Plan: | Seinpostduin 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0237DSeinpost1h-50VA |
Op 1 januari 2006 is de wijziging van de Wet bodembescherming (Wbb) in werking getreden. Vertrekpunt van de nieuwe Wbb is dat in het merendeel van de gevallen van bodemverontreiniging, de daadwerkelijke bodemsanering wordt meegenomen in de ontwikkeling danwel herontwikkeling van plangebied of projectlocatie.
De wettelijke doelstelling is voortaan functiegericht. Vroeger moesten alle functies van de bodem worden hersteld maar dit bleek in de praktijk lastig haalbaar. Hoge kosten en langdurige saneringen zorgden voor stagnatie. De gewijzigde wet houdt rekening met het gebruik van de bodem en de (im)mobiliteit van de verontreiniging. De volgende uitgangspunten overheersen:
Saneringsverplichtingen zijn gekoppeld aan ontoelaatbare risico's die samenhangen met het toekomstige gebruik van de bodem. De uitvoering van deze verplichte saneringen wordt een stuk flexibeler. Het is niet meer altijd nodig de hele locatie aan te pakken. Er kan ook sprake zijn van deelsaneringen of een gefaseerde aanpak. Wanneer economische of maatschappelijke omstandigheden rond de vervuilde locatie uitstel vragen, kunnen tijdelijke maatregelen worden genomen, op voorwaarde dat risico's voldoende worden beheerst. Bodemonderzoek zal eerst worden uitgevoerd in geval van (substantiële) uitbreiding van bestaande gebouwen dan wel bij bouwplannen voor nieuwbouw die al dan niet met dit bestemmingsplan in overeenstemming zijn.
Plangebied
Het plangebied is gelegen in de wijk Scheveningen. Het gebied omvat onder andere een deel van het oude vissersdorp dat al in de 14e eeuw aanwezig was. Het overige deel van het plangebied is vanaf 1870 aangelegd. Het plangebied wordt begrensd door de Scheveningseslag, de Zeekant, de Schuitenweg, de Wassenaarsestraat en de Gevers Deynootweg. Hier hoort ook een deel van het woonblok tussen de Gevers Deynootweg en de Dirk Hoogenraadstraat bij.
Op en in de direct omgeving van het plangebied hebben bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij ter plaatse van het plangebied om een werkplaats, een opslag van bedrijfsafval, een foto-atelier, een foto- en filmlaboratorium, een brandstoffendetailhandel, een brandstoffengroothandel, een schildersbedrijf, een autoreparatiebedrijf en benzine-service-stations. Verder zijn bij veel gebouwen ondergrondse huisbrandolietanks bekend. De meeste van deze tanks zijn reeds gesaneerd.
In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Binnen het plangebeid is er slechts één geval van ernstige bodemverontreiniging (hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume)) bekend en wel op de locatie Havenkade 1A / Gevers Deynootweg 1.
Niet alle verdachte deellocaties in het plangebied zijn voldoende onderzocht. Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden.
Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat de grond (0-2,0 m-maaiveld) in het plangebied gemiddeld niet verontreinigd is met zware metalen. Wel worden licht verhoogde gehalten met PAK (teerachtige stoffen) aangetroffen. In het gebied is grondverzet op basis van de bodemkwaliteitskaart alleen mogelijk met een bodemonderzoek conform de NEN-5740 of een partijkeuring.