1.3.2 Leefmilieuverordening en parapluherzieningen
Naast bestemmingsplannen die op een specifiek plangebied van toepassing zijn, kent de gemeente Den Haag een leefmilieuverordening en een aantal parapluherzieningen die op het hele gemeentelijke grondgebied van toepassing zijn en die door dit bestemmingsplan voor wat betreft het plangebied worden vervangen:
-
a. Leefmilieuverordening Recreatie-inrichtingen c.a. (LMV-Reca). De LMV-Reca is gebaseerd op de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing. Hoewel de LMV een sterk planologisch karakter heeft, legt ze in tegenstelling tot een bestemmingsplan geen functies vast maar geeft ze uitsluitend verbodsbepalingen voor bepaalde functies. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing ingetrokken. In het overgangsrecht is aangegeven dat de termijn waarvoor een leefmilieuverordening geldt, niet kan worden verlengd. Dit betekent dat de LMV-Reca tot 30 maart 2009 blijft gelden. Eerder bepaalde de Raad van State (ABRS 26 juli 2006, 200607407/1) dat een leefmilieuverordening 'komt te vervallen indien voor dat gebied een nieuw bestemmingsplan in werking treedt. Wanneer […] slechts een deel van het gebied waarvoor de leefmilieuverordening van kracht is een bestemmingsplan in werking treedt, vervalt de werking van de leefmilieuverordening in zoverre.'
-
b. Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk. In het bestemmingsplan Parapluherziening Detailhandel Vuurwerk (2004) is het beleid van de gemeente Den Haag neergelegd ten aanzien van de vestiging van detailhandelsbedrijven die zich bezighouden met de verkoop en opslag van consumentenvuurwerk.
-
c. Parapluherziening Seksinrichtingen. De regeling in de gemeentelijke leefmilieuverordeningen die seksinrichtingen verbiedt, is geïntegreerd in en vervangen door het bestemmingsplan Parapluherziening Seksinrichtingen (2003) waarmee aan alle geldende bestemmingsplannen in de gemeente Den Haag een regeling werd toegevoegd ten aanzien van seksinrichtingen.