direct naar inhoud van Artikel 23 Wonen - 4
Plan: Ypenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0183HYpenburg-50VA

Artikel 23 Wonen - 4

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen,

een en ander met de daarbij behorende hoofdgebouwen, aan- en bijgebouwen, bouwwerken geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de hoofdgebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak.
  • b. de goot/hoogte van gebouwen, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven;
23.2.2 aan- en bijgebouwen

Voor het bouwen van aanbouwen en vrijstaande bijgebouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels:

  • a. het gezamenlijke oppervlak van aan- en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van het achtererfgebied;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2 per perceel;
  • c. vrijstaande bijgebouwen dienen te worden gerealiseerd op het achtererfgebied en de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot aan het hoofdgebouw dient tenminste 4 meter te bedragen;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw als bedoeld onder a mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 2,5 en 3,5 meter;
  • e. de diepte van een aanbouw op het achtererf mag niet meer bedragen dan 3 meter gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw;
  • f. de hoogte van een aanbouw mag niet meer bedragen dan 0,30 meter boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • g. In uitzondering op het gestelde onder a t/m f, zijn aan- en bijgebouwen ook toegestaan ingeval van een afwijkende situering en/of met een afwijkende oppervlakte, diepte of bouwhoogte, indien deze aanwezig waren op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan en de omvang en situering ervan niet wordt veranderd.
23.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag, voor zover gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet meer bedragen dan 2 m.
  • c. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag voor zover deze zich bevinden voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, niet meer dan 1 m bedragen.
23.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken toestaan van:

  • a. lid 23.2.1, onder b ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische of esthetische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten e.d. tot een maximum hoogte van 1,5 m.
23.4 Specifieke gebruiksregels

ter plaatse van de aanduiding 'pf' mogen de gronden tevens gebruikt worden ten behoeve van een paardenfokkerij.