direct naar inhoud van Artikel 27 Algemene afwijkingsregels
Plan: Oostduin - Arendsdorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0218GArendsdorp-50VA

Artikel 27 Algemene afwijkingsregels

27.1 Afwijken van de in het plan opgenomen bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten behoeve van:

  • a. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van goot- en/of bouwhoogten en perceelgrensafstanden en bebouwingspercentage met maximaal 10%
  • b. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, bouwvlakken en maatvoeringsvlakken tot een maximum van 1 m;
  • c. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
  • d. de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk- provinciaal- of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelgen in een rijks beschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast;
  • e. containers, al dan niet beneden peil gelegen, voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval;
  • f. kunst- en reclameobjecten;
27.2 Afwijking van de in het plan opgenomen gebruiksregels
  • a. met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepaling van het plan ten aanzien van het bepaalde in artikel 26 onder a, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
  • b. met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten aanzien van het bepaalde in artikel 26 onder b ten aanzien van het gebruik van eengezinswoningen als meergezinswoningen mits:
    • 1. dit geen consequenties heeft voor het stedenbouwkundige karakter van de bebouwing;
    • 2. daardoor de parkeerdruk in de wijk niet onevenredig toeneemt;
    • 3. de (cultuurhistorische) waarden van het rijksbeschermde stadsgezicht daardoor niet worden aangetast.
  • c. met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten aanzien van het bepaalde in artikel 26 onder b ten behoeve van de parkeernormen die gehanteerd worden voor het parkeren of stallen van auto's, fietsen,bromfietsen en voor het laden en lossen van goederen, indien:
    • 1. op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien;
    • 2. nadere besluitvorming ten aanzien van het parkeerbeleid en/of parkeernormen aanleiding geeft om af te wijken van de in de regels opgenomen parkeernormen;
    • 3. het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
27.3 Afwijking overige regels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan ten aanzien van het bepaalde in de regels ten behoeve van:

  • a. een speeltoestel, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet, niet meer dan 3 m bedraagt;
  • b. bouwwerken voor de stalling van fietsen, motorfietsen, scooters, scootmobielen en soortgelijke vervoermiddelen. De afwijking kan voor een bepaalde termijn worden verleend. Ook kan een persoonsgebonden afwijking worden verleend.
  • c. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
  • d. sirenes ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructies;
  • e. bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals gedenktekens, kunst- en reclame objecten, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
  • f. bouwwerken ten behoeve van veiligheidvoorzieningen of verkeersregulering, zoals rampaaltjes, verhoogte troittoirs en/of pollers;
  • g. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voor zover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan;
  • h. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, welke niet voldoen aan het gestelde in artikel 25 onder f met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 30 m2;
27.4 Voorwaarde

Met een omgevingsvergunning kan in dit artikel niet worden afgeweken indien op andere percelen dan die waarop de aanvraag betrekking heeft een situatie ontstaat, welke in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan.