direct naar inhoud van Artikel 15 Gemengd - 6
Plan: Scheveningen Haven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0253DSchevHaven-50VA

Artikel 15 Gemengd - 6

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 6' aangewezen gronden zijn ter plaatse van de aanduiding:

  • a. ‘parkeergarage’ bestemd voor:
    • 1. een gebouwde parkeervoorziening;
    • 2. bedrijven behorend tot de categorieën A en B van de bijgevoegde Staat van bedrijven bij functiemenging zoals opgenomen in bijlage 4 boven de gebouwde parkeervoorziening;
    • 3. culturele voorzieningen boven de gebouwde parkeervoorziening;
    • 4. niet-dagelijkse detailhandel boven de gebouwde parkeervoorziening;
    • 5. horeca in de categorieën licht en middelzwaar boven de gebouwde parkeervoorziening;
    • 6. sportvoorzieningen boven de gebouwde parkeervoorziening;
    • 7. een aan de bedrijven gerelateerde recreatie-inrichting, zoals nader omschreven in het vierde lid, boven de gebouwde parkeervoorziening;
  • b. ‘bedrijf tot en met categorie 4’ bestemd voor:
    • 1. bedrijven behorend tot de categorie 1 tot en met 4 uit de Staat van bedrijven op Bedrijventerreinen, zoals opgenomen in Bijlage 3, uitsluitend op de begane grond;
    • 2. recreatiewoningen, uitsluitend op de verdiepingen vanaf 20 meter boven NAP;
    • 3. een aan de bedrijven gerelateerde recreatie-inrichting, zoals nader omschreven in het vierde lid;
  • c. ‘horeca tot en met horecacategorie 2’ bestemd voor:
    • 1. horeca in de categorieën licht en middelzwaar tot 20 meter boven NAP;
    • 2. recreatiewoningen, uitsluitend op de verdiepingen vanaf 20 meter boven NAP,

één en ander met inachtneming van het bepaalde in het derde lid en met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen te worden gebouwd binnen het daartoe op de verbeelding aangegeven bestemmingsvlak;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is aangegeven, waarbij geldt dat indien op de verbeelding een maximale bouwhoogte van 35 danwel 42 meter boven NAP is opgenomen uitsluitend gebouwen mogen worden gerealiseerd indien wordt aangetoond dat aan de Haagse bezonningsnorm wordt voldaan;
  • c. in uitzondering op het gestelde onder b is een bouwhoogte van 42 meter boven NAP slechts toegestaan voor maximaal 70% van de lengte van het betreffende maatvoeringsvlak (evenwijdig gelegen aan de Visafslagweg), waarbij geldt dat:
    • 1. de bebouwing uit minimaal 2 hoogteaccenten van maximaal 42 meter boven NAP dient te bestaan;
    • 2. de bouwhoogte van het overig deel van het maatvoeringsvlak niet meer dan 21 meter boven NAP mag bedragen;
    • 3. de ruimte tussen de hoogteaccenten minimaal 30% van de lengte van het resterende deel van het maatvoeringsvlak dient te bedragen;
    • 4. bij het bepalen van de in dit lid genoemde percentages wordt gemeten over de volledige diepte van het maatvoeringsvlak, waarbij geldt dat als een gedeelte van de diepte van het maatvoeringsvlak is bebouwd met een hogere bouwhoogte dan 21 meter dit betreffende gedeelte volledig meetelt bij het in de aanhef bedoelde percentage.
  • d. ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’ mogen gebouwde parkeervoorzieningen worden gerealiseerd bestaande uit maximaal drie bouwlagen boven peil;
  • e. voor de functies recreatiewoningen en de aan de bedrijven gerelateerde recreatie-inrichting dient de hoofdentree aan de zijde van de boulevard te zijn gelegen.
15.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de hoogte hiervan niet meer mag bedragen dan 4 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. artikel 15 lid 2 onder 1 sub c voor een maximale lengte van 80% van het betreffende maatvoeringsvlak (evenwijdig gelegen aan de Visafslagweg);
  • b. artikel 15 lid 2 onder 1 sub c voor een minimale ruimte tussen de hoogteaccenten van 20% van de lengte van het resterende deel van het maatvoeringsvlak;
  • c. artikel 44 lid 2 mits de overschrijding niet meer dan 5 meter bedraagt.
15.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van bedrijven bedraagt niet meer dan 1880 m2;
  • b. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van culturele voorzieningen bedraagt maximaal 1800 m2;
  • c. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van detailhandel bedraagt maximaal 1100 m2;
  • d. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van horeca ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’ bedraagt maximaal 700 m2;
  • e. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van recreatiewoningen bedraagt maximaal 8000 m2;
  • f. het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van sportvoorzieningen bedraagt maximaal 3000 m2;
  • g. de aan de bedrijven gerelateerde recreatie-inrichting mag een educatieve functie, een bijeenkomstfunctie, bijbehorende ondergeschikte horeca in de categorie licht en middelzwaar en ondergeschikte detailhandel bevatten.
  • h. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met categorie 4’ zijn aanvullend de volgende gebruiksregels van toepassing:
    • 1. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
    • 2. detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen.
    • 3. ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak van een bedrijf mag worden benut ten behoeve van kantorenbehorende bij dit bedrijf, zulks met een maximum van 1.000 m2;
    • 4. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan indien de plaatsgebonden risico-contour binnen de inrichtingsgrens valt.
15.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het eerste lid onder a en b:

  • a. opdat daar niet genoemde bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met de wel in het eerste lid onder a genoemde bedrijven;
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot een hogere milieucategorie dan ter plaatse is toegestaan, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit de toegelaten milieucategorie;
  • c. het eerste lid onder c voor horeca in de categorie zwaar, nadat advies is ingewonnen van de toetsingscommissie horeca, waarbij geldt dat het totale bruto-vloeroppervlak ten behoeve van horeca in de categorie zwaar maximaal 1000 m2 mag bedragen.