direct naar inhoud van 4.5 Geluid
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-50VA

4.5 Geluid

De Wet geluidhinder (Wgh) stelt eisen met betrekking tot de geluidbelasting van geluidsgevoelige objecten - bijvoorbeeld woningen - door drie verschillende (geluid)bronsoorten: industrie, spoorwegverkeer en wegverkeer.

  • Industrielawaai: Het plangebied bevat een gezoneerd industrieterrein.
  • Spoorweglawaai: In of nabij het plangebied zijn geen spoorverbindingen aanwezig.
  • Wegverkeerslawaai: In of nabij het plangebied zijn verkeerswegen en geluidsgevoelige functies

aanwezig.


Industrielawaai
Huidige situatie

Het bedrijventerrein Scheveningen Haven is een op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein. Bij de vaststelling van het voorheen geldende bestemmingsplan is de aanwezigheid van een inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken niet uitgesloten. Daarom zijn bij dat besluit, overeenkomstig de geldende voorschriften van de Wet geluidhinder, de grenzen van het industrieterrein alsmede een (geluid)zone rondom het industrieterrein vastgesteld.

Een gezoneerd industrieterrein biedt extra ruimte aan bedrijven op het gebied van geluid. Alle bedrijven gezamenlijk binnen het terrein mogen op de grens van de geluidzone – industrie een bepaalde geluidsbelasting veroorzaken. Hierbij worden zowel de bijdragen van de schepen, de activiteiten op de kade en installaties in en op de bebouwing in beschouwing genomen.

Om te voorkomen dat bedrijven, die ten tijde van de vaststelling van de zone al waren gevestigd op het industrieterrein, zich vanwege de omliggende woonbebouwing niet meer konden ontwikkelen, zijn destijds maatwerkvoorschriften opgesteld. Daarbij is voor de meeste bedrijven een uitbreidingsruimte van 3 dB(A) is opgenomen. Voor enkele bedrijven, die dichter bij bestaande woningen waren gelegen, zijn uitbreidings-ruimten van 2 of 1 dB(A) opgenomen.

De geluidzone industrie ligt om het gezoneerd industrieterrein heen. Binnen deze zone gelden voor bestaande en nieuwe geluidgevoelige bestemmingen specifieke voorschriften met betrekking tot het geluid afkomstig van het industrieterrein. Zo is het mogelijk om onder voorwaarden voor geluidgevoelige functies ontheffing van de Wet geluidhinder voor industrielawaai te verlenen. Dat wil zeggen dat bij die functies een bepaalde mate van overlast moet worden geaccepteerd.

Ontwikkelingen

De scheepshelling, waar metalen schepen langer dan 25 meter konden worden gerepareerd en onderhouden, was zo'n inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken. Deze scheepshelling is thans echter niet meer in het gebied aanwezig. Omdat het wenselijk is de mogelijkheid te hebben om metalen schepen van 25 meter of langer te kunnen onderhouden in het havengebied, wordt bij het nieuw vast te stellen bestemmingsplan opnieuw de mogelijkheid van het vestigen van een inrichting die in belangrijke mate geluidhinder kan veroorzaken niet uitgesloten.

De Norfolkline was prominent aanwezig in het zuid-westelijke deel van het havengebied. Het was gelegen op het gezoneerde industrieterrein en de geluidbelasting van het bedrijf op de gevels van de omliggende woningen was aanzienlijk. Thans is dit bedrijf niet meer in dit gebied gevestigd.

Nieuwe situatie

Het vertrek van de Norfolkline biedt ruimte voor andere ontwikkelingen, waaronder woningbouw.

Teneinde woningbouw op het terrein waarop vroeger de Norfolkline was gevestigd mogelijk te maken, wordt thans het industrieterrein verkleind en wordt eveneens de (geluid)zone aan die zijde van het gebied aangepast.

De wijzigingen van de grenzen van het industrieterrein betreft dus met name het zuid-westelijke deel. De wijziging van de zonegrens betreft naast het zuid-westelijke deel ook een kleine aanpassing aan de zee-zijde (noordelijk havenhoofd). In onderstaande figuren zijn zowel het oude industrieterrein met bijbehorende zone als het nieuwe industrieterrein met bijbehorende nieuwe zone weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-50VA_0025.jpg"

Vigerende grens van het industrieterrein (rode lijn) met omliggende zone (blauwe lijn)

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-50VA_0026.png"

Nieuwe grens van het industrieterrein (rode lijn) met omliggende (nieuwe) zone (blauwe lijn). In groen is de 50 dB(A)-contour weergegeven.

Door de aanpassing van het industrieterrein en de zone wordt de beschikbare ontwikkelruimte voor de bestaande bedrijven op het nieuw vast te stellen industrieterrein niet aangetast.

Net als in de huidige situatie hebben de meeste  bedrijven een uitbreidingsruimte van 3 dB (milieugebruiksruimte). Hierin is ten opzichte van de huidige (vigerende) situatie geen verandering opgetreden. In het kader van het nieuw vast te stellen bestemmingsplan zullen wederom maatwerkvoorschriften worden opgelegd teneinde deze milieugebruiksruimte te borgen.

Voor bedrijven die voorheen op het industrieterrein lagen en na vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan niet meer, zullen indien nodig maatwerkvoorschriften worden opgesteld, waarbij wederom rekening zal worden gehouden met de benodigde groeimogelijkheden van deze bedrijven (zie tevens paragraaf 4.6; milieuzonering).

Ten opzichte van het voorheen geldende bestemmingsplan worden, onder meer door wijzigingen in de wetgeving, nu meer mogelijkheden geboden voor een combinatie van wonen en bedrijvigheid. Dit wordt bereikt door toepassing van de in de Wet geluidhinder opgenomen zeehavennorm (deze norm biedt voor nieuw te ontwikkelen woningen binnen het invloedsgebied van de haven de mogelijkheid om een maximaal 5 dB hogere norm toe te passen) en het in diezelfde wet opgenomen instrument 'redelijke sommatie'.

Zeehavennorm

Bij het vaststellen van hogere waarden voor nieuw te bouwen woningen in de zone van een industrieterrein met activiteiten die zeehavengebonden zijn en die noodzakelijkerwijs in de open lucht plaatsvinden, kan voor woningen waarvan de geluidbelasting (industrielawaai) in hoofdzaak wordt bepaald door die activiteiten, een waarde worden vastgesteld van ten hoogste 60 dB(A). Achterliggende gedachte daarbij is dat voor die activiteiten een effectieve bronbestrijding niet goed mogelijk is.

Op Scheveningen Haven is sprake van dergelijke omstandigheden, zodat voor dit soort woningen bij het vaststellen van een hogere waarde gebruikt gemaakt wordt van deze zogeheten zeehavennorm.

Redelijke sommatie

In het tweede tot en met vierde lid van artikel 2.3 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 is de toepassing van het concept van de redelijke sommatie bij gezoneerde industrieterreinen geregeld. Bij redelijke sommatie wordt rekening gehouden met het effect dat de cumulatieve geluidbelasting van bedrijven gemiddeld gezien lager is dan in rekenmodellen wordt bepaald. Anders gezegd: niet alle geluidbronnen van alle bedrijven produceren tegelijkertijd geluid. Onder bepaalde voorwaarden mag dan een correctie (aftrek) worden toegepast van maximaal 3 dB op de berekende geluidbelasting.

Uit onderzoek (Bijlage 9 Achtergrondrapport geluid industrielawaai) is gebleken dat voor de situatie op het gezoneerde industrieterrein Scheveningen Haven 1 dB aftrek op de berekende geluidbelasting kan worden toegepast als gevolg van redelijke sommatie. Deze aftrek past binnen de gewenste optimale akoestische en ruimtelijke indeling op en rond het industrieterrein. De aftrek van 1 dB wordt toegepast op de berekende waarden voordat getoetst wordt aan grenswaarden of een hogere waarde wordt verleend.

Door het toepassen van zowel de zeehavennorm als de redelijke sommatie ontstaan niet alleen extra mogelijkheden voor woningbouw, maar ook ontstaat extra geluidruimte voor bedrijven. Deze extra geluidruimte zal worden betrokken bij de nog op te leggen maatwerkvoorschriften voor de bestaande bedrijven, daarbij rekening houdend met de benodigde ruimte voor toekomstige bedrijfsontwikkelingen.

Voor de realisatie van de nieuwe woningen in het gebied, zowel op het voormalige terrein van de Norfolkline als in Havenkwartier -noord, worden, met gebruikmaking van de zeehavennorm en de redelijke sommatie, hogere waarden Wet geluidhinder vastgesteld tot een maximum van 60 dB. Hiermee is woningbouw mogelijk zonder dat de bestaande bedrijven in hun bedrijfsvoering worden beperkt. Bij het bepalen van deze hogere waarden is uitgegaan van de situatie dat er (nog) geen walstroom aanwezig is voor de grote zeeschepen in de 1e en 3e haven.

Een extra mogelijkheid voor woningbouw betreft, naast de bovengenoemde nieuwbouwontwikkelingen, bijvoorbeeld het bestaande Nautisch Centrum. Op deze locatie zijn thans hotel-appartementen (geen officiële woonbestemming) aanwezig. Uit het vermelde akoestische onderzoek blijkt dat met het aangepaste industrieterrein op deze plek de Wet geluidhinder woningbouw niet in de weg staat en dat de bestemming wonen de bestaande bedrijvigheid in de haven of de ontwikkeling daarvan niet relevant belemmert.

Vanwege de aanpassing van de zone worden ook voor bestaande woningen in het plangebied, met gebruikmaking van de redelijke sommatie, hogere waarden Wet geluidhinder vastgesteld.


Wegverkeerslawaai
Wegen met een maximum snelheid van 50 km/u of hoger hebben op grond van de Wet geluidhinder een zone. De geluidbelasting als gevolg van deze wegen moeten bij nieuw te bouwen woningen of appartementen binnen deze zones worden getoetst aan grenswaarden. Bij de aanleg van een nieuwe weg moet de geluidbelasting bij bestaande woningen worden getoetst aan grenswaarden. Eventueel kunnen onder voorwaarden hogere (grens)waarden worden verleend. De Wgh schrijft voor dat hogere grenswaarden per geluidsbron (per weg) worden verleend. Als een woning binnen meerdere geluidszones (van verschillende bronsoorten) ligt, dan moet op grond van de Wet geluidhinder de gecumuleerde waarde van alle bronsoorten worden bepaald. De gecumuleerde waarde is voor de Wgh van belang om te kunnen vaststellen of deze niet leidt tot een onaanvaardbaar geluidniveau, zodat geluidreducerende maatregelen nodig zijn. Verder wordt de gecumuleerde waarde gebruikt bij het bepalen van de geluidwerende eigenschappen van de gevel volgens het Bouwbesluit en de daarin opgenomen eis ten aanzien van het binnenniveau.

Voor het nieuwe bestemmingsplan Scheveningen Haven is een geluidonderzoek uitgevoerd om te bepalen of de nieuw te bouwen woningen en de nieuwe weg volgens de bepalingen van de Wet geluidhinder kunnen worden gerealiseerd (Bijlage 10 Achtergrondrapport geluid wegverkeerslawaai en Bijlage 11 Achtergrondrapport geluid rotonde Zeesluisweg - Westduinweg - Duinstraat).

Voor wegen met een maximumsnelheid van 30 km/u geldt geen zoneringsplicht Wgh. Voor de woningen en geluidgevoelige bestemmingen langs deze wegen is er geen wettelijk toetsingskader en zijn er geen grenswaarden. Omdat er niettemin niet mag worden voorbijgegaan aan de mogelijk optredende geluidhinder langs deze wegen, zijn ook deze wegen met een maximum snelheid van 30 km/u in het geluidonderzoek betrokken.

Voor alle nieuwe situaties (aanleg nieuwe weg en nieuwe woningen) zijn de geluidbelastingen op de gevel zodanig dat hogere grenswaarden moeten worden verleend. Op de nieuw aan te leggen Houtrustweg zal als maatregel stil asfalt worden aangebracht, evenals op de nieuw aan te leggen rotonde bij de kruising Westduinweg/Zeesluisweg en het daarop aansluitende gedeelte van de Zeesluisweg. Overige maatregelen ter vermindering van de geluidbelasting (toepassen van geluidschermen of stil asfalt) is niet toereikend/effectief en stuiten op bezwaren van financiële en stedenbouwkundige aard.

Ter beoordeling of sprake is van ontoelaatbare geluidhinder is de gecumuleerde geluidbelasting van alle wegen (inclusief het scheepvaartverkeer) en het industrielawaai bepaald. In geen van de gevallen was de gecumuleerde geluidbelasting dermate hoog dat maatregelen noodzakelijk waren.

Voor de nieuwe situaties (nieuwe weg en nieuwe woningen) worden dan ook hogere grenswaarden verleend.


Onderzoeken en ontheffingen
Gelijktijdig met de procedure voor het bestemmingsplan wordt een procedure voor de benodigde ontheffingen (hogere grenswaarden) van de Wet geluidhinder doorlopen. Deze ontheffingen zijn voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan verleend.

Op bouwplanniveau wordt aan de hand van de vastgestelde hogere waarden getoetst of wordt voldaan aan het gemeentelijk hogere waarden-beleid. Dit houdt in dat onder andere getoetst wordt of bij een bouwplan de woningen, waarvoor hogere waarden zijn verleend, zijn voorzien van een geluidluwe zijde. Overeenkomstig het hogere waarden-beleid kan onder voorwaarden van deze eis worden afgeweken. Gelet op de akoestisch lastige situatie om woningbouw en bedrijvigheid optimaal te combineren, kan niet worden uitgesloten dat voor sommige woningen voor wat betreft dit aspect zal worden afgeweken van het hogere waarden-beleid (bijvoorbeeld voor de realisatie van woningen aan de Derde Haven).