6.1 Inleiding
Het bestemmingsplan bestaat uit een analoge en digitale plankaart, regels en een toelichting. De eerste twee onderdelen zijn juridisch bindend, de toelichting is juridisch niet bindend maar helpt bij de interpretatie van de kaart en de regels. De analoge plankaart is, gelet op de aard en omvang van het plangebied, afgedrukt op een topografische ondergrond met een schaal van 1:2000.
De regels zijn als volgt ingedeeld:
-
a.
Inleidende regels. De inleidende regels (artikel 1 en 2 lichten de begrippen toe die in de regels voorkomen en ook de wijze van meten (hoogte, diepte et cetera) die moet worden gehanteerd.
-
b.
Bestemmingsregels. De bestemmingsregels (artikel 3 tot en met 13) bevatten voor elke bestemming een omschrijving van de bestemming en bouwregels. Als specifiek voor een bestemming een ontheffingsbevoegdheid geldt, is deze in het betreffende artikel opgenomen.
-
c.
Algemene regels. De algemene regels (artikel 17 tot en met 21) bevatten voor alle bestemmingen geldende bepalingen: algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene ontheffingsregels en algemene procedureregels.
-
d.
Overgangs- en slotregels. Het overgangsrecht is opgenomen in artikel 22, de slotregel in artikel 23.