direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Florence Nightingale Park
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0222BFlorenceNP-51VA

4.8 Water

De Gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap Delfland willen een duurzaam, schoon, gezond en veilig Haags watersysteem realiseren. Vanuit de ruimtelijke visie Den Haag, Wereldstad aan zee en het milieubeleid komt daar het realiseren van een vitale en aantrekkelijke leefomgeving bij. De lange-termijn-doelstelling voor het Haagse waterbeleid luidt daarom als volgt:

Het realiseren van een duurzaam, schoon, veilig en gezond watersysteem, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke en veilige (leef)omgeving, waar bewoners, bedrijven en bezoekers van Den Haag op een bewuste manier mee omgaan.

Deze doelstelling is een voortzetting en uitbreiding van de doelstelling van het Waterplan 1998-2012, waarin schoon, helder water met een diversiteit aan planten en dieren centraal stond. Het watersysteem moet nadrukkelijk ook goed en veilig functioneren. De doelstelling is een brede vertaling van de algemene gemeentelijke ambitie richting een schoon, heel en veilig Den Haag.

De lange termijn doelstelling is onder te verdelen in vier beleidsdoelen:

  • 1. Duurzaam schoon en gezond water: het Haagse watersysteem is uiterlijk in 2027, (doeljaar voor de KRW), chemisch schoon en gezond én ecologisch robuust ingericht.
  • 2. Aantrekkelijk water: het Haagse watersysteem is zodanig ingericht dat de burgers en bezoekers van Den Haag de stad een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving vinden. De wateropgave wordt daarom in samenhang met andere maatschappelijke opgaven als ruimtelijke ordening, recreatie, cultuurhistorie en economie uitgewerkt.
  • 3. Veilig en beheerst water: veilige waterkeringen langs de kust en goed doorstroombare boezemkanalen houden overtollig water ’van de straat’. Er is voldoende bergingscapaciteit in zowel oppervlaktewater als riolering om wateroverlast in bijna alle gevallen te voorkomen.
  • 4. Bewust van Haags water: Haagse burgers waarderen het water in hun directe leefomgeving. Burgers en bezoekers van de stad weten welke bijdragen zij kunnen leveren aan het bereiken en in stand houden van een duurzaam schoon, gezond en veilig Haags watersysteem.

Deze beleidsdoelen zijn niet nieuw binnen het waterbeheer. Den Haag en het Hoogheemraadschap Delfland willen deze doelen nadrukkelijk koppelen aan duurzame oplossingen voor waterbeheer in de stedelijke omgeving.In een stad als Den Haag, met zijn beperkt beschikbare ruimte, is dat niet altijd eenvoudig. De beleidsdoelen zijn dan ook alleen te bereiken als alle wateropgaven in samenhang met (ruimtelijke) opgaven op andere beleidsterreinen worden opgepakt. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd over deze beleidsdoelen en de hierbij gemaakte afspraken verwerkt.

In het gebied spelen twee aspecten een rol:

  • 1. De ondergonds gelegen leidingen tussen de Veenendaalkade richting Kerketuinen - Zichtenburg en Lozerlaan en
  • 2. De open waterstructuur in de vorm van sloten en kanaaltjes met verbindingen naar het open waterstelsel in het omliggende gebied.
4.8.1 Waterhuishouding

Waterkwantiteit in het plangebied

In 2006 hebben het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Den Haag gezamenlijk de Waterberginsgvisie Den Haag vastgesteld. Hierin is aangegeven welke ruimtelijke en technische maatregelen er genomen moeten worden om het watersysteem in Den Haag op orde te brengen.

Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat ligt in de Eshofpolder (waterpeil NAP -1,75 m). Na maatregelen die afgesproken zijn in de Waterbergingsvisie is in de Eshofpolder een maximaal toelaatbare peilstijging van 60 cm mogelijk en is het thema waterkwantiteit voldoende onder controle. Binnen het plangebied behoeft daarom geen extra ruimte te worden gereserveerd voor waterberging. Wel wordt bij ontwikkelingen uitgegaan van de in de Waterbergingsvisie genoemde waterbergingsnorm van 325m3 per ha.

Waterkwaliteit in het plangebied

Uitgangspunt voor de waterkwaliteit is het Waterplan Den Haag 1998-2012 en het in voorbereiding zijnde uitvoeringsplan 2011-2016. Dit plan is een gezamenlijk plan van de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland. Het beschrijft hoe de komende jaren omgegaan zal worden met water in de stad.

Het rioleringsbeleid is vastgelegd in het “Gemeentelijk Rioleringsplan 2011-2015”. Werken aan waterkwaliteit betekent voor riolering dat meer rekening gehouden dient te worden met het voorkomen dat water vuil wordt, dan wel het scheiden van afvalwaterstromen aan de bron. Hierbij is het gebruik van voor het oppervlaktewater schadelijke stoffen zoals koper, zink en bitumineuze dakbedekking niet toegestaan.

Afkoppelen van hemelwater is een voorbeeld van een aanpak, waarmee zoveel mogelijk bij de bron wordt voorkomen dat water vuil wordt, dat water wordt vastgehouden op de plaats waar het valt en waarmee gemalen en zuiveringsinstallaties niet onnodig worden belast met het verwerken van schoon hemelwater.

De conclusie is dat het plan geen negatief effect heeft, omdat wordt voldaan aan het rioleringsbeleid. Verder is er voldoende capaciteit in het rioolstelsel voor de beperkte nieuwe ontwikkelingen die in het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Het zal niet leiden tot extra overstortingen vanuit de riolering op het oppervlaktewater.

In dit gedeelte van Den Haag is geen gescheiden rioolsysteem. Invoering van dit systeem is wel wenselijk. Bij nieuwbouw worden eisen gesteld aan de aanleg van de riolering. Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning moet in het gebouw wel een gescheiden systeem aangelegd worden tot 1.00 m. buiten de rooilijn. Indien de gemeente te zijner tijd overgaat tot het ontkoppelen van het gemengde systeem kan dit op een eenvoudige wijze ter plaatse gebeuren en hoeven er in het gebouw geen werkzaamheden plaats te vinden.

De waterkwaliteit aan de westzijde van het plangebied kan worden verbeterd door het regenwater van de bebouwing op het nieuw te graven oppervlaktewater te lozen. Dit verbetert de doorstroming van het gebied.

Veiligheid en waterkering

Bij het onderwerp veiligheid/waterkering is de vraag of de locatie ligt in de kernzone of beschermingszone van een waterkering: een zeewering, boezemkade, polderkade of de landscheiding.

Aan de rand van het plangebied ligt langs het Eskampkanaal een boezemkade die vanaf de Veenendaalkade ‘onder’ de Leyweg door loopt. De kernzone van deze waterkering bedraagt 14,6 m en de beschermingszone bedraagt 15 m. De waterkering wordt als dubbelbestemming 'waterkering' opgenomen.

In het plangebied ligt een duiker welke onderdeel uit maakt van het boezemwater tussen de Escamplaan en de Leyweg. Ter weerszijden van deze duiker wordt een zone van 5 meter voor beheer en onderhoud aangehouden. Deze veiligheidzone is nodig aangezien er langs de duiker geen waterkering aanwezig is welke een scheiding tussen de boezem en de en onderhoud opgenomen. Beheer, onderhoud en inspectie van de waterkering moet ten allen tijde mogelijk zijn.

Ecologie

Bij ecologie gaat de aandacht uit naar de ruimte voor natuurvriendelijke oevers en natte ecologische verbindingszones. De locatie maakt echter geen onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur en er is geen natuurvriendelijke oever aanwezig of in de planning.

Vergunningverlening

Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning. De watervergunning dekt alle activiteiten in het watersysteem. Een vergunning is nodig als activiteiten worden ondernemen in, op, boven, over of onder een oppervlaktewaterlichaam (watergang, vijver, rivier, kanaal, meer of zee) of waterkering, of als grondwater wordt onttrokken of water geïnfiltreerd wordt in de bodem.

De watertoets en de vergunningverlening blijven wel twee afzonderlijk procedures. Dit betekent dat het Hoogheemraadschap Delfland bij het verlenen van een vergunning altijd aanvullende voorwaarden kan stellen.

4.8.2 Leidingen

In het plangebied zijn twee leidingen aanwezig die van belang zijn voor de waterhuishouding. De belangrijkste leiding is de verbinding tussen het water in de Veenendaalkade en de Lozerlaan. Deze verbinding dient in stand te worden gehouden. De waterverbinding tussen de Veenendaalkade en het gebied Zichtenburg wordt gevormd door een ondergrondse leiding. Beide leidingen lopen door de locatie hoek Escamplaan - Leyweg heen.

Met het Hoogheemraadschap Delfland zijn de mogelijke opties voor verlegging besproken en vervolgens de consequenties aangegeven. Hierbij is steeds de omlegging van de persleiding als uitgangspunt genomen en daarbij de mogelijke verbeteringen voor de waterhuishouding in het plangebied zelf en de waterbeheersing in zijn algemeen voor de gehele omgeving aangegeven:

  • Optie 1: Omleggen persleiding binnen in het plan: De persleiding van het gemaal Westambacht (Delfland) wordt in het nieuwe stedenbouwkundige plan ingepast.
  • Optie 2: Omleggen persleiding in de Escamplaan: De persleiding rond 1900 mm van het gemaal Westambacht (Delfland) wordt in de Escamplaan zelf omgelegd.
  • Optie 3: Omleggen persleiding in te dempen watergangen langs de Escamplaan: Bij deze optie komen de watergangen (dode einden met tussenpeilen) langs de Escamplaan te vervallen. In de strook van de gedempte watergangen kan de persleiding rond 1900 mm worden verlegd, hier is voldoende ruimte om dit te realiseren. Hiernaast dient een watergang te worden gegraven ter compensatie van de te dempen watergangen en eventuele compensatie voor de toename van het verhard oppervlak met het bouwplan (eisen Delfland). Nog te bepalen staat of het verlengde van de te graven watergang moet worden verbreed aan de zijde van de volkstuinen. Hierop moet worden aangesloten bij de uitwerking van het bouwplan nabij het voormalige oogziekenhuis.

Bij de opties 1, 2, en 3 kan de in het plan gelegen rond 800 mm duikerleiding komen te vervallen en kan de inlaat functie via de bestaande watergangen worden gewaarborgd door het bouwen van een inlaatconstructie elders in het gebied. De watergangen langs de Escamplaan blijven gehandhaafd waarbij Delfland stelt dat voor het verkrijgen van een robuust watersysteem deze op het zelfde peil gebracht worden als de rest van de polder (NAP- 1,73m).

  • Optie 4: Vervallen van de inlaatleiding rond 800 mm als geheel: Gelijk aan optie 3 maar hier kan de leiding als geheel kan komen te vervallen en wordt gebruik gemaakt van de bestaande inlaten. Daar waar in de andere opties een nieuwe inlaat is gedacht dient dan een polderwaterduiker in de Escamplaan worden aangelegd. In aansluiting hierop kan dan een nieuwe (hoofd)watergang worden gegraven ter compensatie van de dempingen. Deze watergang moet dan een goede verbinding vormen aan de zijde van de volkstuinen. Hierop moet worden aangesloten bij de uitwerking van het bouwplan nabij het voormalige oogziekenhuis. Hiermee ontstaat er een verbetering in de afvoer vanuit het stedelijke gebied ten westen van de Escamplaan naar het hoofdpoldergemaal. Dit komt niet alleen de bouwplannen ten goede maar draagt tevens bij aan een robuust polderwatersysteem als geheel. Met als voordeel een vrij tracé voor de persleiding rond 1900 mm, het verminderen van diverse inlaatleidingen ter plaatse van het busstation. Daarnaast neemt de kans op inundatie in het gebied af. Bij een calamiteit met de inlaatleiding stroomt een aanzienlijke hoeveelheid boezemwater ongecontroleerd de polder in.

In het plangebied zijn rioolpersleidingen aanwezig. Deze rioolpersleidingen dienen als zodanig bestemd te worden met aan weerszijde een beheerszone van 5 meter op te nemen. De leidingen zijn in beheer bij Delfluent Services BV. Ook is er een rioolgemaal in het plangebied aanwezig welke eigendom is van het Hoogheemraadschap Delfland. Rioolgemalen moeten als zodanig worden bestemd en moeten geur- en hinderzone worden aangegeven.