direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd 1
Plan: Spuikwartier 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0247ESpuikwartr-50VA

Artikel 3 Gemengd 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuur en ontspanning, uitsluitend op de begane grond;
  • b. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • c. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • d. horeca tot en met de categorie middelzwaar, uitsluitend op de begane grond;
  • e. kantoor;
  • f. sport, uitsluitend op de begane grond;
  • g. welzijnsvoorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • h. wonen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' (os) op de plankaart tevens voor een ontsluiting;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, al dan niet gebouwde parkeervoorzieningen, ondergrondse parkeervoorzieningen tot twee lagen en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het aangegeven bebouwingsvlak.
  • b. de goot- en of bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • c. er dient met uitzondering van nissen en inkepingen aan de voorzijde te worden gebouwd in de aangegeven bebouwingsgrenzen.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' [ond] op de plankaart dient een onderdoorgang ter breedte van de aanduiding in stand te worden gehouden en mag geen bebouwing worden opgericht tot de onderkant van de vloer van de eerste verdieping.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen, voor zover deze zich voor de voorgevel bevinden, niet meer dan 1,50 m bedragen.
3.3 Nadere regels

Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen ten aanzien van de situering en/of vormgeving van gebouwen, met name ten aanzien van hierdoor optredende gevolgen voor wat betreft de bezonning en windhinder, alsmede in verband met de uitwerking ervan op de historische binnenstad.

3.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken toestaan van het bepaalde in lid 3.2.1, onder c ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten en dergelijke tot een maximum hoogte van 1,5 m.

3.5 Specifieke gebruiksregels

In uitzondering op het gestelde in lid 1 ten aanzien van de functies genoemd onder a, b, c, d, f en g zijn deze functies ook op de verdiepingen toegestaan indien deze functies ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan al op de verdiepingen aanwezig waren.