Plan: | Oostduin - Arendsdorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA |
Het plangebied is grotendeels gelegen in de buurt Arensdorp en voor een klein deel in de buurt Waalsdorp van de wijk Benoordenhout. Het gebied wordt begrensd door Wassenaarseweg, Oostduinlaan, Ruychrocklaan, Van der Houvenstraat, Goetlijfstraat, Hogenhoucklaan en Floris Grijpstraat. Vanaf het midden van de 16de eeuw zijn in dit gebied boerderijen uitgegroeid tot grote en kleine buitenplaatsen. In de 19de eeuw zijn landschapsparken aangelegd. Het plangebied bestaat voor het grootste deel uit park.
Op en in de directe omgeving van het plangebied hebben bedrijven met bodembedreigende activiteiten hun vestiging (gehad). Het gaat hierbij ter plaatse van het plangebied om een benzine-service-station en een drukkerij. Tevens zijn bij de meeste panden ondergrondse tanks bekend. De meeste daarvan zijn verwijderd. In en in de directe omgeving van het plangebied zijn bodemonderzoeken uitgevoerd in verband met aangetroffen verontreinigingen, herinrichting en/of bouwplannen. Op één locatie, Goetlijfstraat 3 tot en met 7, is daaruit gebleken dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hiervan is sprake bij een gemiddelde overschrijding van de interventiewaarde in meer dan 25 m3 vaste bodem en/of 100 m3 grondwater (bodemvolume). Het betreft een verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten waarvan de sanering urgent is. Er dient uiterlijk 8 januari 2013 te worden gestart met de sanering (zie Bijlage 4 Kaart bodemverontreiniging).
Niet alle verdachte deellocaties in het plangebied zijn voldoende onderzocht. Voor die delen van het plangebied waar herinrichting en/of nieuwbouw plaatsvindt en waar nog geen onderzoek en/of sanering heeft plaatsgevonden, zal bodemonderzoek moeten worden uitgevoerd en eventueel gesaneerd moeten worden. Naast het feit dat nog niet overal binnen het plangebied bodemonderzoek heeft plaatsgevonden, zijn er ook locaties waar het uitgevoerde bodemonderzoek sterk verouderd is (ouder dan vijf jaar). Indien voor deze locaties bouwplannen/herinrichtingsplannen zijn zullen de bodemonderzoeken geactualiseerd moeten worden.
Uit de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Den Haag blijkt dat het plangebied is gelegen in bodemkwaliteits zone 2. In deze zone is de bovengrond (0,0-0,5 m-maaiveld) gemiddeld licht verontreinigd met kwik, lood en PAK (teerachtige stoffen). De ondergrond (0,5-2,0 m-mv.) is gemiddeld licht verontreinigd met kwik en zink.
Binnen de contouren van de bestemmingsvlakken van het verzorgingstehuis Oostduin en serviceflat Arendsdorp heeft onderzoek plaatsgevonden naar de effecten van de grondwaterstand indien op deze locaties ondergrondse parkeerkelders worden gerealiseerd. Het onderzoek "hydrologische effecten parkeerkelders Oostduin - Arendsdorp" is uitgevoerd door het bureau Wareco ingenieurs en opgeleverd op 4 mei 2009 (Bijlage 5 Rapport hydrologische effecten parkeerkelders).
In het rapport wordt geconcludeeerd dat in de gebruiksfase geen belangrijke effecten (zoals opstuwing van de grondwaterstand) van te realiseren ondergrondse constructie op de grondwaterstanden zijn te verwachten en dat derhalve geen compenserende maatregelen nodig zijn. Er word uitgegaan dat tijdens de aanleg van de parkeerkelders bemaling van het grondwater plaats gaat vinden om de parkeerkelders in den droge aan te kunnen leggen. Bij grondwateronttrekking binnen het groeiseizoen treedt schade aan (monumentale) bomen op door dde tijdelijke grondwaterstandverlaging en vochttekort. Geconcludeerd wordt dat naar verwachting compenserende maatregelen nodig zijn om het grondwater aan te vullen en te voorkomen dat vochttekort bij bomen ontstaat.
Aanbevolen wordt om door de initiatiefnemer van de bouwwerkzaamheden een bemalingsplan en een monitoringsplan op te laten stellen, in samenwerking met een boomdeskundige. In deze plannen dient ondermeer aangegeven te worden op welke wijze de negatieve beïnvloeding van de bemaling wordt beperkt. Geadviseerd wordt om de vervolgstappen (B, C en D uit de inleiding van dit rapport) in het bemalingsplan op te laten nemen.
Aanbevolen wordt na te gaan of naar aanleiding van de voorgenomen ontwikkelingen en de mogelijk te treffen compenserende maatregelen, de (eco)hydrologische situatie op het landgoed duurzaam verbeterd kan worden. Gedacht kan worden aan het creëren van nieuwe watergangen, het verlengen van bestaande watergangen, het verbeteren van de doorstroming en het zuiveren van het water en het reguleren van de grondwaterstand om de groeicondities van de bodem te verbeteren.