direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Wateringse Binnentuinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0203BWateringBin-50VA

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bevordering, ontwikkeling, behoud en/of herstel van de aldaar voorkomende natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. waterberging;
  • c. paden;

één en ander met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en overige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de bestemming Natuurgelden de volgende regels:

  • a. bebouwing is niet toegestaan.
6.3 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op of in de op de plankaart voor 'Natuur' bestemde gronden zonder of in afwijking van een vergunning van Burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen, egaliseren, alsmede
    • 2. het aanleggen of verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. de aanleg van waterlopen of de vergraving, verruiming of demping van reeds bestaande waterlopen;
    • 4. de aanleg van ondergrondse constructies, installaties of apparatuur, behoudens indien deze werken en werkzaamheden zijn aan te merken als een normaal bestanddeel van een doelmatige bedrijfsvoering;
  • b. De onder a genoemde verboden gelden niet:
    • 1. indien en voor zover de onder a genoemde werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met het normale beheer of onderhoud van de gronden;
    • 2. indien en voor zover deze vorm van gebruik van de grond verenigbaar is met het doel waarvoor de betreffende grond volgens het plan is bestemd;
    • 3. ten aanzien van werken en werkzaamheden die dienen ter instandhouding of voltooiing van werken die op het moment van de tervisielegging van het ontwerpplan reeds bestaan of in uitvoering zijn genomen.
    • 4. indien de werkzaamheden van ondergeschikte betekenis zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze:
    • 1. geen ingrijpende beletselen teweegbrengen voor een doelmatig gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 2. geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden elders in het plangebied ingrijpend verstoren.