direct naar inhoud van Artikel 5 Cultuur en ontspanning
Plan: 187.301.00 (Bloemendaal)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.BP00038-vst4

Artikel 5 Cultuur en ontspanning

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het al dan niet bedrijfsmatig verrichten van activiteiten, gericht op spel, vermaak en ontspanning, een en ander met uitzondering van seksinrichtingen, zelfstandige horecavestigingen, bioscopen, casino's en feestzalen;
  • b. aan de functie onder a. gebonden kantoren;
  • c. aan de functie onder a. gebonden parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen, bruggen en duikers en water.
5.1.2

In afwijking van het bepaalde in lid 5.1.1 sub a. zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding "zwembad" uitsluitend bestemd voor een zwembad.

5.1.3

Ter plaatse van de aanduiding “detailhandel” zijn de gronden tevens bestemd voor ondergeschikte detailhandel.

5.1.4

Ter plaatse van het perceelsgedeelte met de aanduiding "woning" zijn de gronden tevens bestemd voor wonen.

5.1.5

Voor zover aan gronden de aanduiding "monument" is toegekend, zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en versterking van de cultuurhistorische waarde van de op de gronden aanwezige bebouwing.

5.2 Bouwregels
5.2.1

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. indien binnen een bouwvlak de aanduiding "maximale bebouwingspercentage" is opgenomen, de maximale oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan aangegeven;
  • c. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 6 m, tenzij binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven;
  • d. de hoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 10 m, tenzij binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven;
  • e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
      • op de gronden voor de naar de openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
      • voor het overige 2 m;
  • f. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.
5.2.2

Voor zover tevens de aanduiding "monument" is opgenomen geldt dat de op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan bestaande maatvoering van bebouwing niet mag worden gewijzigd, tenzij burgemeester en wethouders ingevolge het bepaalde in de Monumentenwet 1988 dan wel de gemeentelijke monumentenverordening een vergunning hebben verleend.

5.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.1 onder a. ten behoeve van het bouwen van erfbebouwing buiten de bouwvlakken tot een gezamenlijke grondoppervlakte van 100 m2 en een maximale hoogte van 4 m, mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeers- en parkeerdruk niet onevenredig toeneemt;
  • b. het bepaalde in lid 5.2.1 onder e. ten behoeve van het bouwen van erf- en terreinafscheidingen op de gronden voor een naar de weg gekeerde gevel tot 2 meter.