direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bezuidenhout
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0204GBezuidenht-51VA

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijfsmatige activiteiten ten behoeve van:

  • a. bedrijven, die behoren tot de categorieën A en B uit de 'staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging' als opgenomen in Bijlage 2 van de regels;

en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:

  • b. 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg;
  • c. 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; een verkooppunt van motorbrandstoffen met lpg;
  • d. 'nutsbedrijf', een nutsbedrijf;
  • e. 'nutsvoorziening', een nutsvoorziening;
  • f. 'garage', een garagebedrijf;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen, alsmede kantoren en detailhandel zoals nader omschreven in lid 3.4.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
  • c. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder en met lpg' mag ter plaatse van het opgenomen maatvoeringsvlak een overkapping gerealiseerd worden waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan op de plankaart staat aangeduid.
3.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 4 m.
  • b. het gestelde onder a. is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken, waarvoor een maximale bouwhoogte van 15 m geldt;
  • c. in uitzondering op het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terreinafscheidingen niet meer dan 1 m bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van:

  • a. lid 3.2.1, ten behoeve van het realiseren van uitbreidingen van een gebouw en/of vrijstaande bijgebouwen bij een hoofdgebouw buiten het op de plankaart aangegeven bouwvlak, waarbij geldt dat:
    • 1. het gehele bijbehorende erf mag worden bebouwd;
    • 2. de hoogte van een uitbouw en/of een aangebouwd bijgebouw niet meer mag bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
    • 3. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw niet meer mag bedragen dan 4,50 meter;
    • 4. de afwijking niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van omwonenden;
  • b. lid 3.2.2, onder c ten behoeve van een erf- en/of terreinafscheiding met een maximum hoogte van 2 m, indien dit noodzakelijk is vanuit veiligheidsoverwegingen en er geen onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving optreedt.
3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Detailhandel is toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder en met lpg' is detailhandel uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit toegestaan;
  • c. ondergeschikt aan de bedrijfsbestemming zijn kantoren toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen ten aanzien van het bepaalde in lid 3.1 onder a:

  • opdat niet in de staat van bedrijfsactiviteiten voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven.