Plan: | Scheveningen Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0186DSchevenDrp-50VA |
Zoals uit de ontstaansgeschiedenis blijkt is Scheveningen Dorp een tamelijk divers samengesteld gebied. Qua karakteristiek, ontwikkeling en problematiek kunnen in het plangebied de volgende deelgebieden worden onderscheiden:
A. Het historisch centrum Keizerstraat / Prins Willemstraat
Dit gebied omvat de bebouwing met erven aan de Keizerstraat en de Prins Willemstraat en de bebouwing en erven aan de oostzijde van de Nieuwe Laantjes en de Drogersdijk. De Keizerstraat / Prins Willemstraat is van oudsher de centrale as, de ruggengraat van het dorp, waar de meeste winkels zijn gevestigd gemengd met kleinschalige horeca en enkele bedrijven. Daarboven wordt meestal in 1 of 2 lagen gewoond. De bebouwing is tamelijk gedifferentieerd, maar is over het geheel genomen kleinschalig van karakter. Panden met een plat dak en panden met een kap wisselen elkaar af. In de Keizerstraat zijn flink wat panden met de status van monument.
B. Zeekant
De kop van de Keizerstraat wordt ter weerszijden begrensd door bouwblokken met forse bebouwing. Deze bebouwing ligt op een vroegere duintop. Voorheen waren hier vooral aan de badplaats gelieerde functies, zoals hotel-, restaurant- en pensionfuncties gevestigd, o.a. het vermaarde hotel-restaurant Rauch. Van de oorspronkelijke allure is echter niet veel meer over. De hotel- en pensionfuncties hebben zich meer naar het westen verplaatst. In het begin van de jaren 80 zijn daar een aantal grootschalige appartementencomplexen voor in de plaats gekomen met alleen op de begane grond nog wat horeca. Een paar monumentale panden hebben de sanering overleefd. De bebouwing aan de landzijde is wat kleinschaliger van karakter, maar wel compact en een mix van oud en nieuw.
C. Dorp-West
Aan de westzijde is als gevolg van de eerste Haagse stadsvernieuwing nog slechts een klein deel van de oorspronkelijke authentieke bebouwing en inrichting over. Het gebied bestaat vrijwel geheel uit woningbouw uit de jaren dertig. Van de oorspronkelijke bebouwing zijn alleen in de omgeving van de Sloepstraat en de Schipperstraat en langst de Duinstraat nog wat restanten over. Dit gebied heeft door de grootschaligheid van de ingreep een sterke onderlinge samenhang gekregen. De rand langs de Jacob Pronkstraat is duidelijk te herkennen als dorpsrand.
D. Dorp-Oost
Dorp-Oost is zeer gedifferentieerd van karakter. Het oorspronkelijke kleinschalige karakter is in een aantal delen van Dorp-Oost nog steeds aanwezig: vooral in de driehoek tussen de Jurriaan Kokstraat, de Wassenaarsestraat en de Keizerstraat is de oude dorpstructuur nog zeer goed terug te vinden: de kleine vissershuisjes in het gebied Zeilstraat, Ankerstraat behoren tot de oudste stedelijke woongebieden van Den Haag. Het zijn kleine huisjes in één laag met een kap in een zeer dichte bebouwing. In de directe omgeving daarvan, in de Werfstraat e.o. is in de jaren tachtig op diverse plaatsen de oorspronkelijke bebouwing vervangen door blokjes eengezinswoningen in twee lagen met een kapverdieping. De oorspronkelijke kleinschaligheid is daarbij in stand gebleven.
In Dorp-Oost hebben twee grote ingrepen in de ruimtelijke structuur plaatsgevonden. De eerste was de aanleg van de Jurriaan Kokstraat in de periode 1921-1927. Deze straat werd in de stijl van de Haagse School bebouwd met portieketagebouw in drie lagen in lange stroken met op de hoeken een extra accent. De aansluiting op de bestaande straten werd op vier plaatsen vorm gegeven door een onderdoorgang. Op deze wijze ontstond een straat met aan beide zijden een strakke strenge gevel, waarbij de onderdoorgangen slechts een licht accent vormen. De middelste onderdoorgang aan de oostelijke zijde vormt hierop de uitzondering. Deze bevindt zich in een appartementengebouw van vier lagen met een hoge kapverdieping.
Het gebied tussen de Jurriaan Kokstraat en de Kerklaan en Vijzelstraat dateert nog slechts voor een deel uit de periode, waarin dit gebied voor het eerst werd bebouwd: eind negentiende begin twintigste eeuw. Vooral het gebied tussen de bebouwing aan de Jurriaan Kokstraat en de Badhuisstraat inclusief de aan deze straat gelegen bebouwing is voor groot deel nog in oude staat met tussen de woningen ook nogal wat bedrijvigheid. Hier treffen we ook een aantal hofjes aan. Ook tussen de Kerklaan en de Vijzelstraat is de bebouwing nog grotendeels kleinschalig en oorspronkelijk. Grote delen van het zuidelijk deel van Dorp-Oost zijn echter in de jaren zeventig gesaneerd. Zo werd de driehoek tussen Badhuisstraat, Haringkade en Vijzelstraat vrijwel volledig gesloopt en zonder veel oog voor de gegroeide stedenbouwkundige situatie bebouwd met in een losse verkaveling gesitueerde vrijstaande grootschalige flatgebouwen van 4 tot 9 lagen met tussen de gebouwen open ruimten met gazons, speelgelegenheid en parkeerruimte. Ook aan de Hoge Prins Willemstraat en aan weerszijden van de kop van de Badhuisstraat bij de aansluiting op de Scheveningseweg is in die periode hoge bebouwing gerealiseerd: een kantoorgebouw en bejaardenhuisvesting in 6 respectievelijk 7 lagen, het postkantoor en een kantoorgebouw van 9 lagen, waar nu het stadsdeelkantoor is gevestigd.
E. Cornelis Jolstraat e.o.
Het meest zuidelijke deel van het plangebied is heel anders van karakter dan het hiervoor besproken deel: ook dit deel is aan het begin van de vorige eeuw ontstaan. Dit gebied is echter veel ruimer van opzet en bestaat voor een groot deel uit herenhuizen: de Cornelis Jolstraat, de Rusthoekstraat, de Kanaalweg, de Duinweg, de Pansierstraat en de Haringkade voldoen aan dit beeld: ruime herenhuizen en beneden-/bovenwoningen, doorgaans in twee of drie lagen met een kapverdieping. De bouwblokken tussen de Cornelis Jolstraat en de Vijzelstraat ten oosten van de Symonszstraat zijn wat compacter bebouwd met vooral meergezinswoningen in 3 lagen voor de middeninkomensgroepen. Smalle straten met aaneengesloten bebouwing zonder voortuinen bepalen daar het beeld.
F. Gedempte Haven
De in 1971 gedempte haven is daarna bestemd voor groen en recreatie. Er is onder meer een skatebaan, een kinderboerderij, school- en kindertuinen, een uitgebreide speelvoorziening, een omheind trapveld en jeu de boulesbanen. In 1981 is zwembad en sporthal De Blinkerd gerealiseerd. De twee zijarmen van de voormalige haven, het Schelpengat en het Balkengat zijn eveneens gedempt. Ter plaatse van het gedempte Schelpengat bij de Neptunusstraat is in 1978 bejaardenhuisvesting gerealiseerd in 3 tot 8 lagen. Het gedempte Balkengat liep langs de Seinpoststraat. Aangrenzend ligt in een parkachtige omgeving de basisschool Het Volle Leven (gelegen aan de Rijslag). Deze gebieden vallen buiten het plangebied.
Op 25 juli 1996 is een deel van het plangebied door de Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (momenteel Infrastructuur en Milieu) aangewezen als beschermd stadsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988. Op de plankaart zijn de grenzen van dit rijksbeschermde stadsgezicht aangeduid. Dit betreft de binnen het plangebied gelegen delen van de Kanaalweg en de Duinweg.
Op 6 maart 2003 is Scheveningen-Dorp aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht. Het plangebied behoort hier in zijn geheel toe behalve het bovengenoemde stukje. In de toelichtende omschrijving bij de aanwijzing wordt geconcludeerd, dat de cultuurhistorische waarde van het gebied bepaald wordt door:
De grenzen van de beschermde stadsgezichten zijn opgenomen in de bijlagen bij de regels. In de in paragraaf 5.3 opgenomen tabel is aangegeven op welke wijze de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht is vertaald in het bestemmingsplan.
In het plangebied zijn de volgende rijksmonumenten opgenomen in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988:
Adres | Beschrijving |
Badhuiskade 1-1a | restaurant+wonen |
Duinstraat 21-23a / Schipperplein 2 t/m 5 | brandweer |
Keizerstraat 8 | kerk |
Keizerstraat 213/215 | winkel+wonen |
Prins Willemstraat begraafplaats Ter Navolging | begraafplaats |
Scheveningseweg 235 | kerk |
Zwaardstraat 14-16 | architectenbureau |
De volgende (complexen van) gebouwen zijn aangewezen als gemeentelijk monument ingevolge artikel 3 van de Monumentenverordening Den Haag:
Adres | Beschrijving |
Badhuiskade 6/7, 8, 9 en 10 | tandarts (6/7),makelaar (8), huisarts (9), wonen(10) |
Badhuisstraat 170 t/m 188 | hofje, wonen |
Drogersdijk 17 t/m 77 | hofje, wonen |
Duinstraat 4 | kerk |
Duinstraat 5a en 7 t/m 9 | wonen (5a,7); Haags werkbedrijf (kantoor, 9) |
Gondelstraat 19 t/m 27b | werkplaats |
Keizerstraat 10 t/m 16, 45, 58, 83, 112, 152 en 179 | gemengd |
Korendijkstraat 147 t/m 169 | hofje |
Marcelisstraat 1-3 | drogist |
Nieuwe Laantjes 120 | kerk |
Schipperplein schakelstation | schakelstation |
Willem Beukelszoonplein 8 t/m 30 | hofje |
Zeekant 35 / Keizerstraat 1 | leegstand |
Zeekant 38, 39, 39a, 39b | appartementen |
Zeekant 40 t/m 47 / Schuitenweg 1 en 3 | appartementen |
Scheveningen Dorp wordt ontsloten door de Scheveningseweg, de Westduinweg en de Gevers Deynootweg. De belangrijkste aanvoerroute naar het gebied vanuit het oosten (vanaf rijksweg A12) is de route Koningskade – Raamweg – Hubertusviaduct – Professor B.M. Teldersweg – Scheveningseweg.
De Scheveningseweg, Prins Willemstraat, Prins Willemplein, Jurriaan Kokstraat, Badhuiskade tussen J. Kokstraat en Gevers Deynootweg en de Duinstraat tussen de Westduinweg en de Scheveningseweg hebben een gebiedsontsluitende functie met als bestemming Verkeer-Hoofdverkeersweg. De overige wegen zijn 30 km per uur straten.
Door het plangebied lopen de routes van de tramlijnen 1 en 11 en van de buslijnen 21 en 23. Lijn 1 rijdt vanaf het Zwarte Pad via de Gevers Deynootweg, Jurriaan Kokstraat en Prins Willemstraat en de Scheveningseweg naar de binnenstad en vervolgens naar Delft. Het dorp wordt aan de zuidwestzijde begrensd door het tracé van lijn 11. Deze lijn verbindt het dorp met de westelijk van het centrum gelegen oudere wijken en eindigt bij station Hollands Spoor. Buslijn 23 begint in Duindorp en rijdt via de Duinstraat, Jurriaan Kokstraat en Gevers Deynootweg naar station Laan van NOI om vervolgens via een grote lus rond Den Haag in Kijkduin te eindigen. Buslijn 21 verzorgt een diagonale verbinding tussen het Kurhaus en De Uithof via de Kanaalweg.
Den Haag heeft een hoofdroutenetwerk voor de fiets. In Scheveningen zijn bijna alle hoofdfietsroutes haaks op de kust gericht. Deze fietsroutes zijn kwalitatief goed. Door het plangebied loopt een hoofdfietsroute van de Scheveningseweg via Prins Willemstraat, Jurriaan Kokstraat en Badhuiskade naar de Gevers Deynootweg. Deze route heeft op de kruising Scheveningseweg – Duinstraat een aftakking via de Duinstraat naar de Westduinweg. Een secundaire hoofdfietsroute bevindt zich op de Haringkade en een deel van de Badhuiskade. De Scheveningseweg en de Gevers Deynootweg zijn voorzien van vrijliggende fietspaden. In het dorp zelf zijn voor het fietsverkeer hooguit fietssuggestiestroken gemaakt. Dat geldt bijvoorvbeeld voor de Jurriaan Kokstraat en de Badhuisstraat (één richting).
De parkeerdruk in Scheveningen is hoog. In Dorp-Oost is in februari 2009 betaald parkeren ingevoerd. In het aangrenzende Seinpostduin was dat al eerder het geval. In straten, waar onvoldoende ruimte is om op de rijbaan te parkeren zijn waar nodig parkeerverboden ingevoerd. Geleidelijke uitbreiding van betaald parkeren voor de gehele kuststrook is echter wenselijk om de parkeeroverlast op piekdagen te verminderen.
Scheveningen is aan alle kanten omgeven door grote groengebieden of open gebieden. Bij de kop van de Keizerstraat, de Kalhuisplaats, grenst het dorp aan het strand en de zee. Het vrije zicht op de zee en het strand wordt in dit bestemmingsplan geborgd. Oost- en Westduinen bevinden zich op niet al te grote afstand en ook het binnenstedelijke verblijfsgroengebied Scheveningse Bosjes / Westbroekpark ligt op loopafstand van het dorp. Het dorp zelf heeft een hoge bebouwingsdichtheid. Binnen het dorp is het groen dan ook slechts spaarzaam aanwezig in de vorm van een aantal plantsoentjes en speelplekjes. De aanwezigheid van de groen ingerichte gedempte haven, die als een groene vinger van de Scheveningse Bosjes tot aan de Gevers Deynootweg reikt en het dorp aan de noordoostzijde afbakent, is dan ook van grote waarde voor de Dorpsbewoners. Aan de zuidwestzijde is het lijn 11-tracé groen ingericht.
De huidige primaire beschermingszone van de zeewering loopt, zoals op de plankaart is te zien, dwars door het plangebied. In het plangebied is sinds de demping van de binnenhaven nog maar weinig oppervlaktewater aanwezig. Slechts het ongedempte deel van het Kanaal tussen de Haringkade en de percelen langs de Rijslag resteert.
De bodem van Scheveningen bestaat uit strandwallen (oude duinen). Deze strandwallen liggen parallel aan de kust en hebben een hoogte van +1 tot 4 meter NAP. De bodem bestaat uit zand, dat goed waterdoorlatend is.
Grondwaterproblematiek is dankzij de relatief hoge ligging en de zandige bodem in het plangebied niet aan de orde.
De kwaliteit van de bodem en eventueel aanwezige verontreiniging komt in hoofdstuk 4 aan de orde.
Het plangebied ligt volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk geheel in een met stuifzand overdekt strandwallenlandschap. Dit landschap heeft zijn vorm gekregen vanaf ca. 5000 v. Chr. door het ontstaan van zandruggen parallel aan de kustlijn. Door vorming van steeds nieuwe strandwallen werd de kustlijn langzamerhand naar het westen toe verlegd. Vanaf de elfde eeuw vond kustafslag plaats. Het vrijgekomen zand werd weer door de zee op het land gedeponeerd en door de wind steeds verder landinwaarts gebracht. Op die manier raakte de kuststrook bedolven onder een steeds dikker worden zandpakket (Laag van Den Haag of Jong Duin).
Deze zandruggen waren al vrij snel na hun ontstaan bewoonbaar en ook heel aantrekkelijk voor onze verre voorouders. Op die plekken zijn in Den Haag dan ook vaak sporen van nederzettingen aangetroffen. Resten van deze bewoning kunnen teruggaan tot in de vroege prehistorie, terwijl er ook in de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen volop op gewoond is.
Het is onwaarschijnlijk dat tijdens genoemde overstuivingen bewoning ter plekke goed mogelijk was, maar in periodes van rust was dat anders. Zo is waarschijnlijk al in de loop van de dertiende eeuw op de nieuw gevormde duinen het dorp Scheveningen ontstaan.
Hoewel tot nu toe binnen het plangebied geen daadwerkelijke vondsten zijn gedaan maakt het bovenstaande (en de beschrijving van de ontstaansgeschiedenis in paragraaf 2.2) duidelijk dat het gebied een hoge archeologische verwachting heeft voor alle perioden. Voor de pre- en vroeghistorische periodes geldt dat door de overstuivingen van de Laag van Den Haag de betreffende archeologische niveaus bedekt zijn geraakt met een dikke laag zand. Dat is de conservering daarvan zeer ten goede gekomen, zoals blijkt uit opgravingen die net buiten het plangebied zijn uitgevoerd en die een schat aan archeologische gegevens hebben opgeleverd, o.a. een Romeinse militaire nederzetting aan de Scheveningseweg en een vroegmiddeleeuwse nederzetting aan het Frankenslag. Soortgelijke vindplaatsen zijn ook in het plangebied denkbaar.
Een hoge archeologische verwachting geldt ook zeker voor de dorpskern, die haar wortels immers in de middeleeuwen heeft.
Bovenstaande houdt in dat in principe voor het gehele plangebied een hoge archeologische verwachting geldt. Uitzondering vormt alleen het gebied ten noordoosten van de Haringkade, omdat daar in de negentiende eeuw een haven is aangelegd en verschillende vaarten zijn gegraven. Eventuele archeologische waarden zijn hierbij verdwenen.
In het bestemmingsplangebied zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen aanwezig.