Plan: | Laakwijk-Schipperskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0157FLaakwijk-50VA |
Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020 met een doorkijk naar de periode 2020-2030. Door deze nota tracht het kabinet bij te dragen aan een versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, de bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, de borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en de borging van de veiligheid.
Het nationaal ruimtelijk beleid voor steden en netwerken richt zich op voldoende ruimte voor wonen, werken en mobiliteit en de daarbij behorende voorzieningen, groen, recreatie, sport en water.
Om een eenzijdige samenstelling van de bevolking te voorkomen, stimuleert het rijk meer variatie in het woningaanbod. Om de trek van midden- en hogere inkomens uit de stad te voorkomen zijn volgens de Nota Ruimte meer hoogstedelijke woonmilieus nodig en blijven stedelijke vernieuwing en herstructurering dringend nodig om de leefbaarheid te vergroten.
Nieuwe bebouwing moeten ten behoeve van de bundeling van verstedelijking en economische activiteiten zoveel mogelijk worden geconcentreerd in bestaand bebouwd gebied. De ruimte die in het bestaand stedelijk gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt.
Op 19 februari 2003 hebben de Provinciale Staten van Zuid-Holland het Streekplan Zuid-Holland West vastgesteld. Het heeft een planhorizon tot 2015. Het ondersteunt de ontwikkeling van de Randstad tot groene Deltametropool. Op de kaart van het streekplan is het gebied aangeduid als stads- en dorpsgebied. Het gaat daarbij om een aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie wonen, waarin ook gebiedsdelen voorkomen met - soms grootschalige - kantoorconcentraties, winkelvoorzieningen, horeca en andere stedelijke voorzieningen.
p 16 april 2008 heeft het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden het Regionaal Structuurplan Haaglanden 2020 (RSP) vastgesteld. Het RSP geldt als referentiekader voor bestemmingsplannen van de gemeenten in het stadsgewest Haaglanden, voor zover daarbij regionale belangen in het geding zijn. In het RSP worden ambities samengevat in tien regionale investeringsprioriteiten. De negen regiogemeenten spreken hiermee de ambitie uit om door te groeien als internationaal concurrerende regio, als goed functionerend stedelijk netwerk en als regio die kwaliteit van leven biedt.
Op 17 november 2005 heeft de gemeenteraad van Den Haag de Structuurvisie Den Haag 2020 vastgesteld: de toekomstvisie van Den Haag op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad in regionaal perspectief tot het jaar 2020. De ambitie is om van Den Haag een 'Wereldstad aan Zee' te maken door de sterke kwaliteiten van Den Haag te benutten: een internationale stad, een stad aan zee, een multiculturele stad en een monumentale residentie.
De structuurvisie gaat uit van een ontwikkeling naar 515.000 inwoners en 260.000 arbeidsplaatsen in 2020. Daarvoor is een extra toevoeging van 37.000 woningen nodig bovenop de in uitvoering zijnde plannen voor de Vinexlocaties, de Westlandse Zoom en de herstructureringswijken. In die extra toevoeging ligt de nadruk op appartementen in bestaand bebouwd gebied. De toename van ruim 40.000 arbeidsplaatsen vindt overwegend plaats in de diensteneconomie.
De Wéreldstad aan Zee krijgt vorm door ontwikkelingen in vijf kansenzones (het Centrum, de Lijn 11-zone, de Internationale Kustzone, de Vliet/A4-zone en de Schakelzone Lozerlaan). In de kansenzones liggen ontwikkelingsgebieden waarin de ambitie van de structuurvisie het sterkst tot haar recht komt. De kansenzones en ontwikkelingsgebieden worden uitgewerkt in masterplannen.
Het Centrum, één van de kansenzones, is bij uitstek het gebied waar verschillende facetten van veelzijdig Den Haag zichtbaar zijn. De binnenstad is het kloppend historisch hart van de stad. Het is omgeven door andere centrumdelen: het moderne hoogbouwgebied van Den Haag Nieuw Centrum en het Beatrixkwartier, China Town in de omgeving van de Wagenstraat, het winkelgebied, het cultuurcluster aan het Spuiplein en het regeringscentrum. Samen vormen deze gebieden hét centrum van de Haagse regio. In de komende jaren wordt de centrumfunctie verder uitgebouwd door toevoeging van wonen, voorzieningen en werkgelegenheid. De skyline van het centrum blijft in verandering. Om de stedelijkheid van het centrum te versterken, krijgt de functie van het centrum als ontmoetingsplaats van verschillende 'werelden' in de stad een extra impuls. De woongebieden rond het centrum worden nauwer bij het centrum betrokken. Ook zal het centrum een ruimer gebied gaan bestrijken, door 'een sprong over het spoor' te maken naar de Binckhorst en de Laakhavens. De barrièrewerking van grootschalige infrastructuur maakt het nodig om te investeren in het aaneensmeden van de deelgebieden van het centrum. De Binckhorst en Laakhavens grenzen direct aan het Laakkwartier, het plangebied. Op termijn kunnen ontwikkelingen in de Binckhorst en Laakhavens invloed hebben op met name het Schipperskwartier en Laakkwartier Noord.
De structuurvisie bepaalt dat langs doorgaande wegen en groen bij herstructurering in principe wordt uitgegaan van een bouwhoogte van minimaal vijf lagen. De doorgaande wegen zijn de regionale en stadsgewestelijke wegen, hoofdverkeerswegen op gemeentelijk niveau en wegen voor doorgaand verkeer door stadsdelen aangevuld met de wegen die onderdeel zijn van het netwerk van de 'lange lijnen' uit de Kadernota Openbare Ruimte en de railgebonden openbaarvervoerverbindingen.
In het plangebied gaat het om de Rijswijkseweg, de De Genestetlaan en de Neherkade (doorgaande wegen) en de Laakoever en de Trekvliet (onderdeel van de Stedelijke Groene Hoofdstructuur). De bestaande woningen langs deze doorgaande en groen mogen in het kader van de Structuurvisie Den Haag 202 worden uitgebreid tot 5 bouwlagen:
Het beleid in het Wijkplan Laakkwartier-Centraal is gericht op het handhaven van Laakkwartier-Centraal als woongebied voor zowel huishoudens met een inkomen tot modaal als voor huishoudens met een wat hoger inkomen. Daarbij moet particuliere investeerders worden gewaarborgd dat de wijk ook in de toekomst beide groepen huisvest. De bestaande kwaliteiten van de wijk moeten beter worden benut: achterstallig onderhoud moet worden weggewerkt en de inrichting van de openbare ruimte moet worden verbeterd. Speerpunten hierbij zijn het verminderen van de parkeeroverlast, het creëren van speelplekken, het verbeteren van de groenkwaliteit en het verbeteren van de leefbaarheid door een actieve opstelling van de gemeente. Aan de Capadosestraat/Aarnout Drostlaan voorziet het plan in een wijzigingsbevoegdheid die na de sloop van een gymzaal een nieuw groengebied mogelijk maakt (zie paragraaf 5.5).
In 1999 is een wijkvisie opgesteld waarin vier scenario's voor de wijk werden geformuleerd. Het ambitieniveau voor Laakkwartier-Noord is nogmaals overwogen. Belangrijk hierbij waren de plannen van de corporaties voor het woningbezit in de wijk. Deze heroverweging – Uitvoeringsplan Laakkwartier-Noord – leidde ertoe dat herstructurering van grote delen van de wijk voorlopig niet aan de orde is. Het uitvoeringsplan bevat een aantal maatregelen ten aanzien van woningverbetering en nieuwbouw. In dit plan is in Laakkwartier-Noord een nieuw bouwplan opgenomen: aan de Zuigerstraat/Noordpolderkade is na sloop van 134 portiekwoningen nieuwbouw mogelijk van 50 eengezinswoningen en 36 zorgeenheden (zie paragraaf 5.2). Ook een tweede ontwikkeling is in dit deelgebied mogelijk: de bouw van 10 woningen en 16 appartementen aan de Cylinderstraat/Noordpolderkade (zie paragraaf 5.4). Tenslotte is na wijziging de bouw van 27 woningen en een kindercentrum of andere welzijnsvoorzieningen mogelijk ter plaatse van de school aan de Ketelstraat (zie paragraaf 5.7).
De belangrijkste maatregelen die zijn voorgesteld in het Wijkplan Schipperskwartier zijn de verkoop van huurwoningen, het invoeren van parkeren voor vergunningshouders – belangbebbendenparkeren – en het opvoeren van het voorzieningenniveau.