Scheveningen Haven

Artikel 38 Verkeer - Voorlopig 1

38.1 Bestemmingsomschrijving Verkeer - Voorlopig 1

38.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden zijn bestemd overeenkomstig het bepaalde in artikel 31.

38.1.2 Bouwregels

Op de voor 'Verkeer - Voorlopig 1' aangewezen gronden zijn de bouwregels zoals opgenomen in artikel 31 van toepassing.

38.2 Geldigheidstermijn voorlopige bestemming

De voorlopige bestemming als bedoeld in het eerste lid geldt tot en met 31 december 2015.

38.3 Definitieve bestemming

38.3.1 Bestemmingsomschrijving

De op grond van artikel 3.2 van de Wet op de ruimtelijke ordening van dit plan deel uitmakende gronden met de voorlopige bestemming 'Verkeer' zijn na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 38.2 bestemd voor:

• a. dagrecreatie, waaronder begrepen recreatief sportief en educatief medegebruik ten behoeve van recreatie en sport;
• b. een beachstadion

één en ander met inachtneming van het bepaalde in het derde lid en met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, strand, duinen, water en overige voorzieningen, zoals vluchtwegen ten behoeve van hulpdiensten als de reddingsbrigade.

38.3.2 Bouwregels

38.3.2.1 Beachstadion

Voor het bouwen van een beachstadion met bijbehorende voorzieningen geldt dat:

• a. het bruto vloeroppervlak mag niet meer bedragen dan 4200 m²;
• b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m boven peil.

38.3.2.2 Gebouwen ten behoeve van de ondersteuning van sport- en spelvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van ondersteuning van sport- en spelvoorzieningen geldt dat:

• a. het bruto vloeroppervlak mag per voorziening niet meer bedragen dan 100 m2;
• b. het totale bruto vloeroppervlak mag voor alle voorzieningen gezamenlijk niet meer bedragen dan 1000 m2;
• c. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 3,6 m.

38.3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen.

38.3.3 Specifieke gebruiksregels

Vluchtwegen ten behoeve van de voertuigen van hulpdiensten, zoals op de verbeelding aangeduid, dienen vrij van bebouwing en obstakels te zijn en een minimale breedte te hebben van 8 m.