Plan: | Centrum Loosduinen |
---|---|
Status: | |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0209ACentrumLoos-50VA |
Burgers mogen voor de veiligheid en hun woonomgeving rekenen op:
In de Wet milieubeheer wordt voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde gehanteerd van 10-6(kans op een miljoen). De aanvaardbaarheid van het groepsrisico wordt beoordeeld op basis van de kans op een ongeval in relatie tot een aantal dodelijke slachtoffers. Het aantal slachtoffers is niet recht evenredig aan de kans: bij een vertienvoudiging van het aantal slachtoffers moet de kans op een dergelijk ongeval honderd keer kleiner zijn. Op deze manier is bij de normstelling rekening gehouden met de beleving van de bevolking: een groter ongeval wordt meer dan evenredig ernstiger ervaren. De relatie tussen de kans en het effect van een calamiteit wordt de oriënterende waarde, of oriëntatiewaarde (OW) genoemd. Dit is geen harde norm. De gemeente heeft beleidsruimte om hiervan af te wijken.
Voor het berekenen van het groepsrisico is het vaststellen van het invloedsgebied van belang. Dit gebied wordt bepaald door de berekening van het grootst mogelijke ongeval waar nog bij 1% van de blootgestelde personen dodelijk letsel optreedt (1% letaliteit). Onderstaande afwegingen zijn gebaseerd op de specifieke invloedsgebieden (inventarisatieafstanden) van de risicobron. Wanneer kwetsbare bestemmingen buiten de invloedsgebieden liggen behoeft het groepsrisico niet te worden vastgesteld (minimale effecten als gevolg van een calamiteit).
De Lozerlaan is aangewezen als Route gevaarlijke stoffen (raadsvoorstel 42, 24 februari 2004, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 maart 2004). Het bestemmingsplan ligt binnen 200 m van de Route gevaarlijke stoffen. Op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is een risicobeoordeling noodzakelijk.
Adviesbureau AVIV heeft in opdracht van het Stadsgewest Haaglanden een kwantitatieve risicoanalyse uitgevoerd voor de hele Route gevaarlijke stoffen. De PR 10-6-contour (plaatsgebonden risico) bevindt zich op de weg. Er zijn daarom geen ruimtelijke beperkingen ten aanzien van het plaatsgebonden risico.
Het voornoemd adviesbureau heeft ook het groepsrisico (GR) langs de Lozerlaan in beeld gebracht. De resultaten zijn grafisch gepresenteerd in Geoweb, een computerapplicatie in beheer bij het stadsgewest. Het groepsrisico is in 3 niveaus onderverdeeld, met als referentie de oriëntatiewaarde.
Voor het traject (1 km) langs het kwetsbare object geldt, in de huidige situatie, groepsrisico-niveau 1 (zie figuur 1). De oriëntatiewaarde wordt niet overschreden. De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen stelt dat bij het uitblijven van ontwikkelingen nadere verantwoording niet nodig is. Voor bestemmingsplan Loosduinen Centrum behoeft daarom geen risicobeoordeling externe veiligheid plaats te vinden.
Figuur 1: Overzichtskaart Route Gevaarlijke Stoffen (Bron GEOweb Stadsgewest Haaglanden)
Voor het beoordelen van het groepsrisico reikt het invloedsgebied tot 200 m vanaf het hart van het spoor waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van de spoorlijn Delft-Leiden. Over dit baanvak vindt bovendien geen regulier vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Een nader onderzoek naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is niet noodzakelijk.
In de directe nabijheid van het plangebied is een hogedruk aardgastransportleiding van de Gasunie gesitueerd (A-617-KR-008). Deze leiding heeft een diameter van 12” en een werkdruk van 79,9 bar. De leiding loopt vanuit het zuiden parallel aan de Lozerlaan en ter hoogte van de Noorderbrink gaat de leiding in westelijke richting de hoek om parallel aan de Loosduinse Hoofdstraat (zie figuur 2).
Voor deze leiding geldt voor bijzondere objecten categorie I een toetsingsafstand van 44 m, overeenkomstig de Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen, van 26 november 1984 (hierna Circulaire).
Het beoordelen van het groepsrisico heeft plaatsgevonden overeenkomstig de Memorandum van de Gasunie “Input groepsrisicoberekeningen, revisie 3” van 21 januari 2008, kenmerk TAM 07.0138 (hierna Memorandum). Op grond van deze Memorandum geldt voor deze leiding een inventarisatieafstand van 180 m (geel).
Figuur 2: Hoge-druk aardgasleidingen (Bron: GEOweb Stadsgewest Haaglanden)
Voor deze leiding zijn een plaatsgebonden risicoberekening (PR) en groepsrisicoberekeningen (GR) uitgevoerd.
De risicostudie is uitgevoerd conform de door de overheid gestelde richtlijnen voor het uitvoeren van risicoanalyses aan ondergronds gelegen hogedruk aardgastransportleidingen [1, 2, 3, 4]. De analyse is uitgevoerd met het pakket CAROLA. CAROLA is een softwarepakket dat in opdracht van de Nederlandse overheid is ontwikkeld, specifiek ter bepaling van het plaatsgebonden risico en groepsrisico van ondergrondse hogedruk aardgastransportleidingen.
Resultaten PR-berekening
Voor de gastransportleiding is een plaatsgebonden risicoberekening uitgevoerd. Uit de berekening volgt dat voor de beschouwde situatie geen 10-6 contouren aanwezig zijn. Dit betekent dat het plaatsgebonden Risico (PR) geen belemmering vormt voor het plan.
Resultaten GR-berekening
Voor de leiding is ook een groepsrisicoberekening uitgevoerd. Uit de berekening blijkt dat het groepsrisico, op basis van de kilometer aardgastransportleiding met het hoogste groepsrisico, de oriëntatiewaarde van het groepsrisico niet overschrijdt, de overschrijdingsfactor bedraagt 0,01. Op basis van deze overschrijdingsfactor is verder onderzoek naar het groepsrisico niet noodzakelijk.
Het volledige rapport is opgenomen in bijlage 1.
Het bestemmingsplan ligt niet binnen het invloedsgebied van een inrichting waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is. Verdere toetsing aan de grens- en richtwaarden is daarom niet noodzakelijk.