direct naar inhoud van 3.7 Economisch beleid
Plan: Westeinde e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0082EWesteinde-50VA

Economisch beleid

De nota Impuls Haagse Economie beschrijft de acties die volgens de gemeente Den Haag nodig zijn om de lokale economie in de komende jaren een impuls te geven. Op grond van de uitkomsten van een economische analyse kiest de gemeente Den Haag voor drie ontwikkelingsrichtingen:

  • 'Kennis is Kracht'. De gemeente zet sterk in op het uitbreiden van de kennisintensieve sectoren (overheid, zakelijke en financiële instellingen, internationale sector en telecom en multimedia).
  • 'Verbeteren van Vestigingsklimaat'. De gemeente zet in op het verbeteren van het gemeentelijk relatiebeheer en dienstverlening, het bevorderen van de veiligheid van ondernemers, het verbeteren van de (inter)nationale en binnenstedelijke bereikbaarheid en het waarborgen van voldoende bedrijfsruimte in stad en regio.
  • 'Binden en Boeien' van mensen en bedrijven aan de stad. De gemeente zet in op het versterken van de regie op inhoud en uitvoering van de citymarketing, het aantrekken van meer 'creatieve voorhoede' en prioriteit geven aan vrijetijdseconomie.
Kantoren

In de Kantorenstrategie Haaglanden is voor de periode tot 2010 en de periode 2010-2015 aangegeven op welke locaties kantoren mogen worden ontwikkeld in de regio Haaglanden. In dit plangebied zijn geen nieuwe locaties voor kantoorontwikkeling voorzien.

Bedrijven

De nota Bedrijventerreinenstrategie Den Haag 2005-2020 geeft aan hoeveel hectare bedrijventerrein op welk moment en van welke kwaliteit op de markt aanwezig moet zijn om de economische structuur te versterken voor de periode tot 2020. Tevens zijn in de nota voorstellen opgenomen over het toekomstperspectief van enkele afzonderlijke bedrijventerreinen. Overwegingen van behoud van werkgelegenheid in de stad en versterken van de ruimtelijk-economische structuur liggen daaraan ten grondslag. Het beleid van de gemeente Den Haag is erop gericht om de ondernemers die gebonden zijn aan een binnenstedelijke locatie in de stad te faciliteren.

Functiemenging

Het mengen van wonen en werken kan op drie schaalniveaus plaatsvinden:

  • op pandniveau, meestal een werkfunctie op de begane grond en woningen op de bovenliggende etages.
  • op blokniveau, waarbij één of meerdere panden binnen één blok volledig een woon- dan wel een werkfunctie hebben.
  • op deelgebiedniveau, waarbij sprake is van een ruimtelijke en functionele samenhang van bedrijven en woningen die gevestigd zijn in één gebied (zie bijvoorbeeld het Gemeentelijk Industrieterrein in het Regentessenkwartier).

Bij de vestiging van bedrijfsactiviteiten en de menging van functies moet voldoende afstand in acht worden genomen tussen milieubelastende activiteiten en gevoelige functies, zodat hinder en gevaar worden voorkomen en bedrijven hun activiteiten binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. Ten behoeve van het inpassen van bedrijvigheid in de fysieke omgeving en bij het inpassen van de woningen en andere gevoelige functies stelde de VNG een lijst samen voor een scala van milieubelastende activiteiten ten opzichte van een 'rustige woonwijk' (VNG, Bedrijven en milieuzonering, juli 2007).

In gebieden met functiemenging (stadscentra, winkelcentra, woonwerkgebieden met kleinschalige vooral ambachtelijke bedrijvigheid, gebieden langs stadstoegangswegen met meerdere functies) zijn milieubelastende activiteiten mogelijk op kortere afstand van woningen dan in gebieden waar bedrijven solitair zijn gevestigd. De staat van bedrijfsactiviteiten bij functiemenging is gebaseerd op de lijst van de VNG die zij specifiek van zulke gebieden samenstelde en is bij de regels van dit plan opgenomen. Deze lijst gaat uit van drie categorieën:

  • A. Bij A kunnen bedrijfsactiviteiten aanpandig gevestigd worden: de eisen uit het Bouwbesluit voor scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend.
  • B. Bij B kennen de bedrijfsactiviteiten een zodanige milieubelasting dat zij bouwkundig afgescheiden van woningen en andere gevoelige functies moeten plaatsvinden;
  • C. Bij C geldt hetzelfde als bij B, maar door de verkeersaantrekkende werking moet een ontsluiting op de hoofdinfrastructuur aanwezig zijn.
Horeca

De gemeente Den Haag wil de horeca meer ruimte geven voor nieuwe initiatieven, nieuwe formules een kans geven en duidelijkheid scheppen voor de bewoners in de stad. Centrale doelstelling van haar Structuurvisie Horeca is de concentratie en de optimalisatie van de horeca waardoor de aantrekkingskracht van Den Haag als uitgaansstad wordt versterkt. Belangrijke uitgangspunten van dit beleid zijn:

  • het stimuleren van horecaconcentraties met diversiteit in aanbod;
  • een experiment met verruiming van de openingstijden in de uitgaanskernen;
  • buiten deze concentraties overgaan tot vermindering van het aantal horecabedrijven.

In de Horeca Structuurvisie is nadrukkelijk gekozen voor de concentratie van nachthoreca in de uitgaanskernen en daaraan gekoppeld vrije openingstijden. Deze vormen van horeca zijn gekoppeld aan het winkelen in de omgeving en de woon- en werkfunctie van de binnenstad. De verspreide, kleinschalige horeca in het plangebied is gekoppeld aan de woon- en werkfunctie van het gebied. De horecagelegenheden worden met functies als wonen, ateliers en werkplaatsen gecombineerd tot een gemengd stedelijk milieu en maken het gebied zo een uitloper en uitbreiding van het centrum.

Detailhandel

Het uitgangspunt van het detailhandelsbeleid van de gemeente Den Haag in de Structuurvisie Detailhandel Haaglanden en in de Detailhandelsnota Den Haag is concentratie van winkels op bestaande locaties. Er worden geen nieuwe stadsdeelcentra en nieuwe concentraties van grootschalige solitaire detailhandel toegevoegd in Den Haag. De gemeente streeft ernaar dat iedere Hagenaar binnen een straal van 1.000 meter zijn dagelijkse boodschappen kan doen. Gemeente Den Haag wil de aantrekkingskracht – regionaal en landelijk – van het recreatief winkelen in de Haagse binnenstad en Scheveningen versterken. Met name voor de binnenstad wordt daarbij ingezet op een breder en beter aanbod, waarbij nieuwe en internationale winkelformules de voorkeur genieten. De winkels aan het Westeinde en de zijstraten ervan zijn onderdeel van het gemengd stedelijk milieu en vormen een uitloper c.q. aanloopstraat van het stadscentrum.