Plan: | Escamplaan |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0202AEscamplaan-50VA |
De provincie Zuid Holland heeft kennis genomen van het plan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie.
Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid.
Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie. Deze reactie vervangt overigens niet een eventueel benodigde provinciale verklaring van geen bedenkingen op de grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Reactie
De reactie van de provincie Zuid Holland wordt voor kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van uw verzoek van 31 mei 2011 om een advies uit te brengen in het kader van externe veiligheid over het concept ontwerp bestemmingsplan Escamplaan te Den Haag bericht de Veiligheidsregio Haaglanden het volgende.
In het kader van fysieke en externe veiligheid is het plangebied en de directe omgeving beschouwd op de aanwezigheid van risicobronnen, zoals:
De veiligheidsregio Haaglanden constateert dat het plangebied niet in het invloedsgebied ligt van transportroutes gevaarlijke stoffen, buisleidingen of objecten waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is. Tevens is geconcludeerd dat de uitvoering van dit bestemmingsplan niet leidt tot een noemenswaardige toename of afname van bestaande risico's.
De Veiligheidsregio Haaglanden heeft aandacht gevraagd voor het toetsen van bereikbaarheid en bestrijdbaarheid van incidenten conform het standaard programma van eisen inrichting openbare ruimte uit het Handboek openbare ruimte. Concreet betreft dit de volgende punten:
Reactie
De geadviseerde maatregelen (borgen van voldoende bluswater, de toegankelijkheid van de hulpdiensten van het zuidelijk plandeel en de kwalificatie van de ontsluitingen) worden niet gereguleerd door het instrument van het bestemmingsplan. Aan deze aspecten zal bij de uitwerking van het bouwplan verder aandacht worden besteed.
Naar aanleiding van uw verzoek van 31 mei 2011 om advies bericht het Ministerie van Infrastructuur en Milieu - VROM Inspectie het volgende.
In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijke Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-inspectie coördineert de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, -projectbesluiten en -structuurvisies.
Het voorontwerpbestemmingsplan Escamplaan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.
Reactie
De reactie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu - VROM Inspectie wordt voor kennisgeving aangenomen.
Bij brief van 31 mei 2011 heeft Gasunie, namens u, het bovengenoemd voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het vooroverleg, zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, ontvangen. Het voornoemde plan is door ons getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M voor onze aardgastransportleidingen, zoals bepaald in het per 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Op grond van deze toetsing komen wij tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van onze dichtst bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.
Onder dankzegging voor de toezending, retourneren wij hierbij het voorontwerpbestemmingsplan.
Reactie
De reactie van de Gasunie wordt voor kennisgeving aangenomen.
De commissie Loosduinen heeft het verzoek om advies te geven over het concept bestemmingsplan Escamplaan (voormalige woonwagenlocatie) overgedragen aan het Wijkberaad Houtwijk, binnen wiens werkgebied deze locatie is gesitueerd, met het verzoek dit uit te werken namens de commissie Loosduinen.
Het Wijkberaad Houtwijk, dat deel uitmaakt van de Commissie Loosduinen, heeft met vereende inspanning een zo groot en breed mogelijke enquete gehouden onder de bewoners die het dichtst bij de voormalige woonwagenlocatie wonen. De bewoners zijn geenqueteerd op de wijze die u onderstaand kunt lezen. De conclusie daaruit spreekt voor zich.
De Commissie Loosduinen, roemen de wijze waarop het Wijkberaad Houtwijk in zo korte tijd tot een breed gedragen advies is gekomen en conformeert zich aan het advies van het wijkberaad zoals dat hieronder is geformuleerd.
Advies van het Wijkberaad Houtwijk:
Naar aanleiding van het verzoek om advies aan de Commissie Loosduinen over het concept bestemmingsplan Escamplaan wil het Wijkberaad Houtwijk daar graag in voorzien. Het concept bestemmingsplan is door het Wijkberaad Houtwijk voorgelegd aan de omliggende wijkbewoners die aan de 2 voorgestelde ontsluitingsroutes aan de Q.A. Nederpelstraat wonen en hen gevraagd om hun mening te geven over met name met de bestaande en de toekomstige verkeerssituatie in hun straten.
De bevraagde huizen aan de routes bevinden zich ondermeer in de volgende straten: Q.A. Nederpelstraat, PC Valentinstraat, Dr. J. Presserstraat en G.J. van Marrewijkstraat. Van de 168 uitgezette enqueteformulieren hebben we er in één week tijd 64 terug mogen ontvangen, of wel 40% van de bewoners heeft haar mening over het voorstel naar ons teruggekoppeld. Daarbij viel op dat iedere inzending van een kwalitatief hoog niveau was, met onderbouwde argumenten.
De bewoners staan uitermate kritisch tegenover uw plan en vinden het voor wat betreft de voorgestelde ontsluitingen een onacceptabel bestemmingsplan.
Na het doorlezen van alle antwoorden kunnen we als wijkberaad en Commissie Loosduinen alleen maar instemmen met de mening van de 64 bevraagde wijkbewoners en scharen wij ons volledig achter hun mening en wensen.
Het Wijkberaad Houtwijk en de Commissie Loosduinen zijn van mening, dat de reeds bestaande uitgang van het voormalige woonwagenkamp naar de Escamplaan moet blijven. De nieuwe buurtbewoners hebben hun eigen ontsluiting nodig en moeten de bestaande buurtbewoners aan de achterzijde van het voormalig woonwagenkamp niet belasten met extra verkeersbewegingen. DSO dient een plan te ontwerpen voor een tweede ontsluiting op Dekkershoek.
Onderbouwing van het advies:
De volledige reactie van de Commissie Loosduinen/ Wijkberaad Houtwijk (inclusief de uitkomst van de enquete) is als bijlage bij de toelichting gevoegd.
Reactie
ad.I.
Voor de inrichting van de openbare ruimte heeft de gemeente het Handboek Openbare ruimte opgesteld. In dit handboek zijn onder meer ontwerpeisen en technische bepalingen opgenomen voor de zogenaamde 'civieltechnische werken'. Hier vallen gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen onder maar ook andere werken zoals bruggen, duikers en hekwerken.
De Q.A. Nederpelstraat is een buurtontsluitingsweg welke valt onder de categorie “Erftoegangswegen”. In dit handboek is voor deze categorie wegen een minimummaat en een gewenste maat opgenomen. Voor erftoegangswegen bedragen deze maten 4,5 m respectievelijk 5 m. De Q.A. Nederpelstraat heeft over de hele lengte een breedte van 5,7 m.
Op het gedeelte van de Q.A. Nederpelstraat tussen het plangebied en de kruising met de Escamplaan is de volledige 5,7 m beschikbaar, parkeren gebeurt hier in parkeerplaatsen naast de rijweg. Auto's kunnen elkaar hier goed passeren. De Q.A. Nederpelstraat voldoet in dat opzicht aan de minimummaat en is op een gedeelte zelf ruimer dan de gewenste maat.
Op een aantal weggedeelten van Q.A. Nederpelstraat is de beschikbare wegbreedte kleiner dan de 5,7 m. Dit komt doordat niet overal aan beide zijde separaat parkeervakken zijn aangebracht, waardoor aan één zijde auto's geheel of gedeeltelijk op de rijbaan staan. De effectieve breedte is op zulke plaatsen kleiner dan 4 m. Het betreft met name het gedeelte tussen huisnummers 218 en 242 en tussen huisnummers 45 en 75. Op deze plekken kunnen auto's elkaar niet altijd passeren en moeten op elkaar wachten of even uitwijken bij een lege parkeerplek.
Voor wat betreft het wegvak tussen nummer 218 en 242 zal de planontwikkeling niet leiden tot een toename van het aantal verkeersbewegingen op dit gedeelte van de Q.A. Nederpelstraat in die zin dat de door de bewoners gestelde opstoppingen in objectieve zin zullen toenemen. Door de locatie van de ontsluitingen zal het verkeer vanuit het plangebied in het plangebied de keuze maken tussen de richting Q.A. Nederpelstraat/Escamplaan of de richting Q.A. Nederpelstraat/M. van Hennebergweg en kiest daarbij doorgaans de snelste route. Buitenom via dit gedeelte van de Q.A. Nederpelstraat is dan geen logische keuze. Op het gedeelte tussen huisnummers 45 en 75 betekent de beperkte toename van het verkeer dat het verkeer iets vaker op elkaar moet wachten bij het passeren op de plekken dat dit niet mogelijk is. Gelet op de beperkte toename (zie beantwoording punt II) wordt dit acceptabel geacht. Er is overigens aan deze zijde van de woonwijk ook nog een alternatieve ontsluiting op de M. van Hennebergweg via de J. Bosmanstraat.
ad. II.
Voor wat betreft het aantal verkeersbewegingen per woning is uitgegaan van landelijk aanvaarde uitgangspunten. Per woning gaat men uit van gemiddeld 4,5 verkeersbewegingen per dag, waarvan 10% in de spitsuren plaatsvindt. In deze verkeersbewegingen per dag zit het woon-werkverkeer, overig verkeer maar ook het bezoekend verkeer.
Uitgaande van de bovenstaande cijfers blijkt dat het plangebied circa 405 verkeersbewegingen per dag zal genereren, waarvan 10% in de spitsuren zal plaatsvinden. Er zijn twee ontsluitingen in het plangebied dus per ontsluiting zullen er circa 202 verkeersbewegingen per dag zijn. In de spitsuren betekent dit 20 auto's (afgerond) per richting, hetgeen neerkomt op 1 auto per 3 minuten. Hoewel het aantal verkeersbewegingen zal toenemen zal deze toename beperkt zijn en ook niet leiden tot onaanvaardbare wachttijden om de parkeerplekken te verlaten.
ad. III./IV.
Door de bewoners wordt aangegeven dat door het aantal bochten de weg niet geschikt is als ontsluitingsweg en dat er al vaak noodstops gemaakt dienen te worden. Daarnaast zijn zij bang dat de veiligheid van kinderen in gevaar komt als er extra verkeer bij komt.
De Q.A. Nederpelstraat heeft op dit moment al de functie van buurtontsluitingsweg. Zoals onder I. is aangegeven voldoet de inrichting van de weg aan de eisen die aan een dergelijke weg gesteld worden.
Uit de ongevallendatabase Viastat blijkt dat in de periode 2000-2009 op deze weg 11 ongevallen hebben plaatsgevonden verspreid over 6 locaties/weggedeelten. Bij deze ongevallen was in 10 gevallen uitsluitend sprake van materiele schade, slechts in één geval was sprake van een slachtoffer. Dit laatste ongeval betrof een aanrijding tussen een auto en een bromfietser in 2003. Hierbij was door de auto geen voorrang verleend. Overig was hierbij geen sprake van een ernstig ongeval (geen ziekenhuisopname). Mede gelet op het aantal en aard van de ongevallen op de diverse locaties over de periode 2000-2009 is de inrichting van de weg verkeersveilig en zal deze door de planontwikkeling niet negatief wordt beïnvloed.
De Q.A. Nederpelstraat heeft verder een duidelijke inrichting waarbij er ruimte is voor de auto's en (brom)fietsers (de rijbaan is van asfalt, in hoofdzaak voorzien van separaat aangegeven parkeervakken) alsook langzaam verkeer (de straat is in hoofdzaak aan beide zijden voorzien van een stoep). Gelet op de hiervoor gemelde inrichting en huidige functie van de Q.A. Nederpelstraat en het aantal ongelukken die hier hebben plaatsgevonden in combinatie met het aantal verkeersbewegingen dat het plangebied zal genereren, zijn wij van mening dat de Q.A. Nederpelstraat geschikt is als ontsluitingsweg voor het plangebied en dat de veiligheid van kinderen hierdoor niet in objectieve mate zal verslechteren.
ad. V.
In het kader van het vooroverleg zijn de hulpdiensten (Veiligheidsregio Haaglanden en Politie Haaglanden) op de hoogte gesteld van dit bestemmingsplan en de daarin opgenomen ontwikkeling en ontsluitingen. De hulpdiensten hebben ten aanzien van de bereikbaarheid van het plangebied (met uitzondering van het soort ontsluiting) geen opmerkingen gemaakt.
Gelet op hetgeen aangegeven onder I en het feit dat de hulpdiensten ook geen belemmeringen zien in de bereikbaarheid van het plangebied verwachten wij op dit punt geen problemen.
ad. VI.
Het zicht op de M. van Hennebergweg is vanuit de Q.A. Nederpelstraat niet optimaal. Echter uit de ongevallendatabase blijkt dat er in de afgelopen 10 jaar slechts 1 ongeluk is gebeurd. Dit betrof een aanrijding tussen een auto en een tractor. Hierbij was door de auto geen voorrang verleend.
Ondanks dat kruising M. van Hennebergweg en de Q.A. Nederpelstraat geen optimale verkeerssituatie is, geeft dit geen aanleiding tot een groter aantal ongevallen dan gebruikelijk is op dit soort kruisingen. Wel zal het oversteken hierdoor gemiddeld iets langer duren dan gebruikelijk. Zoals ook onder II. is aangegeven gaat het om een beperkt aantal auto's extra (gemiddeld 200 per dag). In de spits-uren (8-9 en 17-18) gaat het dan om 1 auto per 3 minuten extra en in de overige periode om 10 auto's per uur.
Deze cijfers geven geen aanleiding om te veronderstellen dat het verkeer ter plaatse van de kruising M. van Hennebergweg/Q.A. Nederpelstraat voor langdurige opstoppingen zal zorgen.
ad. VII./VIII.
De Escamplaan is in de provinciale structuurvisie aangemerkt als een '(Boven)regionale wegverbinding' . In het kader van het zuidvleugelnet (de (boven)regionale rail- en busverbindingen die gezamenlijk een samenhangend en hoogwaardig openbaar vervoersnet binnen Zuid-Holland vormen) is de Escamplaan aangewezen als 'regionale verbinding (voorlopig voor bus)'. De Escamplaan is een bestaande weg die functioneert als onderdeel van het (boven)regionaal of provinciaal wegennet.
In de nota Haagse Nota Mobiliteit (voorontwerp juli 2009, verwachte vaststelling 22 september 2011) is de Escamplaan als een stedelijke hoofdweg aangegeven. Stedelijke hoofdwegen vereisen een goede doorstroming, voldoende capaciteit en een herkenbare inrichting. In het streefbeeld hebben deze wegen een gemiddelde trajectsnelheid van 20 tot 25 km/u. De stedelijke hoofdwegen verdelen het verkeer vanaf de Internationale Ring en de regionale toegangswegen naar de concentraties van werkgelegenheid, voorzieningen en woonwijken. Daarnaast zijn deze wegen bestemd voor verplaatsingen tussen de Haagse woongebieden onderling en tussen de woongebieden en het stadscentrum.
Door de functie van de Escamplaan als stedelijke hoofdweg is de doorstroming essentieel. Ontsluitingen verminderen deze doorstroming. Ook de door omwonenden aangedragen rotonde en invoegstrook verminderen de doorstroming van verkeer.
Ontsluitingen op doorgaande wegen zijn in beginsel mogelijk als er geen andere alternatieven zijn. In onderhavig geval is de locatie beoordeeld op mogelijke ontsluitingen. Dit betreft de Escamplaan, het bedrijventerrein Dekkershoek en de Q.A. Nederpelstraat.
Ten behoeve van de bereikbaarheid van de hulpdiensten dient het plangebied over minimaal 2 ontsluitingen te beschikken. Op deze wijze is het plangebied altijd vanuit twee richtingen bereikbaar. Twee ontsluitingen op de Escamplaan vanuit het plangebied betekent dat er binnen 100 m twee aansluitingen komen. Vanwege het verwachte verkeersaanbod zal het in dit geval dan gaan om kruisingen zonder verkeerslichtinstallatie. Het wegbeeld van de Escamplaan (2 rijbanen ) en daarbij beoogde functie (doorstromend verkeer) creëert een verwachting van de weggebruiker. Twee 'ongeregelde' kruisingen kort op elkaar passen hier niet in en kunnen leiden tot verkeersonveilige situaties.
Een ontsluiting via het bedrijventerrein Dekkershoek is in verband met de verkeersveiligheid voor langzaam verkeer een ongewenste situatie. De aard van het bedrijventerrein brengt met zich mee dat daar veel (zwaarder) verkeer rijdt in de vorm van vrachtwagens en busjes. Bij ontsluiting(en) op het bedrijventerrein zal ook het langzaam verkeer (voetgangers, (brom)fietsers) vanuit het plangebied en wellicht ook een deel van de huidige bewoners van Houtwijk hiervan gebruik maken. Doordat een groot deel van de verkeersbewegingen bestaan uit vrachtverkeer zal ontsluiting via het bedrijventerrein leiden tot verkeersonveilige situaties. Dit zorgt ervoor dat de verkeersveiligheid van deze verkeersdeelnemers in het geding komt. Omdat verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers bij het maken van en bij het beoordelen van ontsluitingen een rol speelt, wordt gekeken naar alternatieven die wel voor alle deelnemers een veilige deelname aan het verkeer kunnen zorgen. Daarnaast is er ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt bezwaar tegen deze ontsluiting(en). Immers de wijk Houtwijk is het uitgangspunt voor de verkaveling en stedenbouwkundige uitwerking van de locatie. Het plangebied zal straks deel uit gaan maken van de wijk. Ontsluiting(en) van een woonwijk via een bedrijventerrein is ook in stedenbouwkundig oogpunt geen wenselijke situatie. Overigens is de gemeente ook geen eigenaar van de gronden die direct naast het plangebied liggen.
De omwonenden maken geen bezwaar tegen het doortrekken van de groene wal, mits er een onderbreking voor de bestaande ontsluiting wordt ingelast. Aangegeven wordt hierbij dat een grote meerderheid van de huidige bewoners hiervan geen gebruik zal maken, omdat de ontsluitingen aan de M. van Hennebergweg en de Dr. J. Presserstraat nog altijd als de minst vervelende route zal worden beschouwd. Ook geven zij aan dat niemand ooit heeft gemerkt dat de doorstroming van de Escamplaan werd gehinderd door de woonwagenbewoners.
Op onderhavige locatie was voorheen een woonwagenkamp gevestigd. Feitelijk stonden hier circa 60 woonwagens. Deze gronden worden thans heringericht tot een nieuwe buurt behorende bij Houtwijk. Op grond van het bestemmingsplan zijn straks maximaal 90 woningen mogelijk. Gelet op het aantal woningen in de nieuwe situatie zullen deze meer verkeersbewegingen genereren dan voorheen het geval was. Ook huidige bewoners en/of bezoekers kunnen van deze ontsluiting gebruik maken als deze is aangelegd. Ook met deze verkeersbewegingen dient rekening te worden gehouden. Gelet op de functie van de Escamplaan als regionale verbindingsweg zal dit de gewenste doorstroming beperken.
Door de bewoners is tevens aangegeven dat de ontsluitingen op de Q.A. Nederpelstraat zorgen voor luchtvervuiling. In de toelichting van het bestemmingsplan (paragraaf 4.4) is nader ingegaan op de luchtkwaliteit. Hiervoor zijn landelijke normen (concentraties) vastgesteld waaraan elk bouw-en bestemmingsplan aan moet voldoen. Uit deze paragraaf volgt dat onderhavige ontwikkeling niet 'in betekende mate' bijdraagt aan de concentraties fijn stof en stikstof in de buitenlucht.
Uit het voorgaande blijkt dat tegen de mogelijke ontsluitingen aan de Escamplaan en het bedrijventerrein Dekkershoek bezwaren bestaan vanuit verkeerskundig (beide ontsluitingen) en stedenbouwkundig (Dekkershoek) oogpunt. Doordat de Q.A. Nederpelstraat nu al fungeert als buurtontsluitingsweg en voldoet aan de daaraan gestelde vereisten (Handboek Openbare Ruimte) is dit een geschikte mogelijkheid. Het aantal verkeersbewegingen dat de ontwikkeling genereert kan op deze straat worden verwerkt. Bovendien is de straat voor de aansluiting van het langzame verkeer vanuit verkeersveiligheidsoogpunt de meest verkeerveilige keuze. Doordat voor de verkaveling en stedenbouwkundige uitwerking van de locatie aansluiting wordt gezocht bij de wijk Houtwijk hebben ontsluitingen via deze wijk ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt de voorkeur. Om deze redenen is gekozen voor een tweetal ontsluitingen via de Q.A. Nederpelstraat.
ad. IX.
Het parkeren is een onderdeel van het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente. Voor de gehele stad heeft de gemeenteraad parkeernormen vastgesteld. Ook voor het onderhavige plangebied gelden deze normen. In de regels wordt verwezen naar deze normen en deze zijn ook als bijlage bij de regels gevoegd. Het onderhavige plan voldoet hiermee aan de parkeereisen die voor een dergelijke ontwikkeling zijn gesteld. Overigens zijn de normen lager dan de door de bewoners aangehaalde 2 auto's per woning.
ad. X.
Zoals hierboven is aangegeven is de Q.A. Nederpelstraat een buurtontsluitingsweg. Inherent aan het wonen aan een dergelijke weg zijn bepaalde vormen van hinder (o.a. verkeersbewegingen, geluid). Het wonen in een stad aan een weg brengt risico's met zich mee. Door de veranderde verkeersmobiliteit afgelopen decennia zijn het aantal mensen met een of meerdere auto's fors toegenomen en hiermee ook de daarmee samenhangende verkeersbewegingen.
In het ASVV 2004 (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) van het CROW (het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) wordt voor een 30 km/h zone een maximum intensiteit van 5000-6000 mvt/etmaal als acceptabel geacht (dit komt neer op 500 auto's in de spits). Het aantal verkeersbewegingen op de Q.A. Nederpelstraat, met inbegrip van de nieuwe woningen, ligt ruimschoots binnen deze intensiteit.
Hoewel dit algemene uitgangspunten zijn, geven deze wel een indicatie van de mate van hinder die landelijk aanvaardbaar is op een weg zoals de Q.A. Nederpelstraat. Door onderhavige ontwikkelingen zullen het aantal verkeersbewegingen toenemen maar door het maximaal aantal woningen zal de hinder hiervan beperkt zijn.
ad. XI.
In reactie op de eerdere punten van de Commissie Loosduinen/Wijkberaad Houtwijk is uitgebreid ingegaan op de mogelijke ontsluitingen.
Het hoogheemraadschap kan met het bestemmingsplan instemmen. Het hoogheemraadschap heeft nog wel de volgende opmerkingen. Op de verlegging van de watergang is de beleidsregel 'dempen is graven' van toepassing, hetgeen betekent dat de hoeveelheid oppervlaktewater niet mag afnemen als gevolg van de ontwikkeling. Voor het dempen en graven van watergangen dient een vergunning te worden aangevraagd in het kader van de Waterwet.
Reactie
De opmerkingen van het hoogheemraadschap zullen in de procedure van het bouwplan worden betrokken.