direct naar inhoud van Artikel 28 Algemene afwijkingsregels
Plan: Benoordenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0213GBenoorden-50VA

Artikel 28 Algemene afwijkingsregels

28.1 Afwijken algemene bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd een afwijking te verlenen van het bepaalde in de artikelen 25 onder a, d en e, en 26 onder d en e ten behoeve van:

  • a. het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen voor zover betrekking hebbende op erkers, balkons, galerijen, buitentrappen, luifels en soortgelijke bouwwerken;
  • b. het overschrijden van bebouwings- of bestemmingsgrenzen door gevel- en kroonlijsten, overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen ingeval de overschrijding meer bedraagt dan op grond van de algemene bouwregels is toegestaan;
  • c. beneden peil gelegen ruimten ruimtes in één laag, voor zover gelegen buiten een bouwvlak;
  • d. geringe afwijkingen van bestemmingsgrenzen, die in het belang zijn voor een meer verantwoorde ruimtelijke of technische plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein tot een maximum van 3 m;
  • e. containers, al dan niet beneden peil gelegen, voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval;
  • f. kunst- en reclameobjecten;
  • g. de plaatsing van installaties voor mobiele telecommunicatie op gebouwen die als gemeentelijk-, provinciaal- of rijksmonument zijn aangewezen en/of zijn gelegen in een rijks beschermd stadsgezicht, mits het monumentale karakter van de bebouwing en/of het ensemble waar de bebouwing deel van uitmaakt niet in onevenredige mate wordt aangetast;
  • h. De parkeernormen die gehanteerd worden voor het parkeren of stallen van auto's, fietsen, bromfietsen en voor het laden en lossen van goederen, indien:
    • 1. op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien;
    • 2. nadere besluitvorming ten aanzien van het parkeerbeleid en/of parkeernormen aanleiding geeft om af te wijken van de in de bijlage van de regels opgenomen parkeernormen;
    • 3. het voldoen aan de parkeernormen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, tot welke bijzondere omstandigheden in elk geval worden gerekend een te verwachten meer dan gemiddeld aantal gehandicapte gebruikers of bezoekers van het gebouw;
28.2 Afwijken algemene gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning wijkt het bevoegd gezag af van het bepaalde in artikel 26 onder a, wanneer strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het gestelde in artikel 26, sub b 2 ten aanzien van het gebruik van eengezinswoningen als meergezinswoningen, mits:
    • 1. dit geen consequenties heeft voor het stedenbouwkundig karakter van de bebouwing;
    • 2. daardoor de parkeerdruk in de wijk niet onevenredig toeneemt;
    • 3. de (cultuurhistorische) waarden van het rijksbeschermde stadsgezicht daardoor niet worden aangetast.
28.3 Afwijken overige regels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de regels ten behoeve van:

  • a. een speeltoestel, waarvan de hoogte, gemeten vanaf de voet, niet meer dan 3 m bedraagt;
  • b. bouwwerken voor de stalling van fietsen, motorfietsen, scooters, scootmobielen en soortgelijke vervoermiddelen. De ontheffing kan voor een bepaalde termijn worden verleend. Ook kan een persoonsgebonden ontheffing worden verleend.
  • c. een antenne-installatie met bijbehorend opstelpunt ten behoeve van de C2000-infrastructuur voor de mobiele communicatie door hulpverleningsdiensten;
  • d. een elektronische sirene ten behoeve van het waarschuwen van de bevolking bij calamiteiten of dreiging daarvan, alsmede de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
  • e. bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals gedenktekens, keermuren, geluidwerende voorzieningen, steigers, duikers en andere waterstaatkundige werken;
  • f. het afwijken van voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, goothoogten, bouwhoogten, perceelgrensafstanden, en bebouwde oppervlakten met maximaal 10%;
  • g. het in geringe mate, doch niet meer dan 3 m afwijken van het profiel van een straat, alsmede van de vorm van bouwvlakken en van door hoogtegrenzen omkaderde vlakken, voorzover dat wenselijk is voor de goede uitvoering van het plan;
  • h. bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, elektriciteitsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer, welke niet voldoen aan het gestelde in artikel 25 onder f met een maximale bouwhoogte van 5 m en een maximum bruto-vloeroppervlak tot 30 m2;
28.4 Voorwaarde

De in dit artikel opgenomen afwijkingen worden niet verleend indien:

  • a. op andere percelen dan die waarop de aanvraag betrekking heeft een situatie ontstaat, welke in strijd is met bij of krachtens de wet voorgeschreven bepalingen en/of met de regels van dit plan. Bij het al dan niet toestaan van de afwijkingen wordt rekening gehouden met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • b. sprake is van een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.