direct naar inhoud van 4.4 Externe veiligheid
Plan: Leyenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0168BLeyenburg-50VA

Externe veiligheid

Algemene beginselen externe veiligheid

Burgers mogen voor de veiligheid en hun woonomgeving rekenen op:

  • een minimum beschermingsniveau, uitgedrukt als het plaatsgebonden risico (PR);
  • een expliciete afweging en verantwoording van de kans op een groot ongeluk met veel slachtoffers, uitgedrukt als het groepsrisico (GR).

In de Wet milieubeheer wordt voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde gehanteerd van 10-6(kans op een miljoen). De aanvaardbaarheid van het groepsrisico wordt beoordeeld op basis van de kans op een ongeval in relatie tot een aantal dodelijke slachtoffers. Het aantal slachtoffers is niet recht evenredig aan de kans: bij een vertienvoudiging van het aantal slachtoffers moet de kans op een dergelijk ongeval honderd keer kleiner zijn. Op deze manier is bij de normstelling rekening gehouden met de beleving van de bevolking: een groter ongeval wordt meer dan evenredig ernstiger ervaren. De relatie tussen de kans en het effect van een calamiteit wordt de oriënterende waarde, of oriëntatiewaarde (OW) genoemd. Dit is geen harde norm. De gemeente heeft beleidsruimte om hiervan af te wijken.

Voor het berekenen van het groepsrisico is het vaststellen van het invloedsgebied van belang. Dit gebied wordt bepaald door de berekening van het grootst mogelijke ongeval waar nog bij 1% van de blootgestelde personen dodelijk letsel optreedt (1% letaliteit). Onderstaande afwegingen zijn gebaseerd op de specifieke invloedsgebieden (inventarisatieafstanden) van de risicobron. Wanneer kwetsbare bestemmingen buiten de invloedsgebieden liggen behoeft het groepsrisico niet te worden vastgesteld (minimale effecten als gevolg van een calamiteit).

Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg

Voor het beoordelen van het groepsrisico reikt het invloedsgebied tot 200 m vanaf het hart van de weg waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Het plangebied ligt niet binnen 200 m van de thans geldende Route gevaarlijke stoffen (raadsvoorstel 42, 24 februari 2004, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 maart 2004). Een nader onderzoek naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is daarom niet noodzakelijk.

Vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor

Voor het beoordelen van het groepsrisico reikt het invloedsgebied tot 200 m vanaf het hart van het spoor waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van een spoorlijn. Een nader onderzoek naar het groepsrisico, op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, is niet noodzakelijk.

Buisleidingen

Het plangebied is beoordeeld op de aanwezigheid van hogedruk aardgastransportleidingen en de toetsingsafstanden volgens de Circulaire zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen, van 26 november 1984. Het plangebied ligt buiten de toetsingsafstand van de meest nabijgelegen aardgastransportleiding. Een nadere risicobeoordeling op grond van deze circulaire is niet noodzakelijk.

De noodzaak voor het verantwoorden van het groepsrisico is beoordeeld op grond van de inventarisatieafstanden zoals deze zijn vastgelegd in de Memorandum van de Gasunie “Input groepsrisicoberekeningen, revisie 3” van 21 januari 2008, kenmerk TAM 07. Het plangebied ligt buiten de inventarisatieafstand van de meest nabijgelegen aardgastransportleiding. Het groepsrisico behoeft daardoor niet te worden berekend/verantwoord.

Inrichtingen

Er zijn geen LPG-tankstations aanwezig of geprojecteerd waarvan de veiligheidscontouren op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende regeling geheel of gedeeltelijk in het plangebied zijn gelegen. Installaties van LPG-tankstations liggen op meer dan 150 m (inventarisatieafstand) vanaf de grens van het plangebied.

Binnen het plangebied is een gasdrukregel- en meetstation gesitueerd (Monnickendamplein). Volgens de provinciale risicokaart van Zuid-Holland geldt voor dit gasdrukregel- en meetstation een veiligheidscontour van 25 m, gerekend vanaf de buitenkant van het gebouw. De veiligheids-afstand volgt uit artikel 3.12 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Deze contour geldt voor een gasdrukregel- en meetstation met een jaarlijkse doorzet van meer dan 40.000 m3 aardgas. Binnen deze contour mogen geen nieuwe kwetsbare bestemmingen worden gerealiseerd. De capaciteit van het hierboven genoemde station is overigens in werkelijkheid kleiner.

In de nabijheid van het plangebied zijn twee andere gasdrukregel- en meetstations gesitueerd (Zuidwoldestraat nabij Leyweg en Zuiderparklaan). De contour van elk van deze stations bevindt zich buiten de plangrens.

In de nabijheid van het plangebied is het Zwembad Escamphof gesitueerd (Escamplaan 57). Voor chloorbleekloog gelden geen wettelijke veiligheidsafstanden (PR-contour). Wel moet beoordeeld worden of sprake is van 'verhoogd gevaar' voor de bevolking, volgens de Leidraad Risico Inventarisatie, deel Gevaarlijke Stoffen (LRI-GS).

De drempelwaarde voor chloorbleekloog is 200 liter in een tank of procesinstallatie (categorie N14 van de drempelwaardetabel van de LRI-GS). Wanneer de hoeveelheid chloorbleekloog in een of meerdere tanks deze drempelwaarde overschrijdt moeten de effectafstanden worden bepaald. Omdat het chloorbleekloog is opgeslagen in jerrycans en dus niet in tanks, is de LRI-GS niet van toepassing. De hoeveelheid chloorbleekloog in de inrichting is bovendien beperkt en bevindt zich op grote afstand van de plangrens (circa 350 m).