a. De realisering van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen is uitsluitend toegestaan indien wordt voldaan aan de in of krachtens de Wet geluidhinder geldende normen, waarbij onder meer maatregelen in de vorm van geluidreducerend asfalt dan wel dove gevels moeten worden uitgevoerd.
b. Het bouwen mag niet plaatsvinden met overschrijding van de op de plankaart aangegeven bebouwings- of bestemmingsgrenzen, tenzij in de regels anders is bepaald.
c. Het verbod als bedoeld in onder b geldt niet voor stoepen, stoeptreden, funderingen, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen, schoorstenen en dergelijke, mits de overschrijding niet meer dan 0,2 m bedraagt.
d. Het verbod als bedoeld in onder b geldt niet voor gevel- of kroonlijsten, overstekende daken en soortgelijke delen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,2 m bedraagt en zich op een minimale hoogte van 2,40 m of, voor zover deze bebouwing boven een rijstrook is gelegen, zich op een minimale hoogte van 4,20 m bevindt.
e. Het is toegestaan om installaties voor mobiele telecommunicatie te plaatsen op gebouwen, die niet als gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument zijn aangewezen en/of niet zijn gelegen in een rijksbeschermd stadsgezicht.
f. Installaties voor mobiele telecommunicatie zijn, voor zover er geen sprake is van een kantoor- of bedrijfsbestemming, verboden op alle niet onder e genoemde gebouwen.
g. Indien in de regels een bebouwingspercentage of een bouwvlak is aangegeven, mag er daarbinnen in één bouwlaag beneden peil worden gebouwd.
h. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel van een hoofdgebouw of het denkbeeldig verlengde daarvan mag niet meer bedragen dan 1 m.
i. Bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen zijn toegestaan, met dien verstande dat:
1. de bouwhoogte niet meer dan 3 m mag bedragen;
2. de brutovloeroppervlakte niet meer dan 15 m² mag bedragen.
j. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die op, over, onder of bij een weg of railweg, dan wel in, onder of bij een water worden gebouwd zijn toegestaan, voor zover het betreft:
1. bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, verkeersgeleiding, wegaanduiding en/of verlichting;
2. bovenleidingen met bijbehorende draagconstructies of seinpalen.
k. Voorts zijn, ten behoeve van de bestemmingen in dit plan, toegestaan:
1. bouwwerken ten behoeve van de inzameling van afval;