direct naar inhoud van Artikel 8 Waarde-cultuurhistorie
Plan: Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0171GBezuidenwg-50VA

Artikel 8 Waarde-cultuurhistorie

8.1 Bestemmingsomschrijving

Met betrekking tot het bouwen binnen de grenzen van het op kaart nr. (171_bs) aangegeven gebied met de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie (beschermd stadsgezicht) gelden de hieronder omschreven regels. Deze regels hebben, bij strijdigheid daarmee, voorrang boven de regels omtrent bebouwing opgenomen in de artikelen 3 tot en met 8 van de regels.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming 'Waarde-cultuurhistorie' als bedoeld in lid 8.1 gelden de volgende regels:

  • a. bouwen als bedoeld in lid 1 dient zodanig plaats te vinden dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpplan aanwezige kwaliteiten, zoals deze zijn beschreven in het besluit tot aanwijzing van het Haagse Bos als beschermd stadsgezicht d.d. 6 september 2003.
8.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 2, indien strikte toepassing van het bepaalde in lid 2 zou leiden tot een onevenredige afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de gronden en bouwwerken, met dien verstande dat:

  • a. alvorens de ontheffing te verlenen het bouwwerk ter advisering wordt voorgelegd aan de commissie als bedoeld in artikel 15, lid 1 van de Monumentenwet 1988, juncto artikel 1, lid 9, van de Monumentenverordening Den Haag.
8.4 Specifieke procedureregels

Alvorens burgemeester en wethouders overgaan tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in lid 3 zal de navolgende procedure worden gevolgd:

  • a. het voornemen tot het verlenen van vrijstelling ligt, met bijbehorende stukken, gedurende vier weken voor een ieder ter inzage.
  • b. burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren bekend in het stadsblad of in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden uitgegeven of verspreid en voorts op de gebruikelijke wijze.
  • c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de in lid 1genoemde termijn schriftelijk bij burgemeester en wethouders zienswijzen kenbaar te maken.
  • d. indien zienswijzen kenbaar zijn gemaakt, wordt de beslissing van burgemeester en wethouders met redenen omkleed en aan reclamanten schriftelijk meegedeeld.