Rosenburg

1.4 Geldende planologische regelingen

In het plangebied geldt een aantal bestemmingsplannen.

Het huidige planologisch regime wordt gevormd door het 'Uitbreidingsplan 's -Gravenhage-West'. Dit plan werd door de gemeenteraad vastgesteld op 3 maart 1930 en is van toepassing op de gronden tussen de Oude Haagweg en de Albardastraat. Het 'Uitbreidingsplan Waldeck 1956' werd vastgesteld op 26 november 1956 en reikt vanaf de Alberdastraat tot en met de Monseigneur Nolenslaan. De gronden tussen de Monseigneur Nolenslaan en de Laan van Meerdervoort zijn opgenomen in het 'Uitbreidingsplan Centrum- West II, vastgesteld op 16 maart 1964. Nagenoeg het hele plangebied is in deze drie plannen betrokken. De luifel van het winkelcentrum aan de zijde van de Laan van Meerdervoort echter, is opgenomen in de bestemmingsplannnen 'Vruchten- en Heesterbuurt' (vastgesteld op 27 november 2008) en 'Bloemenbuurt' (vastgesteld op 6 maart 2008 ). Verder zijn de bestemmingsplannen 'Parapluherziening Seksinrichtingen' en 'Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk' (beide vastgesteld op 25 november 2004) in het plangebied van kracht. Deze plannen hebben op het hele plangebied betrekking, maar regelen alleen bepaalde onderdelen van het planologisch regime.

De ruime bestemmingsmogelijkheden in de eerste drie genoemde geldende bestemmingsplannen zullen als leidraad gelden bij de aanwijzing van bestemmingen. Reden om op de bestemmingsregelingen nader in te gaan. Gevolgde anticipatieprocedures komen derhalve niet voor beschouwing in aanmerking.

.

Afbeelding 1.2: fragment plankaart Uitbreidingsplan 's-Gravenhage-West 1931

Op het zuidelijke deel van het plangebied is het bestemmingsplan 'Uitbreidingsplan 's -Gravenhage-West' van toepassing. Daarin zijn Parnassia en de Notenbuurt gelegen.

Het grootste deel van de Notenbuurt - de huidige bouwkavels – is de bestemming 'Gesloten bebouwing' aangewezen. Deze bestemming wordt doorsneden of omringd door de bestemming voor de huidige straten: 'Straten'. Rondom het kruispunt met de Kokosnootstraat ligt aan de Okkernootstraat tussen de straat en de bestemming 'Gesloten bebouwing' de bestemming 'Voortuinen'. In de bestemming 'Straten' die geldt voor de Walnootstraat is een woning – aan de Oude Haagweg 403 – wegbestemd. Het duidt erop dat de Walnootstraat in de werkelijkheid minder breed werd uitgevoerd. Het overige deel van deze buurt bestaat uit het Notenplein, dat de bestemming 'Plantsoen' kent en het bedrijfsterrein aan de Oude Loosduinseweg met de bestemming 'Bestaande bebouwing'.

Het terrein van Parnassia is grotendeels de bestemming 'Terreinen voor gestichten' aangewezen. De bestaande sloten in het Parnassiaterrein kennen de bestemming 'Water'. Verder is de huidige rij van woningen aan de Oude Haagweg vanuit de hoek met de Groen van Prinstererlaan de bestemming 'Bestaande bebouwing' aangewezen. Tussen Parnassia en de Groen van Prinstererlaan ligt een sloot met de bestemming 'Water'. Aan de zijde van de Walnootstraat en de Alderdastraat wordt Parnassia begrensd door sloten – met de bestemming 'Water' - en daaromheen groenvoorzieningen. Deze laatste zijn de bestemming 'Plantsoen' aangewezen. De ruime breedte van de bestemming 'Plantsoen' aan de Alberdastraat duidt erop dat deze bestemming minder breed werd uitgevoerd ten voordele van de bestemming 'Straten'. Dat blijkt ook uit het feit dat het deel van deze straat bij de Notenbuurt in deze bestemming breder is dan het deel aan de rand van Parnassia. In het eerste lag een middenberm, die vanaf 1940 de eindhalte van een tramlijn zou kennen.

Alleen de bestemming 'Gesloten bebouwing' kent enkele bouwregels. Op de drie bouwbestemmingen zijn verdere stedenbouwkundige eisen uit de Bouwverordening van toepassing.

Een aantal bestaande gebruiksvormen wijkt van dit bestemmingsplan af. In de Notenbuurt werden op twee binnenterreinen de tuin of openbaar betreedbaar gemaakt of voor volkstuinen en maatschappelijke voorzieningen aangewend en kreeg de groenzone tussen de Walnootstraat en Parnassia een grotere en deze straat een kleinere breedte. Bij Parnassia werd de enclave van de bestemming 'Bestaande bebouwing' in het terrein van Parnassia in de vestiging van maatschappelijke voorzieningen betrokken, een sloot gedempt werd en de private tuin openbaar betreedbaar gemaakt. Aan de Alberdastraat werd in de strook groen naast Parnassia een parkeerterrein ingericht en het pand aan de Oude Haagweg 403 werd een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen, beide met behulp van buitenplanse afwijkingen. Ze blijven derhalve buiten beschouwing.

Afbeelding 1.3: fragment plankaart Uitbreidingsplan Waldeck 1956

Het middendeel van het plangebied vormt een onderdeel van het plangebied van het 'Uitbreidingsplan Waldeck 1956' en reikt vanaf de groenvoorziening ten zuiden van de Alberdastraat tot en met de helft van de Monseigneur Nolenslaan.

Het gedeelte tussen de Donker Curtius en de Thorbeckelaan is geheel heringericht tot woningcomplexen met het behulp van buitenplanse afwijkingen en blijft derhalve buiten beschouwing.

Een sportveldenterrein met drie velden aan de Groen van Prinstererlaan is de bestemming 'Sport- en/of speelterrein' aangewezen, op de plankaart aangeduid met de afkorting 'SP'. De sporthal is met een binnenplanse afwijking gebouwd. Het terrein wordt aan drie zijden begrensd door grasvelden met de bestemming 'Tuin', doorsneden door een sloot met de bestemming 'Water'.

Voor de rest van dit plangebied geldt dat binnen de op de plankaart aangeduide voorgevelrooilijnen openbare en/of bijzondere gebouwen kunnen worden gebouwd, evenals scholen. In deze bestemmingen, aangeduid met 'P'of 'S', mogen de bestemmingsvlakken maar voor een deel – het maximale bebouwingspercentage - bebouwd worden. De Albardastraat blijkt aanmerkelijk breder te zijn dan in het voorgaande bestemmingsplan 'Uitbreidingsplan 's -Gravenhage-West' .

Op de bouwbestemmingen zijn verder de stedenbouwkundige eisen uit de Bouwverordening van toepassing. Het plan bevat voor alle bestemmingen een beperkt aantal aanvullende bouwregels.

Afbeelding 1.4: fragment plankaart Uitbreidingsplan Centrum West 1964

Het noordelijke deel van het plangebied is in het 'Uitbreidingsplan Centrum West 1964' opgenomen.

De kavel op de hoek van Groen van Prinstererlaan en de Nolenslaan, evenals de kavel tussen het sportveldenterrein aan de Nolenslaan en de Donker Curtiusstraat zijn geheel heringericht met woningcomplexen met behulp van buitenplanse afwijkingen. Verder werden aan de zuidrand van het Hofstad College-terrein tennisvelden aangelegd en aangesloten op de sportvelden aan de Monseigneur Nolensplein. Ze blijven derhalve buiten beschouwing.

Een sportveldenterrein met drie velden aan de Nolenslaan is de bestemming 'Sport- en/of speelterrein' aangewezen, op de plankaart aangeduid met de afkorting 'SP'. Het gebouw daarop met kleedruimtes en maatschappelijke voorzieningen is met een binnenplanse afwijking gebouwd. Het wordt aan vier zijden begrensd door een sloot met de bestemming 'Water' met daaromheen grasvelden met de bestemming 'Plantsoen'.

De drie woningcomplexen op de hoek van de Treublaan en de Groen van Prinstererlaan en ten zuiden daarvan laten woningen toe in een hoogte van zeven bouwlagen. Op de plankaart zijn zij aangeduid met de afkorting 'F'. De twee tussengelegen groepen van garageboxen zijn als 'garageboxen' bestemd met de aanduiding 'g'.

Het kantoor op de hoek van het Colijnplein met het Thorbeckeplein mag in een hoogte van zeven bouwlagen gebouwd worden. Ook mag een bedrijfswoning worden gebouwd. Er mogen in deze bestemming – aangeduid met 'E(k)' - ook woningen gebouwd worden.

Zowel het Hofstad College, het zwembad als de voormalige vaste telefoniecentrale zijn de bestemming 'Openbare en/of bijzondere gebouwen' aangewezen. Bij de telefooncentrale echter dient deze bebouwing de voorgevelrooilijn niet te overschrijden en mag het bestemmingsvlak maar voor een deel – het maximale bebouwingspercentage - bebouwd worden.

Het winkelcentrum aan het De Savornin Lohmanplein laat winkels, kantoren, woningen en ruimten voor een café-restaurant, tentoonstellingen, vergaderingen en/of dergelijke doeleinden van economische, sociale, culturele en recreatieve aard toe. Deze bebouwing de voorgevelrooilijn niet te overschrijden en mag het bestemmingsvlak maar voor een deel – het maximale bebouwingspercentage - bebouwd worden. Ze kent vier maximale bouwhoogten: voor het parkeerdek 6 meter, voor de locatie van het restaurant 13 meter, de flat met woningen 35 meter en de kantorenflat 65 meter.

Met behulp van buitenplanse afwijkingen werden de winkelruimten aan de zijde van de Treublaan uitgebreid op de begane grondlaag, een trappenhuis buiten het gebouw vanaf de begane grondlaag naar het restaurant op het parkeerdek gebouwd en op het parkeerdek een bijgebouw aan de woningenflat toegevoegd.

Het plan bevat voor alle bestemmingen een beperkt aantal aanvullende bouwregels. Op de bouwbestemmingen zijn verder de stedenbouwkundige eisen uit de Bouwverordening van toepassing.

In het plangebied geldt verder nog de 'Parapluherziening Archeologie, vastgesteld bij raadsbesluit 100, d.d. 23-09-2010 .