Plan: | Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216 |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0171GBezuidenwg-50VA |
Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat deel uitmaakt van de polder Mariahoeve. De aanvoer van water is geregeld via het boezemsysteem. Via de noordkant van het gebied worden het Haagse Bos en Paleis Huis ten Bosch voorzien van water. Dit boezemwater wordt aangevoerd via de boezem langs de Benoordenhoutseweg. Het boezemwater wordt gebruikt voor aanvulling en doorspoeling van de polder. Het overtollig neerslagwater wordt via een duiker onder het boezemwater en onder de Bezuidenhoutseweg afgevoerd op het bemalingsgebied van Mariahoeve.
Het gemaal dat de polder bemaalt, staat aan de Bezuidenhoutseweg ter hoogte van het Huis ten Bosch. Dit gemaal watert af op de boezem langs de Bezuidenhoutseweg.
Het kustgebied, waartoe Den Haag behoort, bestaat uit strandwallen (oude duinen). Deze strandwallen liggen parallel aan de kust en hebben een hoogte van 1 tot 4 meter boven NAP. Tussen de strandwallen liggen lagere delen, veelal opgevuld met slecht waterdoorlatend veen. Het veen, met een gemiddelde dikte van 2,5 meter, vormt de bovenste scheidende laag. Deze laag is niet overal aanwezig. Op de veenlagen ligt vaak nog een toplaag van klei of stuifzand en ophoogmateriaal. Vlak hieronder ligt een watervoerende laag met een dikte van 20 meter aan de kust tot 10 meter aan de oostkant van Den Haag. Het gebied ligt op de scheiding van de strandwallen en het veengebied van de Veen – en Binckhorstpolder. Na bebouwing van dit poldergebied is er een zelfstandig bemalingsgebied ontstaan, het bemalinggebied Mariahoeve.
De hoogste delen bevinden zich vooral in het Haagse. De maaiveldhoogte in het Haagse Bos ligt tussen de 1,5 tot 2 m NAP.
Het gebied bestaat grotendeels uit bebouwing. Achter de bebouwing langs de Bezuidenhoutseweg 180-116 zijn tuinen met open grond aanwezig. Op de hoek met de Laan van Nieuw Oost Indië ligt een groenstrook.
Op nationaal niveau (Nationaal Bestuursakkoord Water) zijn diverse afspraken gemaakt over het voorkomen van wateroverlast. Hiervoor zijn er verschillende beschermingsniveaus gedefinieerd tegen wateroverlast, afhankelijk van de functie van het gebied. Wateroverlast kan ontstaan doordat het oppervlaktewater buiten de oevers treedt, of door een te beperkte afvoer van water. Ook zijn er delen waar het beschermingsniveau voor bouwland en voor grasland van toepassing is.
In onderstaande tabel is weergegeven welk beschermingsniveau geldt voor wel type gebied en wat de bijbehorende bergingsnorm is.
Functie | Oppervlakte | Beschermingsniveau NBW | ABC-normen waterberging |
||
Grasland | 152 ha | eens per 10 jaar | 170 m3 per ha | ||
Akkerbouw | 6 ha | eens per 25 jaar | 275 m3 per ha | ||
Glastuinbouw | 0 ha | eens per 50 jaar | 325 m3 per ha | ||
Stedelijk gebied | 230 ha | eens per 100 jaar | 325 m3 per ha |
Tabel 1: normen van het Nationaal Bestuursakkoord Water en de ABC-normering
Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat deel uitmaakt van het boezemgebied van Delfland. Voor het boezemgebied van Delfland geldt net als voor de rest van Den Haag een waterbergingsnorm van 325m³/ha. Het vastgestelde waterpeil in het boezemgebied is NAP -0,40 m, de maximaal toelaatbare peilstijging 20 cm.
Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 24.450 m². In de huidige situatie is er geen waterberging in het gebied aanwezig. Met een maximale peilstijging van 20 cm. zou 16 % van het bruto plangebied, zijnde 3.900 m², aan waterberging aanwezig zijn. Dit wordt niet gehaald. Dit wordt echter gecompenseerd in het naastgelegen plangebied Koekamp - Haagse Bos, waar sprake is van een overschot.
Voor wat betreft de riolering: er worden geen wijzigingen in het aanwezige rioleringstelsel aangebracht. Een deel van het plangebied heeft geen verharding. In dit deel wordt het regenwater in de bodem geïnfiltreerd. Het overig regenwater wordt via het rioolstelsel afgevoerd.