direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen - 1
Plan: Rotterdamsebaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0235ZRotterdambn-50VA

Artikel 17 Wonen - 1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding: "tunnel" (tu) is een twee keer tweebaans verkeerstunnel toegestaan met bijbehorende, al dan niet beneden peil gelegen, gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde,

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen, groen, water, parkeergelegenheid en overige voorzieningen.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de functie aanduiding "tunnel" (tu) zijn ondergrondse gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen toegestaan;
  • b. woningen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gerealiseerd;
  • c. de goot- en/of bouwhoogte van woningen mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
  • d. van het gestelde onder b mag worden afgeweken ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw' ten behoeve van de realisatie van een dakopbouw van maximaal 3,5 meter hoog, gemeten vanaf het bestaande dakvlak.
  • e. aan- en bijgebouwen zijn buiten het op de plankaart aangegeven bouwvlak toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. aan-en bijgebouwen tenminste 3 m achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw moeten worden gesitueerd;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en bijgebouwen ten hoogste 40 m2 mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw of een aangebouw bijgebouw niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
    • 4. de bouwhoogte van een losstaand bijgebouw niet meer mag bedragen dan 3 m;
    • 5. In uitzondering op het gestelde onder sub 1 zijn bijgebouwen ook toegestaan voor het verlengde van de voorgevel, indien deze aanwezig waren op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van deze verordening en de omvang en situering ervan niet wordt veranderd.
17.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gerealiseerd;
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag, voor zover deze zich bevinden voor de voorgevel van het hoofdgebouw, niet meer dan 1 m bedragen;
  • c. de hoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen achter de voorgeven en het verlengde daarvan, mag niet meer bedragen dan 2 m.
  • d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen een hoogte hebben van 3 m.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bestemmingsplan voor:

  • a. het uitbreiden van de woning met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen aan de achtergevel zijn toegestaan mits de breedte van de aanbouw de breedte van de achtergevel niet overschrijdt en de diepte maximaal 3 m bedraagt, gemeten uit de achtergevelbouwgrens;
    • 2. aanbouwen aan de zijgevel zijn toegestaan met een breedte van maximaal 3 m gemeten uit de zijgevel, met een diepte van ten hoogste 3 m gemeten uit het verlengde van de achtergevelbouwgrens en de aanbouwen tenminste 3 m achter en evenwijdig aan het verlengde van de voorgevel van de woning zullen worden gebouwd;
    • 3. de goothoogte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de tweede verdieping van het hoofdgebouw;
  • b. het afwijken van artikel 17.2.1 sub d onder 2 voor het bouwen van een praktijkruimte met een maximumoppervlak van 50 m2;
  • c. het afwijken van artikel 17.2.1 sub d onder 2 voor het bouwen van maximaal één bijgebouw voor het houden van levende have, het kweken van planten of daarmee gelijk te stellen bouwwerken met dien verstande dat de oppervlakte van dit gebouw niet meer mag bedragen dan 1% van het bouwperceel met een maximum van 20 m2.