hiervoor een (nadere eisen)regeling worden opgenomen. In paragraaf 4.6.3 is nader ingegaan op deze nadere eisen-regeling.