Plan: | Florence Nightingale Park |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0222BFlorenceNP-51VA |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte van het Ministerie van Infrastructuur en Ruimte van kracht geworden. De structuurvisie vervangt verschillende nota's, waaronder de Nota Ruimte, de Structuurvisie Randstad 2040 en de Nota Mobiliteit. De visie schetst de doelen, belangen en opgaven van het Rijk tot 2028 en de ambities tot 2040. Uitgangspunt is de ruimtelijke ordening zoveel mogelijk over te laten aan gemeenten en provincies (decentraal, tenzij), minder nationale belangen te benoemen, en eenvoudigere regelgeving toe te passen. De nationale belangen die worden benoemd betreffen de internationale concurrentiepositie, het gebruik van de ondergrond, het behouden en versterken van vervoer- en transportsystemen, de milieukwaliteit, de waterveiligheid en zoetwatervoorziening en behoud en versterken van natuur en cultuurhistorische waarden. De structuurvisie raakt geen van de belangen die in het bestemmingsplan Florence Nightingale Park worden afgewogen.
Besluit ruimtelijke ordening
Bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling – in dit geval de ruimtelijke ontwikkeling van woningen - mogelijk maakt, moet volgens het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) de toelichting bij dat plan beschrijven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte en tevens beschrijven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins.
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
De Wet ruimtelijke ordening geeft aan de regering de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur (AmvB) regels te geven waarmee gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen rekening moeten houden. Het gaat daarbij niet alleen om procedureregels maar ook om de inhoud van bestemmingsplannen.
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden (Stb. 2011, 391). Bij het vaststellen van bestemmingsplannen, wijzigings- of uitwerkingsplannen maar ook bij projectuitvoeringsbesluiten (Crisis- en herstelwet) moeten gemeenten rekening houden met het Barro.
Een aantal projecten dat de regering van Rijksbelang vindt, wordt met het Barro dwingend geborgd in bestemmingsplannen of in andere ruimtelijke plannen van lagere overheden. De projecten worden benoemd en middels digitale kaarten ingekaderd. Per project worden regels gegeven waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.
Voor Den Haag zijn de binnen de gemeente gelegen militaire terreinen met de daarbij behorende zend- en ontvangstinstallaties, en het Kustfundament van belang.
Volgens het Barro zijn er in het bestemmingsplan Florence Nightingale Park geen projecten van Rijksbelang aanwezig waarmee bij de vaststelling van dit plan rekening moet worden gehouden.
Provinciale Structuurvisie
De Provinciale Structuurvisie "Visie op Zuid-Holland" en de provinciale "Verordening Ruimte" zijn op 2 juli 2010 vastgesteld. De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Verordening Ruimte
In de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is geregeld dat Provinciale Staten regels kunnen stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen. De ontwerp provinciale ruimtelijke verordening voorziet hierin. Doel van de verordening is om een aantal provinciale belangen te laten doorwerken naar het gemeentelijke niveau.
Het bestemmingsplan Florence Nightingale Park komt overeen met het provinciale beleid zoals verwoord in Provinciale Structuurvisie en Verordening. Het gaat daarbij om de inzet op verdichting van het bestaand stedelijk gebied; de concentratie van zorgvoorzieningen en de zeer goede bereikbaarheid van deze voorzieningen via openbaar vervoer (ook van het Westland).
Op 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (hierna: RSP) vastgesteld. Het RSP is een integraal plan voor:
Voor dit bestemmingsplan Florence Nightingale Park hebben vooral de volgende regionale prioriteiten hun doorwerking gekregen:
Voor de verschillende beleidsectoren worden de gemeentelijke programma's gemonitord en periodiek binnen Haaglanden op elkaar afgestemd, Dit geldt men name voor kantoren, bedrijventerreinen, leisurevoorzieningen en detailhandel. Tegen de achtergrond van de huidige vastgoedcrisis en gelet op de mogelijke structurele wijzigingen in de economie wordt een terughoudend beleid voorgestaan ten aanzien van uitbreiding van vooral kantoren, detailhandel en horeca.
De Structuurvisie Den Haag 2020 (rv. 197: 2005) is het richtinggevende beeld voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in de komende jaren. Via verdichting zal er ruimte worden geboden voor verdere ontwikkeling van de stad voor woningen en voor ruimte-intensieve werkgelegenheid.
De Nota Agenda voor de Haagse Verdichting (rv. 51: 2009 ) biedt een leidraad voor binnenstedelijke verdichting in Den Haag tot 2020. Uitgangspunt daarbij is dat de groeiambitie kan worden gecombineerd met de ambitie om Den Haag haar groene karakter te laten behouden.
Het terrein rondom het bestaande HagaZiekenhuis wordt geschikt bevonden om te verdichten met een stedelijk tot groenstedelijk milieu waarbij incidenteel hoogbouw tot 70 meter mogelijk is. Voor groen kan voldoende compensatie worden gevonden zowel binnen het plangebied als in de directe omgeving.
De verdichtinglocatie langs de RandstadRail lijn 4 biedt interessante mogelijkheden voor een ontwikkeling rondom het thema wonen en zorg. Bijkomend voordeel is dat op de Leyweg voor de locatie een overstaphalte van openbaar vervoer is aangelegd, die voorziet in een goede verbinding met het Westland en de stad.
Binnen de intensiveringsopgave voor de locatie Florence Nightingale Park is een aantal hoofdkwaliteiten te benoemen.
“Zorgplein”
Het "Zorgplein" is een plek waar ziekenhuis en maatschappij elkaar ontmoeten. Patiënten kunnen hier even 'ontsnappen' aan het ziek zijn en contact houden met de buitenwereld. Aan het "Zorgplein" kunnen zich allerlei zorggerelateerde bedrijven vestigen. Het is een model om zorggerelateerde functies te combineren met meer commerciële functies.
Het "Zorgplein" geeft antwoord op de behoefte de muren van het ziekenhuis als medisch-technologisch bolwerk te slechten en de gezondheidszorg in de alledaagse samenleving te integreren.
Voor ziekenhuizen kan het aantrekken van commerciële activiteiten een middel zijn om hun aantrekkingskracht op de 'zorgconsument' te verhogen en tegelijkertijd voordeel te halen uit de exploitatie van het "Zorgplein" . Ook de uitbaters van bijvoorbeeld winkels, sportscholen en private klinieken kunnen van het principe 'one stop center' profiteren.
Het "Zorgplein" dient niet alleen versterkend te werken voor het ziekenhuis. Het dient ook het woongenot te vergroten voor de bewoners van de te bouwen woningen en een uitstraling voor het stadsdeel te hebben.
In en buiten het ziekenhuis wordt beoogd een levendige en open concentratie van commerciële voorzieningen te ontwikkelen gericht op “Cure & Care”, waarbij het voor de hand ligt dat in het ziekenhuis het accent meer op de “cure”-functie wordt gelegd en rondom het ziekenhuis op de “care” functie. Van belang is dat er een reëel, samenhangend pakket commerciële voorzieningen wordt gerealiseerd in de verzorgende (en aanverwante) sfeer, dat een aanvulling vormt aan de winkelcentra cq de winkelstructuur in Den Haag Zuid-West. Concreet houdt dit in dat er slechts in beperkte mate ruimte is voor horeca en detailhandel buiten de verzorgende sfeer. In het ziekenhuis bedraagt de maximale omvang aan commerciële voorzieningen 600m2, buiten het ziekenhuis maximaal 15.000m2. Het betreft:
Binnen de ambitie “Den Haag als wereldstad aan zee” past het streven naar het creëren van een stedelijker beeld langs doorgaande wegen. De vaak ruim bemeten brede verkeersprofielen met flankerende bebouwing bieden een kans om de doorgaande hoofdverkeersaders te profileren als de dragers van de stedenbouwkundige hoofdstructuur van Den Haag. Bovendien biedt schaalvergroting en het toestaan van een grotere bouwhoogte langs doorgaande wegen en groen een essentiële bijdrage aan de verdichtingsopgave waarvoor de stad zich gesteld ziet.
De ambitie voorziet naast het tegemoet komen van individuele behoefte tevens in een mogelijkheid tot generieke verdichting en verstedelijking van de stad. Dat de verdichting juist langs doorgaande wegen dient plaats te vinden, is mede ingegeven door het streven naar intensief ruimtegebruik in het bestaande stedelijk gebied. Bovendien is een groot deel van het openbaar vervoer over deze wegen geconcentreerd. Daardoor wordt niet alleen toename van de mobiliteit en aantasting van de groene gebieden voorkomen, maar wordt ook het draagvlak voor voorzieningen en openbaar vervoer in de stad op een hoger niveau gebracht. Dat van bestaande infrastructuur gebruik kan worden gemaakt, is ook vanuit het aspect duurzaamheid bezien gunstig.
Er vindt geen verdichting in groengebieden plaats maar de mogelijkheid om hogere bebouwing langs groen toe te laten, versterkt de ruimtelijke en functionele positie van het groen in de stad. Groene gebieden zijn meestal gescheiden van bebouwde delen van de stad door wegen, vaak ook doorgaande wegen. Verdichting langs groen versterkt ook de gebruiksmogelijkheden en beleving van het stedelijk groen omdat meer mensen er direct gebruik van kunnen maken.
Op microniveau kan verdichting plaatsvinden door dakopbouwen op de bestaande woongebouwen toe te staan. Zodoende kunnen zittende bewoners gebonden worden aan de wijk en wordt een alternatief voor het verhuizen naar een andere wijk geboden. Een dakopbouw levert een bijdrage aan de binnenstedelijke verdichtingopgave door toevoeging van bouwvolume daar waar dat wenselijk, mogelijk en verantwoord is. In Hoofdstuk 5 wordt aangegeven waar wel en waar geen dakopbouwen zijn toegestaan.
Het projectdocument Gebiedsontwikkeling Leyweg-Escamplaan, bestaande uit een projectdocument en het stedenbouwkundig kader, schetst de ruimtelijke en functionele ontwikkeling binnen het plangebied. In het stedenbouwkundig kader (Bijlage 1) zijn de stedenbouwkundige ontwikkelingsmogelijkheden opgenomen in vijf bebouwingsvlakken / deelgebieden.
Op 20 april 2012 zijn tussen Haga en de gemeente Den Haag de volgende afspraken gemaakt welke enigszins afwijken van de oorspronkelijke stedenbouwkundige afspraken.: