direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Fruitweg e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0029EFruitweg-50VA

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen met daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten als opgenomen in 4 van de regels met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen, en - op de verdiepingen - woningen. De inrichting ten behoeve van deze bestemming laat tevens daaraan ondergeschikte kantoorruimte, daaraan ondergeschikte horeca zoals bedrijfskantines, buitenschoolse opvang en kinderopvang, groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen, wegen, paden en laad- en losplaatsen toe;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • c. de gronden mogen tot 100 % worden bebouwd.
  • d. de (nok)hoogte, respectievelijk goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan de hoogte die op de plankaart is aangegeven.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
  • b. het bruto vloeroppervlak mag niet meer bedragen dan 40 m2.
  • c. in afwijking van het bepaalde onder 5.2.2.a mag de hoogte van erfafscheidingen, indien geplaatst op meer dan 1 m afstand van de weg of openbaar groen, 2 m bedragen; in overige gevallen mag de hoogte niet meer dan 1 m bedragen.
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, dienen qua aard en maat bij de bestemming te passen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van gebouwen:

  • a. met het oog op de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen.
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit van de directe omgeving.
4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. het vloeroppervlak van aan bedrijven ondergeschikte kantoorruimte mag niet meer bedragen dan 40 % van het totaal oppervlak van het bedrijf op het betreffende perceel, met een maximum van 2000 m2.
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde onder 5.1 voor wat betreft het toestaan van bedrijven die niet voorkomen in de bij dit bestemmingsplan behorende 'Staat van inrichtingen bedrijven' maar die naar aard, omvang en invloed op het leefmilieu vergelijkbaar zijn met deze bedrijven.
4.6 Specifieke procedureregels

Bij toepassing van de onder 4.5 bedoelde ontheffingsbevoegdheid dienen de in artikel 19 opgenomen procedureregels gevolgd te worden.