direct naar inhoud van 3.3 Sectoraal beleid
Plan: Scheveningen Dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA

3.3 Sectoraal beleid

3.3.1 Bebouwing, beschermd stadsgezicht en monumenten

De metamorfose, die in het masterplan Scheveningen-Kust voor de deelgebieden Bad en Haven is voorzien, geldt niet voor Scheveningen Dorp. Dorp is en blijft de authentieke kern van het gebied met de Keizerstraat als centrale as. Dit bestemmingsplan heeft dan ook vooral een conserverend karakter. De bestaande stedenbouwkundige structuur wordt volledig gehandhaafd. Een uitzondering hierop geldt voor de bebouwing langs doorgaande wegen en groen. De voorgenomen maatregelen uit het masterplan, die van invloed zijn op het functioneren van het Dorp, hebben gemeen, dat zij tot doel hebben om het authentieke karakter van Dorp zoveel mogelijk te versterken. Die maatregelen hebben slechts in een enkel geval betrekking op de bebouwing in Dorp. Zo wordt de locatie van het voormalige postkantoor herontwikkeld en bevat het bestemmingsplan de mogelijkheid om ter plaatse van de gedempte binnenhaven een parkeergarage te realiseren.

Het plangebied valt in zijn geheel in het gemeentelijk beschermd stadsgezicht Scheveningen-Dorp met uitzondering van een paar kleine stukjes: de panden aan de Kanaalweg en de Duinweg zijn onderdeel van het rijksbeschermd stadsgezicht Van Stolkpark / Scheveningse Bosjes en het gebied ten zuiden van de Zeeruststraat – de keerlus van lijn 11 – en de zuidzijde van de Doornstraat behoren niet tot een beschermd stadsgezicht (zie paragraaf 2.3.1.2).

De gemeenteraad is verplicht om ter bescherming van een beschermd stadsgezicht een bestemmingsplan vast te stellen. Deze verplichting is voor wat betreft een rijksbeschermd stadsgezicht verankerd in de Monumentenwet 1988 en voor wat betreft een gemeentelijk beschermd stadsgezicht in de Monumentenverordening. Wijziging van een rijks- of gemeentelijk monument is zonder een vergunning van burgemeester en wethouders verboden (artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 9 van de Monumentenverordening Den Haag). In paragraaf 2.3.1.3 worden de monumentale gebouwen genoemd die als rijksmonument of gemeentelijk monument zijn ingeschreven. Aanwijzing van een stadsgezicht leidt niet tot individuele bescherming van de bebouwing, maar is gericht op het in stand houden van de waardevolle karakteristieken, die in de toelichting op de aanwijzing zijn gedefinieerd. Hoe met de cultuurhistorische waarden moet worden omgegaan bij nieuwe ontwikkelingen in een gemeentelijk beschermd stadsgezicht staat in de notitie 'Bouwen en behouden in beschermde stadsgezichten'. Voor het gebied zijn ordekaarten vervaardigd, waarmee het cultuurhistorisch gehalte van de straatwanden in drie ordes is aangegeven. Hierdoor is het mogelijk het beleid te concentreren op die straatwanden, die in hoge mate de cultuurhistorische waarden van het betreffende stadsgezicht vertegenwoordigen. Deze ordening is onderdeel van de welstandstoets bij (individuele) bouwplannen in het beschermde stadsgezicht. De drie ordes zijn als volgt gedefinieerd:

  • straatwand van de 1e orde: straatensembles van de eerste orde bezitten een hoge ensemblewaarde en zijn als het ware de dragers van het beschermd stadsgezicht. Het zijn de straatwanden met de meest geslaagde architectuur, de fraaiste groenaanleg en belangrijke zichtassen;
  • straatwand van de 2e orde: deze beeldondersteunende straatensembles zijn alle overige straten, met straatwanden, die dateren uit de tijd, dat de wijk werd aangelegd en waar de oorspronkelijke aanleg en het architectuurbeeld nog goed zijn bewaard;
  • straatwand van de 3e orde: straatwanden met een later sterk gewijzigde stedenbouwkundige opzet en architectuur die niet meer aansluit op het oorspronkelijk stedelijk weefsel. Dit zijn meestal ingrepen uit een latere periode.

In het plangebied is een aantal straatwanden van de 1e orde gedefinieerd (zie onderstaande kaart):

  • de Keizerstraat, plus de Wassenaarsestraatzijde van de kerk,
  • het Dr. De Visserplein;
  • de vissershuisjes aan de Ankerstraat en de Zeilstraat;
  • de Badhuiskade tussen de Zeilstraat en de Wassenaarsestraat;
  • de Rusthoekstraat;
  • de Cornelis Jolstraat tussen de Rusthoekstraat en de Symonszstraat;
  • de Symonszstraat tussen de Kanaalweg en de Cornelis Jolstraat;
  • de Pansierstraat en;
  • de Havenkade van Vijzelstraat tot Pansierstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA_0002.png"

Ordekaart Scheveningen Dorp

3.3.2 Verkeer en infrastructuur

Algemeen

Elk jaar bezoeken miljoenen mensen de kuststrook van Scheveningen. Zij arriveren per auto, per openbaar vervoer, op de fiets, lopend of op een andere manier. Al deze bezoekers vertrekken ook weer uit Scheveningen-kust. En elke dag gaan ook de meeste bewoners op pad, binnen hun gebied of erbuiten. Al deze mensen hebben in ieder geval één gemeenschappelijke wens: ze willen zichzelf zo gemakkelijk mogelijk kunnen verplaatsen. Verbetering van de bereikbaarheid is een absolute voorwaarde, als Scheveningen uit wil groeien tot dé badplaats van Noordwest-Europa, een ambitie die is vastgelegd in het Masterplan Scheveningen-kust. Op dit moment zijn er, vooral op zomerse dagen, veel problemen met de doorstroming van het verkeer. Het verkeersaanbod zal in de toekomst nog toenemen door de komst van extra voorzieningen. Dat zal leiden tot een zwaardere belasting van het wegenstelsel door het autoverkeer en tot meer druk op de openbare ruimte en de verkeersveiligheid, vooral langs de kustroute. Het treffen van maatregelen en ingrepen in de infrastructuur zijn zodoende een noodzaak voor de komende jaren.

Deze ontwikkelingen, het treffen van maatregelen en ingrepen in de infrastructuur zijn op hoofdlijnen beschreven in het Masterplan Scheveningen-kust. Zo beschrijft dit masterplan een gewenste verkeersstructuur, waarbij ingrepen in de autoverkeersstructuur, op het gebied van openbaar vervoer en ten behoeve van het langzaam verkeer worden voorgesteld. Naast deze fysieke maatregelen, die hieronder beknopt worden beschreven, worden in het genoemde masterplan aanvullende maatregelen beschreven op het gebied van parkeren, Park+Ride, verkeersmanagement, bewegwijzering en communicatie over parkeermogelijkheden.

Met de maatregelen uit het Masterplan Scheveningen-kust en uit andere verkeersprojecten die onder andere in het kader van de Haagse Nota Mobiliteit en diverse andere beleidsnotities en jaarprogramma's worden uitgevoerd wil de gemeente de doorstroming van al het verkeer in Scheveningen stimuleren.


Openbaar Vervoer

De komende jaren staan binnen de gemeente Den Haag ingrijpende verbeteringen van het openbaar vervoer op stapel. Dat gebeurt aan de hand van de toekomstplannen van het stadsgewest Haaglanden voor Randstadrail en breed trammaterieel. Deze ambitieuze plannen onder de naam 'Netwerk RandstadRail' gaan onder meer over het geschikt maken van bestaande tramlijnen voor breder trammaterieel en de aanleg van Parkeer+Reis-terreinen bij diverse stations.

Voor Scheveningen is van belang, dat de tramlijnen 1,9 en 11 geschikt zullen worden gemaakt voor breder trammaterieel. Dat betekent: meer comfort, een hogere rijfrequentie en snellere verbindingen. Dat alles vraagt om flinke aanpassingen in de spoorinfrastructuur. Het nieuwe materieel is nu eenmaal zwaarder en breder dan het huidige materieel. De gewenste hogere snelheid is mogelijk op lange, vrijliggende tracés buiten Scheveningen. In Scheveningen zal de snelheid lager zijn als de situatie daar aanleiding toe geeft. Ook zal op sommige tracés medegebruik door andere verkeersdeelnemers onvermijdelijk zijn, maar uitgangspunt is om de tram zoveel mogelijk gebruik te laten maken van een eigen baan.

Van de drie genoemde lijnen lopen alleen de lijnen 11 en 1 door het plangebied. Lijn 11 zal volgens plan in 2012 worden opgewaardeerd. Tramlijn 1 zal naar verwachting voor 2020 aan de orde komen. Het bestemmingsplan staat deze ontwikkeling niet in de weg.


Autoverkeer

Scheveningen is met de auto bereikbaar via diverse wegen: de Nieboerweg, Houtrustweg,

Kranenburgweg, Van Boetzelaerlaan, Statenlaan, Scheveningseweg, Nieuwe Parklaan, Badhuisweg en Van Alkemadelaan/Zwolsestraat. De meeste van deze routes lopen dwars door woongebieden heen. Op piekdagen leidt dat tot veel overlast bij de bewoners. De ingrepen in de verkeerstructuur zoals opgenomen in de Haagse Nota Mobiliteit en het Masterplan Scheveningen-kust zijn erop gericht het bezoekers-/strandverkeer op twee routes te concentreren:

  • 1. Van Alkemadelaan/Zwolsestraat voor Bad
  • 2. Houtrustweg voor Haven.

De Scheveningseweg blijft de hoofdroute om Dorp te bereiken. De beide overige routes, te weten de Nieuwe Parklaan en de Stadhouderslaan-Statenlaan zijn bedoeld voor de ontsluiting van de woonbuurten rondom deze beide wegen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA_0003.jpg"

Doorstroming verbeteren

Op de nieuwe Boulevard tussen de Scheveningseslag en de havens wordt eenrichtingsverkeer ingesteld van noord naar zuid. De verkeersdruk op het achterliggende gebied zal hierdoor toenemen. Binnen Scheveningen-Dorp is de route tussen de Westduinweg, via de Duinstraat, de Prins Willemstraat, de Jurriaan Kokstraat en de Badhuiskade naar de Gevers Deynootweg een belangrijke verbinding. In het Masterplan Scheveningen-kust is deze verbindingsroute benoemd als een route waarop doorstroming bevorderd moet worden.

Om sluipverkeer door de woongebieden van Scheveningen-Dorp te voorkomen en de doorstroming binnen de huidige structuur te verbeteren, wordt een aantal flankerende maatregelen genomen, vooral in Havenkwartier Noord. In Dorp is het kruispunt Scheveningseweg – Duinstraat heringericht. Voor het overige zullen aanpassingen aan de verkeersstructuur tussen deze kruising en de Gevers Deynootweg pas plaatsvinden, als lijn 1 geschikt wordt gemaakt voor breder trammaterieel.


Parkeren, P+R en reisinformatie

Met een consequent parkeerbeleid is overlast van strand- of horecabezoek in woongebieden te

beperken. Uitgangspunt van alle maatregelen is dat bewoners, ondernemers en bezoekers op de plekken kunnen komen die voor hen belangrijk zijn. Het betekent ook dat niet alle plekken per auto voor iedereen bereikbaar hoeven te zijn. Strand-, horeca- of theaterbezoekers die de auto nemen, moeten uit woonbuurten worden geweerd om verkeer- en parkeeroverlast te voorkomen. In het Masterplan Scheveningen-kust is vastgelegd dat het gewenst is om op termijn in het gehele kustgebied van Scheveningen betaald parkeren in te voeren.

De parkeerdruk in Scheveningen is hoog. In Dorp-Oost is begin 2009 betaald parkeren ingevoerd. In het aangrenzende Seinpostduin was dat al eerder het geval. Geleidelijke uitbreiding van betaald parkeren voor de gehele kuststrook is wenselijk om de parkeerdruk op piekdagen te verminderen. Op dit moment zijn er drie parkeergarages in Scheveningen, alle drie buiten het plangebied. In het masterplan zijn een aantal mogelijkheden voor extra parkeergarages opgenomen, waarvan twee in het plangebied:

  • 1. een locatie in de groenstrook van de gedempte binnenhaven en
  • 2. op de plek van het postkantoor op de hoek van de Badhuisstraat en de Hoge Prins Willemstraat (zie ook paragraaf 5.2.3)


De eerste locatie wordt gebuikt als compensatie van parkeerplaatsen die bij de herinrichting van de Boulevard komen te vervallen. Tevens biedt deze locatie ruimte aan parkeerplaatsen voor de buurt.

De invoering van betaald parkeren in Scheveningen Dorp-West kan pas doorgang vinden als er voldoende parkeercapaciteit is toegevoegd. In het kader van het programma P2500 is de Gemeente Den Haag bezig met het toevoegen van parkeerplaatsen voor bewoners in woonbuurten met de grootste parkeerproblemen, en het gebied tussen de Keizerstraat en de Haven is één van deze gebieden. In de afgelopen jaren zijn in het kader van de herinrichting van straten al veel parkeerplaatsen duidelijker aangegeven. Voortbordurend op eerdere plannen zijn een aantal mogelijkheden verkend

  • voor toevoeging van parkeerplaatsen op straat, onder andere de Duinstraat / Jacob Pronkstraat (langs het tramspoor)
  • realisatie van stallingsgarages voor bewoners, bijvoorbeeld het Dr. de Visserplein of het gebied aan de Adriaan Coenenstraat. Deze mogelijkheid is niet in dit bestemmingsplan opgenomen.


De gemeente Den Haag volgt het beleid van het stadsgewest Haaglanden voor de aanleg van

P+R-terreinen in de regio. Tot 2020 is er behoefte aan 5000 extra parkeerplaatsen voor P+R, met name in de regio en aan de rand van Den Haag. Maar ook binnenstedelijke locaties buiten Scheveningen kunnen in aanmerking komen voor gebruik als P+R-terrein. P+R-terreinen met snelle openbaarvervoersverbindingen kunnen een uitstekend alternatief voor bezoekers zijn om naar Scheveningen te komen.

Tot de benodigde maatregelen voor een betere bereikbaarheid van Scheveningen behoort het vroegtijdig informeren van automobilisten over de verkeerssituatie. Hierdoor kunnen bezoekers naar de gewenste toevoerwegen worden geleid: Houtrustweg voor Haven en Van Alkemadelaan/Zwolsestraat voor Bad. Ook kan informatie worden verstrekt over reistijden, vervoersalternatieven en parkeer- en P+R-mogelijkheden. Dit werkt alleen wanneer de informatie zo actueel en zo vroeg mogelijk beschikbaar is. Niet alleen thuis voor vertrek, maar ook onderweg naar Scheveningen, zowel op de snelwegen als in de stad. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld via internet, mobiele telefonie, digitale informatiepanelen langs wegen en parkeerverwijssystemen. De gemeente wil op die manier

bezoekers leiden naar verschillende linies van parkeervoorzieningen, evenwijdig aan de kust.

Uitgangspunt daarbij is dat de parkeertarieven dalen naarmate de parkeermogelijkheden zich verder van de kust af bevinden. Dat kan een extra stimulans zijn om niet in Scheveningen zelf te parkeren.


Langzaam verkeer

Ook fietsers, brommers, scooters en wandelaars komen naar Scheveningen. Door een aantal

verbeteringen moet Scheveningen voor hen aantrekkelijker worden. Zo wordt bij de herinrichting van de boulevard en de Prins Willemstraat terdege met deze groep verkeersdeelnemers rekening gehouden.


Fietsroutes noord-zuid

Er wordt een noord-zuid fietsroute gemaakt van Meijendal naar Kijkduin. Deze route loopt van de Westduinen, over de havenmond, langs de vernieuwde Boulevard, door Bad naar het Zwarte Pad en de Oostduinen/Meijendel. Zo wordt de huidige landelijke fietsroute tussen Den Helder en Sluis geheel langs de kust doorgetrokken.


Fietsroutes oost-west

Ook (recreatieve) fietsroutes van oost naar west zijn belangrijk. De mogelijkheden daartoe langs de lange lijnen van stad naar kust (Houtrustweg, Statenlaan, Scheveningseweg, Nieuwe Parklaan en Zwolsestraat) kunnen worden verbeterd. Aan de bestaande routes worden twee nieuwe toegevoegd: de groene loper langs het tracé van lijn 11 en de verbinding langs het Kanaal naar de Badhuiskade en het Seinpostduin. Verder wordt er nagedacht over loop- en fietsroutes tussen de tweede lijn en de Boulevard en het strand, maar ook over routes om de verbinding tot stand te brengen tussen het achterland en de aankomstplekken in Scheveningen.

Langs de gehele kuststrook komen meer en betere fietsenstallingen.

3.3.3 Wonen

In paragraaf 3.2.4 is de Structuurvisie Den Haag 2020 beschreven met daarin de toekomstvisie van de gemeente Den Haag. Daarin werd gesteld, dat de gemeente wil groeien naar 515.000 inwoners in 2020 om voldoende draagvlak te creëren voor grootstedelijke voorzieningen, en voor een goede economische sociale en culturele ontwikkeling. Om dat te bereiken was berekend, dat daarvoor vanaf 1 januari 2005 een toename van 41.000 woningen in de stad nodig zou zijn inclusief de sloop- en nieuwbouwplannen, die bij het opstellen van de visie reeds in de pijplijn zaten. Gemiddeld zou de voorraad dus met ongeveer 2700 woningen per jaar moeten toenemen. In de eerste vier jaar sindsdien is die doelstelling bij lange na niet gehaald: gemiddeld nam de voorraad slechts met 1100 woningen per jaar toe. Mede als gevolg van de crisis, waarin de woningmarkt in 2008 is terecht gekomen, is de ambitie in de Woonvisie Den Haag 2009-2020 naar beneden bijgesteld. Uitgegaan wordt van een nieuwbouwprogramma 2010-2020 van max. 25.000 woningen en de sloop van 9.000 woningen van het corporatiebezit resulterend in een groei van ca 16.000 woningen. De voorraad zal derhalve in 2020 20.000 woningen minder bevatten (nl. 251.000) dan in de structuurvisie werd geambieerd.
De kerndoelstelling van het Haagse woonbeleid is vergroten van de verscheidenheid, de vitaliteit en de duurzaamheid van de woningvoorraad. Het doel is een gevarieerde stad met voldoende plek voor alle inkomensgroepen. Daarvoor dient in elk geval de trend van wegtrekkende midden- en hoge inkomensgroepen gekeerd te worden. Daarnaast wil de stad zich nadrukkelijk profileren als stad geschikt voor stedelingen. Op dat vlak onderscheidt Den Haag zich van omliggende gemeenten met een suburbane of dorpse uitstraling. De groep stedelingen, die Den Haag wil vasthouden of aantrekken, is overigens uiterst divers van samenstelling. Het is de kunst om een gevarieerd aanbod van stedelijke woningtypen en woonsferen te creëren, dat past bij de woonwensen van deze brede groep stedelingen. Aan bepaalde groepen zal het komende decennium extra aandacht worden besteed, omdat zij in de bestaande voorraad onvoldoende worden bediend: jongeren en studenten, gezinnen, expats, empty-nesters en werkforensen. Deze groepen zijn van groot belang om de stad draaiende én levendig te houden. Dit gebeurt met een nieuwbouwprogramma, gericht op de woonwensen van deze groepen. In de afgelopen jaren heeft deze aanpak al resultaat in de gewenste richting opgeleverd.

In Den Haag worden vijf woonmilieus onderscheiden, vier stedelijke (hoogstedelijk, centrumstedelijk, stedelijk en groenstedelijk) en één suburbaan. Een woonmilieu zegt iets over verschijningsvorm en ligging in de stad. Het aantal woningen per hectare is daarbij erg bepalend voor het soort woonmilieu. Daarnaast wordt een aantal woonsferen onderscheiden. Een woonsfeer zorgt voor een unieke en karakteristieke uitwerking van een gebied, en is sterk gekoppeld aan een bepaalde dominante levensstijl.

In de Woonvisie wordt Scheveningen-Dorp gekarakteriseerd als stedelijk met een centrumstedelijk gedeelte in Oost ten noorden van de Marcelisstraat. De woonsfeer in West wordt als 'centrum-dorps' en in Oost als 'wonen aan de kust' getypeerd. Voor zover in Dorp van transformatie sprake zal zijn zal dat slechts op kleine schaal zijn. Waar nieuwbouw of verbouw aan de orde komt zal behalve met het behoud van de waardevolle karakteristieken, die tot de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht hebben geleid, ook met typeringen uit de Woonvisie rekening gehouden moeten worden. Dit bestemmingsplan biedt daarnaast op verschillende panden de mogelijkheid om dakopbouwen te realiseren (zie paragraaf 5.2.2).

3.3.4 Economie

Algemeen

Het is de ambitie om van Scheveningen een badplaats te maken, die het hele jaar voor bezoekers veel te bieden heeft. Scheveningen moet dé badplaats van Noordwest-Europa worden. Vernieuwing van de toeristische voorzieningen, het aanbieden van innovatieve concepten en grootschalige publieksevenementen zal Scheveningen een nieuw karakter en uiterlijk geven, waardoor het zich zal onderscheiden van andere badplaatsen. De genoemde ambities zijn vooral gericht op Bad en Haven. Scheveningen-Dorp heeft een authentieke, kleinschalige uitstraling en zal die ook behouden. Dorp is geen concentratiegebied voor toeristen, maar juist door zijn authenticiteit belangrijk voor het aanbod. Hier is plaats voor kleinschalige, bijzondere concepten voor detailhandel en horeca.


Bedrijven, kantoren, functiemenging

Het beleid is er op gericht om ondernemers die gebonden zijn aan een binnenstedelijke locatie in de stad te faciliteren en zoveel mogelijk functies te mengen.

In het verleden was er in Dorp veel aan de visserij gelieerde bedrijvigheid. Die sector is in de loop der jaren verdwenen of naar het havengebied verhuisd. De bedrijvigheid, die nog in Dorp aanwezig is, is over het algemeen kleinschalig van karakter. Slechts 23 adressen hebben een bedrijfsfunctie, waarvan eenderde ook nog slechts als opslagruimte fungeert. Ook kantoorruimte is in Dorp spaarzaam aanwezig en veelal kleinschalig. Alleen het stadsdeelkantoor, het kantoorgebouw aan de Hoge Prins Willemstraat en het bedrijvenverzamelgebouw voor de creatieve sector in de Zwaardstraat zijn fors van omvang. De kerk aan de Duinstraat is recent geschikt gemaakt als kantoorruimte. De bedrijven en kantoren, die in het gebied aanwezig zijn, kunnen gehandhaafd blijven. Nieuwe ruimte voor bedrijven of kantoren wordt in het bestemmingsplan niet expliciet mogelijk gemaakt.


Detailhandel en dienstverlening

Uitgangspunt van het regionale en gemeentelijke detailhandelsbeleid, verwoord in de Structuurvisie Detailhandel Haaglanden respectievelijk de Detailhandelsnota Den Haag is concentratie van winkels op bestaande locaties. Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd in Den Haag. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1.000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen.

De centrale as Keizerstraat – Prins Willemstraat is het economische hart van Dorp. Daar hoort ook de Badhuisstraat bij. In de detailhandelsnota wordt dit gebied gedefinieerd als wijkwinkelcentrum. In de nota uit 2005 wordt de positie van dit winkelcentrum als stabiel gekarakteriseerd. Die notie was gebaseerd op de ontwikkeling van 1994 tot 2000. Anno 2009 gaat die beoordeling nog steeds op. Het verkoopvloeroppervlak, dat in de periode 1994-2000 met 8% was afgenomen is sindsdien weer vrijwel op het niveau van 1994. Wel heeft een versterking plaatsgevonden van de dagelijkse sector – onder meer door de vestiging van een flinke supermarkt - ten koste van de niet-dagelijkse sector. Ook de dienstverlening in Dorp is geconcentreerd in het wijkwinkelcentrum. Zowel van het winkelbestand in Dorp als van het aantal adressen met een vestiging in de dienstverleningssector bevindt ca 85% zich in het wijkwinkelcentrum. De dienstverlening is in de Badhuisstraat wat sterker vertegenwoordigd dan in de Keizerstraat – Prins Willemstraat. Dat strookt met de visie van de gemeente, die voor de Keizerstraat – Prins Willemstraat vooral een rol ziet als winkel- en horecagebied terwijl de Badhuisstraat ruimte kan bieden aan vestigingen op het gebied van dienstverlening.

De positie van het winkelcentrum kan weliswaar als stabiel gekarakteriseerd worden, maar niet als sterk. In het masterplan Scheveningen-kust wordt geconstateerd, dat de Keizerstraat een economische stimulans nodig heeft om deze belangrijke winkelstraat beter te laten profiteren van de vernieuwde boulevard en over de volle lengte de aantrekkingskracht te vergroten. Daarbij gaat het om verbetering van de openbare ruimte, en om nieuwe functies. Bij het verbeteren van de openbare ruimte gaat het met name om een verbetering van de relatie van de Kalhuisplaats met de boulevard en de tramhalte van lijn 11 en om het verbeteren van het verblijfsklimaat in het gebied Prins Willemstraat / Prins Willemplein, dit laatste in combinatie met de herontwikkeling van de postkantoorlocatie voor voorzieningen, parkeren en wonen.

In het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de gewenste ontwikkelingen.


Horeca

Op 4 februari 2010 is de toekomstvisie Horeca 2010-2015 door de gemeenteraad vastgesteld. Bij Den Haag als internationale stad van vrede en recht hoort ook dat men kan genieten van culinaire hoogstandjes, men heerlijk een drankje kan nuttigen in een gezellig café, dat het goed toeven is op vele terrassen, dan men op zijn gemak de krant kan lezen in een grand café en dat men tot in de nachtelijke uurtjes op stap kan. Kortom: het Haagse horeca-aanbod verdient alle aandacht, zowel vanuit de ondernemers zelf als vanuit de gemeente. Dit vraagt om toekomstgericht beleid, dat beschreven is in de Toekomstvisie Horeca. Het gaat in deze visie niet alleen om het vastleggen van een nieuwe horecastructuur. De toekomstvisie geeft ook de gewenste ontwikkeling van het horeca-aanbod aan: hoe zorgt Den Haag voor nieuwe impulsen, waar ziet Den Haag kansen (segmenten, concepten, trekkers, locaties)? Omdat horeca een dynamische sector betreft, dient daarbij rekening gehouden te worden met flexibiliteit.

De Toekomstvisie Horeca bestaat uit vier delen, te weten:

  • visie en uitgangspunten
  • gebiedsgericht beleid
  • instrumentarium
  • handhavingsprotocol horeca


In de winkelstraten in Dorp heeft de horeca een ondersteunende functie. Bij de verhouding winkels en dienstverlening versus horeca wordt de 70/30%-regel in aantal vestigingen gehanteerd. Anno 2009 was die verhouding in de Keizerstraat / Prins Willemstraat 80/20% en in de Badhuisstraat 87/13%. Naast ruimte voor mengfuncties is uitbreiding van daghoreca dus mogelijk, liefst met relatief kleinschalige concepten. In het bestemmingsplan wordt tevens de ruimte geboden om de kop van de Keizerstraat (de Kalhuisplaats/Zeekant) na realisatie van het nieuwe boulevardplan te ontwikkelen als stepping stone richting Haven. Aangezien de Kalhuisplaats ook de verbinding vormt tussen de boulevard en de winkels in de Keizerstraat, zijn hier mogelijkheden voor lunchrooms, healthy fastfood en restaurants met terrassen. In dit gebied wordt ook volop gewoond. Uitbreiding met nachthoreca (late-night) is daarom niet toegestaan. Het kleinschalige karakter van Dorp moet zo veel mogelijk behouden blijven. Op termijn liggen er kansen bij het nieuw in te richten pleingebied bij het stadsdeelkantoor (de kruising Duinstraat/Scheveningseweg). Toevoeging van horeca op andere locaties wordt in het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt.

3.3.5 Onderwijs, Welzijn, Maatschappelijke Zorg en Volksgezondheid

Onderwijs

Met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs bestaan op hoofdlijnen twee gemeentelijke taken: bekostiging en regie. In Integrale Huisvestingsplannen Onderwijs stemt de gemeente in samenwerking met de schoolbesturen voor elk stadsdeel zo optimaal mogelijk vraag en aanbod van onderwijshuisvesting af. In deze plannen worden voor elk stadsdeel huisvestingswensen, plannen en ontwikkelingen vertaald in een concrete behoefte aan en spreiding van gebouwen. Zo bereiken gemeente en schoolbesturen een zo evenwichtig mogelijke spreiding van het onderwijs over de stad en zijn scholen op termijn zo efficiënt en adequaat mogelijk gehuisvest.

In het plangebied hebben momenteel nog vier locaties een onderwijsbestemming:

  • Gaffelstraat 83-85, heeft functie als wissellocatie. Functie blijft voorlopig gehandhaafd;
  • Willem Beukelszoonplein 7, heeft functie als wissellocatie. Functie blijft voorlopig gehandhaafd;
  • Duinstraat 55-57, hoofdvestiging van Praktijkschool De Poort. Deze zal naar verwachting in 2012 verhuizen naar nieuwbouw in de 2e Sweelinckstraat (buiten het plangebied). De locatie zal dan vrijkomen voor een andere functie;
  • De Franse school aan de Scheveningseweg is in 1994 gerealiseerd. Hier worden in de planperiode geen wijzingen verwacht.

Welzijn

De doelstellingen en de uitgangspunten van het gemeentelijke welzijnsbeleid zijn geformuleerd in het beleidsakkoord 'Meedoen' en in het meerjarenbeleidsplan WMO 'Aandacht voor elkaar'. Het gaat hierbij om:

  • het vergroten van de binding van de bewoners met hun buurt;
  • bewoners in staat stellen om verantwoordelijkheid te nemen voor de buurt;
  • het vergroten van de solidariteit van bewoners met de kwetsbare groepen in hun buurt;
  • het stimuleren van de ontmoeting tussen buurtbewoners.

Het welzijnswerk omvat een breed scala aan functies, die door verschillende instellingen en organisaties worden uitgevoerd. Hierbij gaat het om gesubsidieerde voorzieningen en activiteiten van vrijwilligers en professionals. Het professionele welzijnswerk is ondergebracht bij vier decentrale welzijnsorganisaties en vier zelfstandige buurthuizen. In Scheveningen functioneren de stichting Welzijn Scheveningen, die gevestigd is in de Keizerstraat 71c en Buurthuis Komunika aan de Jurriaan Kokstraat 177.

In het gebied is een aantal kindercentra aanwezig, waarin door verschillende organisaties zowel dagopvang als buitenschoolse opvang wordt aangeboden. Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 zijn de sturingsmogelijkheden van de gemeente ten aanzien van de spreiding en huisvesting van de kinderopvang beperkt. Hoewel de buitenschoolse opvang wettelijk niet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt denkt de gemeente mee met schoolbesturen en instellingen voor kinderopvang om de vraag van ouders zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden.

Daarnaast is in de Keizerstraat de YMCA gevestigd, een sociaal cultureel muziekcentrum, waar allerlei activiteiten op het gebied van cultuur en ontspanning geboden worden.


Maatschappelijke zorg en volksgezondheid

Op basis van de Wet Publieke Gezondheid dient de gemeente voor samenhang tussen de diverse onderdelen van zorg en dienstverlening te zorgen en voor voldoende toegankelijkheid van de voorzieningen. Het aanbod en de bereikbaarheid dient goed te zijn. Van gemeentewege wordt gestreefd naar multidisciplinaire samenwerking binnen de eerstelijnszorg. In iedere wijk is idealiter een kristallisatiepunt van zorg gesitueerd van waaruit naast zorg ook (zorg)informatie en (zorg)diensten kunnen worden geleverd.

Naast bovenstaande algemene (zorg)voorzieningen zijn er ook voorzieningen nodig voor burgers die minder bedeeld zijn. Niet alleen in economische zin maar vooral voor mensen die vanwege verstandelijke of fysieke beperkingen moeite hebben zelfstandig te wonen. Het is belangrijk om ook voor deze mensen woningen ter beschikking te hebben, waar ze zo nodig met begeleiding kunnen wonen. Daarnaast is er ook behoefte aan voorzieningen waar deze mensen gezamenlijk onderdak kunnen vinden, in de vorm van een opvang.

3.3.6 Cultuur

De gemeente Den Haag zet zich in voor een gevarieerd en breed cultureel aanbod, het ondersteunen van kwetsbare vormen van kunst en cultuur en het professioneel beheer van gemeentelijke collecties. Periodiek staat de gemeente –evenals het rijk- uitgebreid stil bij de stand van zaken van de kunst en cultuur in Den Haag waarbij de verdeling van de financiële middelen voor de cultuursector integraal wordt afgewogen.

Den Haag beschikt over een gevarieerd aanbod aan culturele voorzieningen, zoals podia en gezelschappen, filmtheaters, musea, beeldende kunstinstellingen, instellingen gericht op kunst als vrijetijdsbeoefening en cultuureducatie en culturele festivals. Deze voorzieningen zijn grotendeels (boven)stedelijk georiënteerd en in ruimtelijke zin vooral geconcentreerd in de stadsdelen Centrum en Scheveningen. Voor het publiek minder zichtbaar maar voor het kunstklimaat niet minder belangrijk, wordt daarnaast op tal van plaatsen, in tijdelijke en permanente ateliers, broed- en werkplaatsen in relatieve luwte kunst geproduceerd en getoond. In de periferie van de binnenstad bevindt zich een concentratie van dergelijke plekken.

In het plangebied is aan de Duinstraat het Appeltheater gevestigd en op de hoek van de Doornstraat een kunstuitleenbedrijf. In de Ankerstraat is een verzamelgebouw met ateliers voor kunstenaars gevestigd. Er zijn momenteel geen plannen om het culturele aanbod in het plangebied uit te breiden.

3.3.7 Sport en recreatie

Het gemeentelijke sportbeleid is gericht op het creëren van een optimaal sportklimaat met als doel, dat zoveel mogelijk Hagenaars regelmatig en intensief sporten, op een prettige verantwoorde manier en bij voorkeur in georganiseerd verband. De gemeente wil de kwaliteit van het sportaanbod verhogen door:

  • voor voldoende goede betaalbaar, toegankelijke en bereikbare sportaccommodaties te zorgen;
  • een kwaliteitsimpuls te geven aan het sportaanbod door een sportief recreatieve inrichting van openbare ruimten;
  • herkenbare topsport te faciliteren;
  • maatschappelijk sterke sportverenigingen te ontwikkelen;
  • sportverenigingen te ondersteunen;
  • kinderopvang bij sportaccommodaties mogelijk te maken.


Naast deze visie op de breedtesport is door de gemeente in 2005 ook een Topsportvisie geformuleerd.

De mogelijkheden voor buitensport bevinden zich niet in Dorp zelf, maar aan de randen daarvan. In het masterplan Scheveningen-kust worden de ambitie en plannen verwoord om bewoners en bezoekers van het gebied het hele jaar een aantrekkelijk aanbod te bieden, zowel op het gebied van topsport als van breedtesport.

Sportevenementen kunnen een belangrijke rol spelen om die ambitie waar te maken. Scheveningen wil uitgroeien tot het Mekka voor strand- en zeesporten. De ontwikkeling van een beachstadion ter hoogte van het Noordelijk Havenhoofd is daarvoor van groot belang evenals voorzieningen nieuwe voorzieningen voor zeilers en (kite)surfers.

Voorzieningen voor het beoefenen van breedtesport zijn voor de bewoners van Dorp van minstens zo groot belang. Binnen het plangebied wordt gedacht aan het toevoegen van openbare playgrounds (Richard Krajicek Foundation) of trapveldjes (Cruyff Courts). Dat zou heel goed kunnen in het verblijfsgroen van de gedempte haven en langs de route van lijn 11. Een voetbalkooi is daar reeds aanwezig.

De huidige skatebaan aan de Badhuiskade / Havenkade wordt mogelijk verplaatst naar de tramkeerlus in verband met de bouw van de gewenste parkeergarage op die plek.