direct naar inhoud van Artikel 17 Waarde
Plan: Leyenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0168BLeyenburg-50VA

Waarde

Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) primair bestemd voor het behoud en bescherming van de archeologische waarden.

Bouwregels

Voor het bouwen binnen de bestemming Waarde als bedoeld in lid 17.1 gelden de volgende regels:

  • a. bij de aanvraag van een bouwvergunning als bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de Woningwet waarbij het terrein verstoord wordt, dient de aanvrager een rapport te overleggen, waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, in voldoende mate is vastgesteld.
  • b. aan de vergunning, als bedoeld onder a, kunnen in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van boringen;
    • 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, zoals het graven van proefsleuven;
    • 3. de verplichting de activiteit, die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door burgemeester en wethouders te stellen kwalificaties;
    • 4. de verplichting het definitief opgraven;
    • 5. de verplichting het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten kunnen worden behouden.
Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in artikel 17.2 onder b onder de voorwaarde dat:
    • 1. het bouwen van gebouwen/bouwwerken geen gebouwen zijnde geen afbreuk doet aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarde(n);
    • 2. hieromtrent vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de afdeling Archeologie van de gemeente Den Haag.
Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden op of in de voor 'Waarde' bestemde gronden, indien werken of werkzaamheden een totale oppervlakte van meer dan 50 m2 beslaan, zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de hieronder te noemen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het wijzigen van het maaiveldniveau door middel van het verlagen, afgraven of egaliseren van grond waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist;
    • 2. het uitvoeren van grondwerken, dieper dan 0,5 meter onder maaiveld ten behoeve van het bouwen en het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover dieper dan 0,5 meter onder maaiveld;
    • 3. het graven van sloten, watergangen, vijvers of vaarten voor zover dieper dan 0,5 meter onder maaiveld;
    • 4. het heien van palen en het slaan van damwanden;
    • 5. het ondergronds slopen van funderingen.
  • b. De onder a genoemde verboden zijn niet van toepassing voor zover de werken en werkzaamheden:
    • 1. hetzij worden uitgevoerd in bestaande weg- en leidingnetten;
    • 2. hetzij worden uitgevoerd als normale onderhoudswerkzaamheden;
    • 3. hetzij, voor zover het betreft het ondergronds slopen van funderingen, een aanschrijving op last of vanwege burgemeester en wethouders als bedoeld in de Woningwet plaatsvindt.
  • c. De werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien en voor zover deze:
    • 1. geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de waarde(n);
    • 2. hieromtrent vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij een deskundige op het terrein van de archeologie;
    • 3. geen neveneffecten teweegbrengen, die de doelmatigheid van de bestemming van de gronden elders in het plangebied ingrijpend verstoren.