Bezuidenhoutseweg 30 t/m 216

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bruto vloeroppervlak

buitenwerks, op de vloer van ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor de betreffende bestemming, parkeervoorzieningen worden niet meegerekend.

2.2 dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.3 goothoogte van een gebouw

vanaf het peil tot de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.4 grondoppervlakte van een bouwwerk

de oppervlakte van de grond, in beslag genomen door de horizontale projectie van een gebouw.

2.5 hoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen, borstweringen mits niet hoger dan 0,25 m, liftopbouwen en soortgelijke ondergeschikte bouwdelen, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15% van het vloeroppervlakte van de begane grond van het bouwwerk, niet meegerekend.

2.6 horizontale diepte van een bouwwerk

de lengte van een bouwwerk loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel.

2.7 de inhoud van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken (en/of harten van gemeenschappelijke scheidsmuren) en de dakvlakken, zulks met inbegrip van erkers en dakkapellen, en boven peil.

2.8 (vloer-) oppervlakte van een bouwwerk

tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidingsmuren).