direct naar inhoud van 3.2 Ruimtelijk beleid
Plan: Scheveningen Badplaats
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0240DSchevBadpl-50VA

3.2 Ruimtelijk beleid

3.2.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Ministerie van Infrastructuur en Ruimte van kracht geworden. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De visie schetst de doelen, belangen en opgaven van het Rijk tot 2028 en de ambities tot 2040. Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk over te laten aan gemeenten en provincies (decentraal, tenzij), minder nationale belangen te benoemen, en eenvoudigere regelgeving toe te passen. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie raakt geen van de belangen die in het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats worden afgewogen.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De Wet ruimtelijke ordening geeft aan de regering de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AmvB) regels te geven waarmee gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moeten houden. Het gaat daarbij niet alleen om procedureregels maar ook om de inhoud van bestemmingsplannen.

Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden (Stb. 2011, 391). Bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen maar ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) moeten gemeenten rekening houden met het Barro.

Een aantal projecten dat de regering van Rijksbelang vindt, wordt met het Barro dwingend geborgd in bestemmingsplannen of in andere ruimtelijke plannen van lagere overheden. De projecten worden benoemd en middels digitale kaarten ingekaderd. Per project worden regels gegeven waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.

Voor Den Haag zijn de binnen de gemeente gelegen militaire terreinen met de daarbij behorende zend- en ontvangstinstallaties, en het Kustfundament van belang. Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats ligt binnen het in het Barro aangewezen kustfundament. De daarbij behorende regeling is geborgd met de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering.

3.2.2 Provinciaal beleid
3.2.2.1 Provinciale structuurvisie

In de Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten via de Provinciale Verordening regels stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen.

De provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de provinciale "Verordening Ruimte" zijn op 2 juli 2010 vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent met de Functiekaart en Kwaliteitskaart. Zij ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting. Deze aanpak sluit aan bij de nieuwe stijl van besturen: 'Lokaal wat kan, provinciaal wat moet.'

Scheveningen Badplaats is op de bij de Structuurvisie behorende kwaliteitskaart aangemerkt als toeristisch centrum en maakt onderdeel uit van het hoogstedelijk (centrum)gebied.

3.2.2.2 Verordening Ruimte


In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De Verordening Ruimte voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau. De nota stelt onder meer voorwaarden aan de hoeveelheid kantoren, bedrijfsruimten en detailhandel. Zie hiervoor paragraaf 3.3.4 Economie.

Conform Artikel 10 van de Verordening Ruimte worden de primaire en regionale waterkeringen (kaart 8 van de Verordening) als zodanig bestemd en worden in de bestemming regels opgenomen voor onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van die keringen.

3.2.3 Regionaal beleid

Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor:

  • de ruimtelijke ontwikkeling van Haaglanden
  • het kader voor het regionale beleid op het gebied van milieu, groen, mobiliteit, wonen en economie;
  • lokale plannen, zoals bestemmingsplannen.

Het RSP kijkt naar 2020 (en soms 2030) en omvat de grote lijnen voor de ambities en ontwikkelingen op verschillende terreinen.

Het internationale economische profiel van de regio rust op enkele pijlers, waaronder de kust, historische binnensteden, trekkers als musea, attractieparken, theaters, congressen en festivals, de grote rijkdom aan horeca.

Voor Den Haag hebben vooral de volgende regionale prioriteiten hun doorwerking gekregen.

  • het faciliteren van internationale bedrijven en instellingen in de Internationale Zone en in het bijzonder het World Forum in Den Haag;
  • intensief ruimtegebruik van stedelijke wijken.
  • Ontwikkeling van Haaglanden als toeristisch centrum.
     

De gemeentelijke programma's worden gemonitord en periodiek binnen Haaglanden op elkaar afgestemd. Dit geldt men name voor de beleidssectoren kantoren, bedrijventerreinen, leisurevoorzieningen en detailhandel.

Het bestemmingsplan Scheveningen Badplaats is in overeenstemming met het regionaal beleid zoals verwoord in het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020.

3.2.4 Gemeentelijk beleid
3.2.4.1 Wéreldstad aan Zee, Structuurvisie Den Haag 2020

Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.

De structuurvisie gaat uit van een lichte groei van het aantal inwoners (nu ca. 500.000) en een groei van het aantal arbeidsplaatsen in 2020. Dat betekent dat er ca. 40.000 woningen moeten worden toegevoegd in de bestaande stad, door verdichting. In de structuurvisie wordt de Wéreldstad aan Zee vorm gegeven door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan).

Scheveningen Badplaats maakt deel uit van het Ontwikkelingsgebied Scheveningen-Kust, dat op zijn beurt ligt binnen de Internationale kustzone. In het ontwikkelingsgebied bieden het vrijgekomen Norfolkterrein, Scheveningen-Haven en Scheveningen-Bad van Palacegebied tot Zwarte Pad de beste kansen voor de realisatie van het programma op hoofdlijnen voor dit gebied: toevoegen van 4.100 woningen, hoogwaardige badplaats-gerelateerde voorzieningen en verbetering van de infrastructuur.
De beleving en de toegankelijkheid van het strand en de zee vanuit de gebieden direct achter de eerste rij van bebouwing moet worden verbeterd.

Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis zijn in het Coalitieakkoord “Aan de slag” (d.d. 21-05-2010) en het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling (d.d. 14-09-2011) nadere prioriteiten gesteld.

Met het Investeringsprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2012 (IpSO) biedt de gemeente duidelijkheid in welke projecten wordt geïnvesteerd en welke ambities worden nagestreefd. Markpartijen kunnen hier rekening mee houden en op anticiperen met hun investeringen. Uiteraard is het doorgaan van ontwikkelingen van meerdere factoren afhankelijk (o.a. economische conjunctuur), maar doordat de gemeente vasthoudt aan de ingezette koers en helderheid biedt voor welke projecten middelen worden gereserveerd wordt enige mate van stabiliteit en zekerheid geboden.

Het merendeel van het woningbouwprogramma moet binnenstedelijk worden gerealiseerd. Het centrumstedelijk milieu biedt daartoe de beste kansen. Prioriteiten zijn Scheveningen Haven, het centrum en Laakhavens.

De ruimtelijke strategie van Den Haag steunt op twee pijlers: “De Wereld in Den Haag” en “Den Haag in de Wereld”. De Wereld in Den Haag gaat over het verstevigen en robuust maken van de basis of het fundament van de stad met goede leefmilieus om te wonen, werken, ondernemen, recreëren. Tegelijkertijd werkt Den Haag aan het uitbouwen van de top (Den Haag in de Wereld), met als vaandel Den Haag Internationale Stad van Vrede en Recht.

De komende jaren krijgen de gebiedsontwikkelingen op de centrale as Scheveningen-Haven, Internationale Zone en Centrum prioriteit.

3.2.4.2 Masterplan


In de Nota van Uitgangspunten masterplan Scheveningen kust (vastgesteld op 14 februari 2008 ) is de ambitie van de Structuurvisie vertaald in een groot aantal uitgangspunten voor de kuststrook van Scheveningen. Scheveningen moet door een gevarieerde mix van wonen, werken en toeristische attracties aantrekkelijker worden voor bewoners en bezoekers. De uitgangspunten voor Scheveningen Badplaats zijn onder andere het verbeteren van de ruimtelijke relaties tussen kust en achterland en onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor extra woningbouwprogramma. Hierbij zullen ingrepen/toevoegingen plaats vinden binnen het bestaande bebouwde gebied; zoals bijvoorbeeld op de locatie van de huidige tramremise.

In januari 2010 heeft de gemeenteraad het Masterplan Scheveningen-kust vastgesteld (RIS168987). Gedwongen door de economische crisis heeft de gemeente later dat jaar besloten geen gemeentelijke bijdrage meer te leveren aan de ontwikkelingen in Bad en Dorp, maar initiatieven over te laten aan marktpartijen. De ambities zijn daarbij niet gewijzigd, wel de wijze van realiseren. Voor de Badplaats is er daarom geen stedenbouwkundig kader opgesteld als vervolg op het masterplan. De plannen voor de Haven gaan wel door, met een stedenbouwkundig kader als basis.

Medio 2013 is het project Zwakke Schakel Scheveningen opgeleverd. Daarmee is de kustverdediging bij o.a. de Keizerstraat weer op orde. Integraal met de kustversterking is een nieuwe boulevard tussen Scheveningen-Bad en de haven aangelegd.

Het Masterplan Scheveningen-kust beschrijft de gewenste ontwikkelingen voor Bad, Dorp en Haven. Het Masterplan geeft een algemeen beeld van Scheveningen-kust. Nieuwe initiatieven uit de markt voor -Bad en -Dorp zullen aan de randvoorwaarden van het Masterplan moeten voldoen. Het doel van het Masterplan is om Scheveningen-kust een nieuwe uitstraling te geven zodat het aantrekkelijk is om te wonen en werken, en waar bezoekers graag komen.

Bad, Dorp en Haven

Scheveningen bestaat uit drie kenmerkende gebieden: Scheveningen Bad, - Dorp en - Haven. Drie gebieden met elk hun eigen sfeer, uitstraling en kwaliteiten. Bad met zijn badgasten en de wereld van zee, strand en vermaak, het rustige karakter van het oude dorp en de stoere uitstraling van boten, watersport en de visserij rond de haven. Samen vormen zij het nieuwe Scheveningen, waarvoor de gemeente het Masterplan Scheveningen-kust heeft vastgesteld.

Belangrijke aandachtspunten die in het plan centraal staan zijn:

  • Bad moet vier seizoenen per jaar aantrekkelijk zijn voor Hagenaars en toeristen.
  • In Dorp ligt de nadruk op het behoud en bescherming van het oorspronkelijke karakter.
  • In de Haven gaat het om een goede combinatie van wonen, werken en voorzieningen door de herontwikkeling van het voormalige Norfolkterrein en het Noordelijk Havenhoofd.

In de toekomstige ontwikkeling van Scheveningen-Bad ligt de nadruk op twee aspecten. Ten eerste het kwalitatief versterken van het zeefront door het doortrekken van de nieuwe Boulevard en het opwaarderen van de Pier en de bebouwing aan de Boulevard. Ten tweede het verbeteren van de ruimtelijke samenhang en het verblijfsklimaat in de tweede lijn (Zwolsestraat, Gevers Deynootweg, Kurhausplein, Circusplein, Palaceplein).

3.2.4.3 Agenda voor de Haagse Verdichting

De 'Agenda voor de Haagse Verdichting' is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De agenda is een thematische uitwerking van de Structuurvisie en dient als leidraad voor de binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot 2020. Door middel van verdichting kan de bevolkingsgroei binnen het bestaande stedelijke gebied opgevangen worden. Daarnaast kan verdichting worden aangegrepen om de stedelijke kwaliteit van Den Haag te versterken.

De Haagse Verdichting houdt voor Scheveningen Badplaats in dat invulling wordt gegeven aan:

  • optoppen (dakopbouwen en minimaal vijf bouwlagen);
  • verruiming van mogelijkheden voor bouwen van aan- en bijgebouwen;
  • functiewijziging (ombouwen van kantoorgebouwen naar woningbouw);
  • dubbel grondgebruik.

Verdichting kan plaatsvinden door dakopbouwen op de bestaande woongebouwen toe te staan. Zodoende kunnen zittende bewoners gebonden worden aan de wijk en wordt een alternatief voor het verhuizen naar een andere wijk geboden. Een extra bouwlaag in de vorm van een dakopbouw levert een bijdrage aan de binnenstedelijke verdichtingsopgave door toevoeging van bouwvolume daar waar dat wenselijk, mogelijk en verantwoord is. In dit bestemmingsplan is een regeling voor dakopbouwen opgenomen. In Hoofdstuk 5 Planbeschrijving worden de totstandkoming van en de regeling zelf nader toegelicht.