1.2 Doel
Met het oog op een verantwoord beheer van de ruimtelijke structuur heeft het bestemmingsplan Benoordenhout tot doel:
-
1. De bestaande situatie zoveel mogelijk in stand te houden. De bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied is over het algemeen goed: de openbare ruimte, de ruimtelijke samenhang en differentiatie, de relatie tussen openbaar en privé-gebied, de bouwkundige staat van woningen en voorzieningen en de kwaliteit van de architectuur. In het plangebied zijn voldoende voorzieningen: maatschappelijk (sport, welzijn etc.) en winkels. Het plan is in hoofdzaak een beheers bestemmingsplan waarin de karakteristieke waarden van de wijk op het gebied van beeld, bebouwing en functies worden behouden. Er is een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten van de wijk enerzijds en de woonwensen en gebruiksvrijheden van de bewoners en gebruikers anderzijds. Het bestemmingsplan biedt de planologisch-juridische basis voor handhaving van de ruimtelijke situatie zoals die nu is, voor het beheer ervan in de toekomst en voor mogelijke nieuwe ontwikkelingen.
-
2. Het plangebied is gelegen in het Rijksbeschermd stadsgezicht Benoordenhout. Het plan is erop gericht - in overeenstemming met artikel 36 van de Monumentenwet 1988 - de in het aanwijzingsbesluit genoemde typeringen van het beschermde stadsgezicht te beschermen.
-
3. Een deel van het plangebied is tevens archeologisch waardevol. Overeenkomstig artikel 3.1.6.c van het Besluit Ruimtelijke Ordening en artikel 38a van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) dient bij ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten.
-
4. Het plangebied is voor een gedeelte aangewezen als een grondwaterbeschermingsgebied zoals bedoeld in de Provinciale Verordening.
-
5. Op het grootste deel van het plangebied is de Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen c.a. van toepassing. Deze is op grond van de Wet op stads- en dorpsvernieuwing (Wsdv) door de gemeenteraad vastgesteld. Deze verordening regelt, begrenst en/of verbiedt op grond van het belang van de leefbaarheid de toelaatbaarheid van recreatie-inrichtingen, sekswinkels, kamerverhuurbedrijven, seksinrichtingen, garagebedrijven, paddoshops, belwinkels, hennepkwekerijen en drugsdeal panden. Op grond van vaste jurisprudentie van de Raad van State vervalt de werking van deze verordening, zodra voor dat gebied een nieuw bestemmingsplan in werking treedt. Dit vanuit de gedachte, dat het nieuwe bestemmingsplan wordt verondersteld een adequate regeling te bevatten, die de leefbaarheid van het desbetreffende plangebied waarborgt. Overigens is met de inwerkingtreding van de Wro de Wsdv vervallen. het belang van de leefbaarheid maakt het noodzakelijk om het bestemmingsplan te laten aansluiten op de regelgeving van deze verordening.
-
6. Nieuwe ontwikkelingen in het plangebied mogelijk maken. De in het verleden verleende bouwvergunningen waarvoor een (onherroepelijke) planologische vrijstelling is verleend zijn als bestaande situatie bestemd op de plankaart. Een aantal ontwikkelingen waarvan de stedenbouwkundige kaders zijn uitgewerkt maar waarvoor nog geen bouwvergunning is verleend en / of de financiële uitvoerbaarheid niet is aangetoond worden direct of als wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het bestemmingsplan.