direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Bomenbuurt 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0207CBomenbuurt-50VA

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. onderwijs en onderwijsgerelateerde activiteiten;
  • b. peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en buitenschoolse opvang;
  • c. verenigingsleven, vergader- en cursusruimtevoorzieningen;
  • d. levensbeschouwelijke voorzieningen;
  • e. openbare dienstverlening;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. welzijnsvoorzieningen en gezondheidszorg;
  • h. wonen in de vorm van meergezinswoningen gebouwd bij of aan en behorend bij een zorg- en welzijnsinstelling en/of seniorencentrum;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, parkeervoorzieningen, tuinen, groenvoorzieningen, water en overige bij de bestemming behorende voorzieningen,

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. wanneer op de plankaart een bebouwingspercentage is opgenomen, mag de totale bebouwing dit percentage niet overschrijden;
  • b. wanneer op de plankaart een bebouwingsvlak is opgenomen, dienen de gebouwen zich te bevinden binnen het aangegeven bebouwingsvlak;
  • c. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan staat aangegeven op de plankaart;
  • d. de hoogte van een vrijstaande of aangebouwde dienstwoning bedraagt niet meer dan 6 m.
  • e. het bruto-vloeroppervlak van een dienstwoning bedraagt maximaal 125 m2.
8.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken geen gebouw zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen;
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • c. het gestelde onder b is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken;
  • d. in uitzondering op het gestelde onder b mag de hoogte van erf- en/of perceelsafscheidingen niet meer bedragen dan:
    • 1. 1 meter, voorzover deze zich voor de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden, en;
    • 2. 2 meter voorzover deze zich achter de voorgevel en het verlengde daarvan bevinden.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. lid 8.2.1 onder c, voor borstweringen en andersoortige uit architectonische of estetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten en dergelijke, tot een hoogte van 1,5 m.
8.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik van gronden, gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. een dienstwoning ten behoeve van de bestemming is uitsluitend toegestaan, daar waar op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan een als zodanig in gebruik zijnde woning aanwezig is, waarbij de volgende regels in acht moeten worden genomen;
    • 1. het gebruik als dienstwoning mag worden veranderd in een gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 2. indien toepassing is gegeven aan het gestelde onder 1 mag het gebruik als dienstwoning niet opnieuw aanvangen.
  • b. de bestemming laat het door de bewoners medegebruiken van woningen voor een aan huis gebonden beroep of een aan huis gebonden bedrijf toe.
  • c. sportvoorzieningen welke aanwezig zijn ten behoeve van de bestemming, mogen ook als zodanig door derden worden gebruikt.