direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Bezuidenhout - Noord
Plannummer: BP0178GBezuidenNd
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0178GBezuidenNd-50VA

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijf;
  • b. detailhandel;
  • c. dienstverlening;
  • d. kantoor;
  • e. maatschappelijke voorzieningen waaronder kinderopvang;
  • f. wonen zoals opgenomen op de lijst van afwijkende functies, welke opgenomen is als bijlage bij de regels;
  • g. afwijkende functies op de begane grond voor zover de locatie en de functie in de 'lijst afwijkende functies' (bijlage 1 van de regels) zijn opgenomen en er in de lijst niet is vermeld dat het hier het hele pand betreft;
  • h. parkeervoorzieningen;

één en ander met de daarbij behorende gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, groen, water en overige voorzieningen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen moeten zich bevinden binnen het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak.
  • b. de hoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de plankaart staat aangegeven.
  • c. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zich buiten het bouwvlak bevinden.
  • d. de gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50% van het gedeelte van het bouwperceel dat achter het bouwvlak gelegen is, waarbij geldt dat de totale oppervlakte van alle op het bijbehorende erf aanwezige aanwezige aan- uit- en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 40 m²;
  • e. de hoogte van een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • f. de goothoogte van een losstaand bijgebouw mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • g. Een ondergrondse gebouwde parkeervoorziening is toegestaan in maximaal 1 bouwlaag.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • b. het gestelde onder a is niet van toepassing op het plaatsen van masten en soortgelijke bouwwerken.
  • c. in afwijking van het gestelde onder a mag de hoogte van erf- en/of terrreinafscheidingen, voor zover deze zich voor de voorgevel bevinden, niet meer dan 1 m bedragen.
3.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

  • a. lid 3.2.1, onder b ten behoeve van borstweringen en andersoortige uit architectonische overwegingen voorgestane dakelementen, waaronder kroonlijsten ed. tot een maximum hoogte van 1,5 m;
3.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. De onder lid 3.1 genoemde bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de categorieën A en B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging die onderdeel uitmaakt van de richtlijn Bedrijven en Milieuzonering van de VNG (bijlage 3);
  • b. op de begane grond zijn op de locaties genoemd in de lijst met afwijkende functies die is opgenomen als bijlage bij deze regels de afwijkende functie horeca in de categorieën I tot en met III van de staat van horeca-inrichtingen toegestaan;
  • c. Op de verdiepingen is alleen de in lid 3.1 genoemde functie wonen toegestaan;
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.4:

  • a. opdat niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging voorkomende bedrijven eveneens kunnen worden toegelaten, voor zover deze bedrijven naar hun aard en milieuhygiënische invloed op de omgeving gelijk gesteld kunnen worden met wel in voornoemde staat opgenomen bedrijven;
  • b. ten behoeve van bedrijven behorende tot categorie C uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, voor zover deze bedrijven qua aard en omvang en invloed op het milieu gelijk te stellen zijn met bedrijven uit een lagere milieucategorie en het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft;
  • c. ten behoeve van een horeca-inrichting als bedoeld in categorie IV van de staat van horeca-inrichtingen;
  • d. ten behoeve van het toestaan van de functies dienstverlening en maatschappelijk op de verdiepingen.
3.6 Specifieke procedureregels

Bij de toepassing van een ontheffing zoals opgenomen in de leden 3.3 en 3.5 van dit artikel dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld in artikel 15, lid 15.1.2.