Artikel 48 Algemene wijzigingsregels
48.1 wro-zone - wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in een gemengde bestemming en de bestemming Verkeer – Verblijfsstraat, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. binnen het wijzigingsgebied mag het volgende programma worden gerealiseerd:
-
1. maximaal 4.000 m2 brutovloeroppervlakte ten behoeve van een museum en de functie cultuur en onspanning;
-
2. maximaal 750 m2 brutovloeroppervlakte ten behoeve van horeca;
-
3. maximaal 140 m2 voor een clubgebouw van de jachthaven;
-
4. maximaal 2300 m2 bebouwing en 3600 m2 buitenruimte ten behoeve van Rijkswaterstaat;
-
5. de buitenruimte ten behoeve van Rijkswaterstaat bestaat uit ruimte voor laden en lossen van schepen van Rijkswaterstaat en de opslag van materiaal op het buitenterrein;
-
b. de maximale bouwhoogte bedraagt 33 meter + NAP;
-
c. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
d. de wijziging mag niet leiden tot belemmering van de uitvoering van wettelijke taken ten behoeve van rijkswaterstaat;
-
e. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid moet uit onderzoek blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie;
-
f. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna.
48.2 wro-zone - wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Wonen, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de maximale bouwhoogte bedraagt 22 meter + NAP;
-
b. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
c. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
-
d. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid moet uit onderzoek blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie;
-
e. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient een procedure hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder te worden doorlopen.
48.3 wro-zone - wijzigingsgebied 3
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 3', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Gemengd -4, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. de maximale bouwhoogte bedraagt 25 meter + NAP;
-
b. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
c. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
-
d. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid moet uit onderzoek blijken dat de kwaliteit van de bodem op de bouwlocatie geschikt is voor het bedoelde gebruik van die locatie;
-
e. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient een procedure hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder te worden doorlopen.
48.4 wro-zone - wijzigingsgebied 4
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 4', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in de bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg met de aanduiding 'openbaar vervoer', een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid kan pas eerst plaatsvinden op het moment dat de juridischplanologische procedure wordt opgestart ten behoeve van de inpassing van het tramtracé op het bestaande tramnetwerk;
-
b. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient te resulteren in een verkeersveilige inpassing van het tracé;
-
c. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient, indien van toepassing, een procedure hogere grenswaarde in het kader van de Wet geluidhinder te worden doorlopen;
-
d. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient onderzoek naar trillingshinder te worden gedaan en worden de daaruit voortvloeiende maatregelen uitgevoerd;
-
e. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
f. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna.
48.5 wro-zone - wijzigingsgebied 5
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 5', met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening te wijzigen in een gemengde bestemming waarbij tevens de functies recreatiewoningen, horeca in de categorie zwaar en sportvoorzieningen zijn toegestaan, een en ander met inachtneming van de volgende regels:
-
a. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van recreatiewoningen bedraagt maximaal 8000 m2
-
b. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van sportvoorzieningen bedraagt maximaal 3000 m2;
-
c. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van horeca in de categorieën licht en middelzwaar bedraagt maximaal 700 m2;
-
d. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van horeca in de categorie zwaar bedraagt maximaal 1000 m2;
-
e. de toegevoegde functies kunnen worden gerealiseerd boven de parkeergarage (GD-6), de bestaande bedrijfsruimte (B-1) en de bestaande horecavoorziening (H-2);
-
f. de maximale bouwhoogte bedraagt maximaal 40 meter + NAP;
-
g. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient uit onderzoek te blijken dat voldaan wordt aan de Haagse bezonningsnorm;
-
h. voorzover de wijzigingsbevoegdheid ziet op het wijzigen van de bestemming Groen dient daarover vooraf overeenstemming te worden bereikt met de waterbeheerder;
-
i. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen;
-
j. toepassing van de wijzigingsbevoegdheid mag niet resulteren in een onevenredige aantasting van de zich daar bevindende flora en fauna;
48.6 Wijzigen Waarde - archeologie
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in art. 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de van dit plan deel uitmakende gronden met de dubbelbestemming 'Waarde -
Archeologie' te wijzigen door middel van het laten vervallen van deze dubbelbestemming indien door middel van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken gronden geen archeologische waarden of verwachtingen (meer) aanwezig zijn.
48.7 Wijzigen Waterstaat - Waterkering
Burgemeester en wethouders zijn, indien de leggerwijziging daartoe aanleiding geeft, bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het van dit plan deel uitmakende geometrisch bepaalde vlak met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' te wijzigen door middel van het laten vervallen van deze dubbelbestemming onder de voorwaarde dat:
-
a. de waterbeheerder hieromtrent vooraf schriftelijke instemming verleend;
-
b. de nieuwe begrenzing van de dubbelbestemming aansluit op de landinwaartse begrenzing van het kustfundament als bedoeld in het "Besluit algemene regels ruimtelijke ordening”.